Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 september 1997
gepubliceerd op 20 november 1997

Koninklijk besluit tot vaststelling van bijzondere bepalingen die bij de Regie der Luchtwegen de toelating en de benoeming tot sommige graden regelen

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1997014222
pub.
20/11/1997
prom.
14/09/1997
ELI
eli/besluit/1997/09/14/1997014222/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van bijzondere bepalingen die bij de Regie der Luchtwegen de toelating en de benoeming tot sommige graden regelen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het statuut van de Regie der Luchtwegen gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 oktober 1970 houdende omwerking van het statuut van de Regie der Luchtwegen en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 maart 1981, het koninklijk besluit nr. 240 van 31 december 1983 en het koninklijk besluit nr. 425 van 1 augustus 1986;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 1991 houdende vaststelling van het statuut van de ambtenaren van de Regie der Luchtwegen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 juli 1994, 9 maart 1995 en 5 mei 1997;

Gelet op het protocol van 12 juni 1997 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd in sectorcomité VI : Verkeerswezen, zijn vermeld;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 21 februari 1997, Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 juni 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 juni 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat de door de Raad van State vastgestelde onwettigheid van de vigerende reglementaire besluiten en de met de vakbonden afgesloten akkoorden, die ingaan op 1 januari 1997, de onverwijlde vaststelling vergen van de statutaire uitvoeringsmodaliteiten inzake wervingen en loopbaan;

Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Bijzondere bepalingen inzake Titel IX van het koninklijk besluit van 29 november 1991 tot vaststelling van het statuut van de ambtenaren van de Regie der Luchtwegen Afdeling 1. - Benoeming tot de graad van « eerste »

Artikel 1.§ 1. De ambtenaren, die titularis zijn van één van de basisgraden vermeld in bijlage bij dit besluit, hebben onder de in deze afdeling bepaalde voorwaarden toegang tot de ermee overeenstemmende graad van « eerste ». § 2. De benaming van de graad van « eerste » wordt bekomen door voor de benaming van de basisgraad het woord « eerste » te plaatsen.

Art. 2.Om benoemd te worden tot de graad van « eerste » dient de ambtenaar : 1° te slagen voor een vakexamen;2° een minimum graadanciënniteit van zes jaar te tellen;3° de vermelding « goed » te hebben.

Art. 3.Het vakexamen wordt elk jaar georganiseerd en beoordeeld door een examencommissie samengesteld uit ambtenaren van de Regie der Luchtwegen, die aangeduid worden door de Minister die de burgerluchtvaart in zijn bevoegdheid heeft of door zijn afgevaardigde.

Art. 4.§ 1. Om aan het vakexamen te kunnen deelnemen, moet de ambtenaar een graadanciënniteit van minimum vier jaar tellen. De anciënniteitsvoorwaarde moet vervuld zijn op 31 december van het jaar tijdens hetwelk het examen wordt aangekondigd. § 2. Worden als geslaagd verklaard voor het vakexamen, de ambtenaren die ten minste 60 pct. der punten bekomen hebben. § 3. Worden vrijgesteld van het vakexamen, de geslaagden voor een bevorderingsexamen tot een graad van hun hiërarchie of van een examen voor overgang naar het hoger niveau.

Art. 5.Voor de berekening van de in de artikels 2 en 4 vereiste anciënniteit kan, ingeval van benoeming bij verandering van graad, de graadanciënniteit in de betrokken gelijkwaardige graden gecumuleerd worden.

Art. 6.§ 1. De ambtenaren worden tot de bij artikel 1 bedoelde graden benoemd : 1° de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop zij zes jaar graadanciënniteit tellen, indien zij geslaagd zijn voor het vakexamen vóór deze datum;2° de eerste dag van de maand die volgt op het afsluiten van het proces-verbaal van het vakexamen, indien zij geslaagd zijn voor dit examen na de datum waarop zij zes jaar graadanciënniteit tellen. § 2. De toestand van de ambtenaren bedoeld in artikel 4, § 3, wordt geregeld overeenkomstig de regels van § 1 van dit artikel.

Art. 7.De titularissen van de graden van « eerste » kunnen, onder dezelfde voorwaarden als de titularissen van de aan de graden van « eerste » verbonden basisgraden, bevorderd worden of in aanmerking komen voor verandering van graad. Afdeling 2. - Benoeming tot de graad van « eerstaanwezend »

Art. 8.§ 1. De ambtenaren, titularis van de graad van « eerste » verbonden aan een van de in bijlage bij dit besluit aangeduide basisgraden, hebben toegang tot de ermee overeenstemmende graad van « eerstaanwezend » onder de in deze afdeling bepaalde voorwaarden. § 2. De benaming van de graad van « eerstaanwezend » wordt bekomen door voor de benaming van de basisgraad het woord « eerstaanwezend » te plaatsen.

