15 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Economische Zaken

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het artikel 107, tweede lid van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Economische Zaken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 april 2000;

Gelet op het met redenen omkleed advies van het Tussenoverlegcomité van het Ministerie van Economische Zaken, gegeven op 22 juni 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 januari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 14 september 2000;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, van Onze Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, en van Onze Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2, eerste lid van het koninklijk besluit van 13 november 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Economische Zaken worden de woorden "Artikel 1, § 3, van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Economische Zaken wordt vervangen door de volgende bepalingen" vervangen door de woorden : " In artikel 1, § 3, van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Economische Zaken worden de bepalingen in verband met de "Centrale Diensten, rubriek I" en de "Buitendiensten" vervangen door de volgende bepalingen : ".

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Art. 3.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Onze Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, en Onze Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Economische en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, Ch. PICQUE De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, O. DELEUZE