Art. 9.§ 1. Om benoemd te worden tot de graad van « eerstaanwezend » dient de ambtenaar : 1° een anciënniteit van zes jaar te tellen in de graad van « eerste »;2° de vermelding « goed » te hebben. § 2. De ambtenaren worden tot bij artikel 8, § 1, bedoelde graden benoemd de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop zij de vereiste zes jaar graadanciënniteit tellen.

Art. 10.Ingeval van verandering van graad volgens de bepalingen van artikel 7 van dit besluit wordt de anciënniteit in de betrokken graden van « eerste » gecumuleerd voor de berekening van de in artikel 9 vereiste graadanciënniteit.

Art. 11.De titularissen van de graden van « eerstaanwezend » kunnen onder dezelfde voorwaarden als de titularissen van de aan de graden van eerste verbonden basisgraden bevorderd worden of in aanmerking komen voor verandering van graad. HOOFDSTUK II. - Overgangsmaatregelen en slotbepalingen

Art. 12.In afwijking van artikel 6, § 1, worden de personeelsleden benoemd tot de bij artikel 1 bedoelde graden : 1° op datum van 1 januari 1997, indien zij op deze datum een minimumgraadanciënniteit tellen van 6 jaar en slagen voor het eerstvolgend vakexamen georganiseerd met het oog op de toegang tot deze graden;2° de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop zij 6 jaar graadanciënniteit tellen, indien zij slagen voor het eerstvolgend vakexamen georganiseerd met het oog op de toegang tot deze graden en ten minste 6 jaar graadanciënniteit totaliseren vóór de sluitingsdatum van de notulen van het vakexamen.

Art. 13.Worden opgeheven : 1° Hoofdstuk III.- Toegang tot de graden van "eerste" - van het koninklijk besluit van 7 november 1980 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige ambtenaren van de Regie der Luchtwegen, zoals het later wordt gewijzigd; 2° artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 augustus 1982 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 november 1980 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige ambtenaren van de Regie der Luchtwegen, zoals het later wordt gewijzigd.

Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Art. 15.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 september 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN Bijlage Basisgraden waaraan een graad van « eerste » (1) en een graad van « eerstaanwezend » (2) verbonden zijn A. Administratief personnel : Niveau 4 Bode-kamerbewaarder (1) (2) Klasseerder-expeditionair (1) (2) Hoofdexpeditionair (1) (2) Hoofdkamerbewaarder (1) (2) Afgeschafte graad Bewaker (1) (2) Niveau 3 Adjunct-correspondent (1) (2) Agent van luchthaveninspectie (1) (2) Centralist (1) (2) Werkopzichter (1) (2) Niveau 2 Adjunct-controleur van werken (1) (2) Adjunct-inspecteur (1) (2) Aspirant tekenaar AIS (1) Procedurecommunicator (1) (2) Correspondent (1) (2) Correspondent PAS-CRT (1) (2) Correspondent-rekenplichtige (1) (2) Hulpmeteoroloog (1) (2) Informateur (1) (2) Onderluchthavenmeester (1) (2) Operator simulator (1) (2) Studietekenaar (1) (2) Hofmeesteres (1) Landmeter-expert onroerende goederen (1) Tekenaar AIS (1) Verkeersleider 3de klasse (1) Cartograaf AIS (1) (2) Controleur van werken (1) (2) Inspecteur (1) (2) Onderluchthavenmeester 1ste klasse (1) (2) Sectiechef (1) (2) Sectiechef-informateur (1) (2) Sectiechef-rekenplichtige (1) (2) Sectiechef-studietekenaar (1) (2) Meteoroloog (1) Systeemcommunicator (1) Verkeersleider 1ste klasse (1) Afgeschafte graad Communicator (1) (2) Communicator A D P (1) B. Meesters-, vak- en dienstpersoneel Niveau 4 Geschoold werkman (1) (2) Geschoold werkman specialist (1) (2) Niveau 3 Adjunct-technicus-specialist (1) (2) Bestuurder speciale voertuigen (1) (2) Geselecteerd werkman A (1) (2) Luchtvaartbrandweerman (1) (2) Afgeschafte graden.

Officier luchtvaartbrandweerman (1) Niveau 2 Radiotechnicus-specialist (1) Technicus brandweervoertuigen en blusmaterieel (1) (2) Technicus luchtvaartbrandweerman (1) (2) Technicus-specialist elektromecanicien (l) (2) Technicus-specialist van precisie (1) Eerstaanwezend radiotechnicus-specialist (1) Eerstaanwezend technicus-specialist van precisie (1) Onderchef radiotechnicus-specialist (1) Onderchef technicus brandweervoertuigen en blusmaterieel (1) (2) Ondercheftechnicus luchtvaartbrandweerman (1) (2) Onderchef technicus-specialist elektromecanicien (1) (2 Onderchef technicus-specialist van precisie (1) Afgeschafte graad Technicus-specialist van telecommunicaties (1) Eerstaanwezend technicus-specialist van telecommunicaties (1) Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 september 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN

^