gepubliceerd op 12 december 2001
Koninklijk besluit houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
14 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993;
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 71, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, inzonderheid op de artikelen 70 en 71;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1993 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 juli 1994, 27 maart 1995, 4 mei 1998 en 13 september 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling voor elke graad van het personeel van het Belgisch Instituut voor post-diensten en telecommunicatie, van de weddeschalen, de weddecomplementen en hun toekenningsvoorwaarden, inzonderheid op de artikelen 1, 4 en 7;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van de specifieke geldelijke regels met betrekking tot de graden van de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie die aan gespecialiseerde functies beantwoorden, inzon-derheid op de artikelen 2 en 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 1993 betreffende de toekenning van een half-jaarlijkse beheerstoelage aan bepaalde ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, inzonderheid op de artikelen 2, 3 en 4;
Gelet op het protocol nr. 192 van 5 juli 1994 van het gemeenschappelijk comité van alle overheidsdiensten;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 februari 1999;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 1 februari 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 1 maart 2000;
Gelet op het protocol van 8 februari 2001 van het Sectorcomité VIII;
Gelet op het advies 31.948/2/V van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
Artikel 1.Artikel 70 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, wordt door de volgende bepaling vervangen : «
Art. 70.§ 1. De vlakke loopbanen, bestaande uit de graden van « vertaler-revisor », « eerstaanwezend vertaler-revisor » en « vertaler-directeur », worden in uitdoving geplaatst. § 2. De graden « vertaler-revisor » en « eerstaanwezend vertaler-revisor » worden geschrapt. Uitsluitend ten behoeve van de titularissen van deze geschrapte graden wordt de graad van « vertaler-revisor (vlakke loopbaan in uitdoving) » opgericht. § 3. De graad « vertaler-directeur » wordt geschrapt. Uitsluitend ten behoeve van de titularissen van deze geschrapte graad wordt de graad van « vertaler-directeur (vlakke loopbaan in uitdoving) » opgericht. »
Art. 2.Artikel 71 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 71.« Onverminderd de andere reglementaire voorwaarden die gelden voor de bevordering waarop hij aanspraak maakt, bekomt de ambtenaar die uit hoofde van zijn graad van « vertaler-revisor (vlakke loopbaan in uitdoving) » een vlakke loopbaan geniet, een bevordering tot de graad van « vertaler-directeur (vlakke loop-baan in uitdoving) » na achttien jaar graadanciënniteit ».
Art. 3.§ 1. Bijlage I van hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 1 van dit besluit. § 2. De graden « eerstaanwezend vertaler-revisor », « directie-assistant » en « autobestuurder-mecanicien » worden afgeschaft. § 3. De graad « vertaler-revisor » wordt ingevoerd in rang 10. HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
Art. 4.§ 1. De weddeschalen 10/a, 10/b, 12/f en 13/a vermeld in de tabel in bijlage aan het koninklijk besluit van 18 maart 1993 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, worden vervangen door de weddeschalen vastgesteld in de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit besluit. § 2. De weddeschaal 15/a vermeld in de tabel in bijlage aan hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de weddeschaal vastgesteld in de tabel opgenomen in bijlage 3 van dit besluit.
Art. 5.§ 1. De weddeschaal 10/c vermeld in bijlage 4 van dit besluit wordt toegevoegd aan de weddeschalen opgenomen in de tabel in bijlage aan hetzelfde besluit. § 2. De weddeschalen 11/a en 14/x vermeld in de tabel in bijlage aan hetzelfde besluit, worden afgeschaft.
Art. 6.Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 september 1998, wordt vervangen als volgt : «
Art. 10.§ 1. Behoudens strijdige bepaling komen voor de toekenning van de verhogingen in zijn weddeschaal alleen in aanmerking de werkelijke diensten welke het personeelslid verricht heeft terwijl het behoorde : 1° tot de diensten van de Staat, de diensten van de Gemeenschappen, van de Gewesten of van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de diensten van Afrika, de diensten bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, de diensten bij het "Fonds national de Recherche scientifique", de diensten bij het Instituut van het Wetenschappelijk-technologisch onderzoek in de industrie, de diensten bij het "Fonds pour la formation à la recherche dans l'industrie et dans l'agriculture" of tot de andere openbare diensten, hetzij als beroepsmilitair, hetzij als burgerlijk of geestelijk titularis van een bezoldigd ambt met volledige prestaties;2° tot de gesubsidieerde vrije onderwijsinrichtingen als burgerlijk of geestelijk titularis van een door middel van een weddetoelage bezoldigd ambt met volledige prestaties. De in het vorige lid vermelde en vanaf 1 januari 1998 gepresteerde diensten kunnen in aanmerking komen, ongeacht de financieringsbron; 3° tot de Katholieke Universiteit Leuven, de Katholieke Universiteit Brussel, de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius te Antwerpen, de Vrije Universiteit Brussel, de "Université catholique de Louvain", de "Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix à Namur", de "Faculté universitaire catholique de Mons", de "Facultés universitaires Saint-Louis", de "Faculté universitaire de Théologie protestante", de "Université libre de Bruxelles", de Katholieke Universiteit Leuven afdeling Kortrijk, de Universitaire Instelling Antwerpen, het Limburgs Universitaire centrum, de "Fondation universitaire luxembourgeoise", de "Faculté polytechnique à Mons", als burgerlijk of geestelijk titularis van een bezoldigd ambt met volledige prestaties. De in het vorige lid vermelde diensten en die welke in een ervan afhangend ziekenhuiscentrum gepresteerd werden, die vanaf 1 januari 1998 gepresteerd zijn, kunnen in aanmerking komen, ongeacht de financieringsbron.
In afwijking van het vorige lid, kunnen de diensten die het voorwerp zijn van de storting van een beurs, een studiebeurs, een onderzoeksbeurs of die het voorwerp hebben uitgemaakt van een onderzoeks-contract eveneens voor de toekenning van de verhogingen in weddeschaal in aanmerking worden genomen voor zover het bericht tot aankondiging van de selectieprocedure uitdrukkelijk het bezit van een nuttige vroegere ervaring vereist en dat de kandidaten de nuttige vroegere ervaring met elk rechtsmiddel kunnen bewijzen.
De duur van de in het vorige lid vermelde diensten wordt vastgelegd door de minister; 4° tot de onderwijsinstellingen van de Staat of van de Gemeenschappen alsook het gesubsidieerd officieel onderwijs, als burgerlijk of geestelijk titularis van een bezoldigd ambt met volledige prestaties;5° tot de vrije gesubsidieerde diensten van school- en beroepsoriëntering en de psycho-sociale centra, als burgerlijk of geestelijk titularis van een door middel van een weddetoelage bezoldigd ambt met volledige prestaties. De in het vorige lid vermelde en vanaf 1 januari 1998 gepresteerde diensten kunnen in aanmerking komen, ongeacht de financieringsbron; 6° tot een federaal ministerieel kabinet, een kabinet van een lid van een regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest;7° als medewerker van een erkende politieke groep of als parlementair medewerker van een erkende politieke groep van een Parlement of van een Vergadering;8° tot een representatieve vakorganisatie in de zin van het artikel 7 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;9° tot de overheidsdiensten van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte;10° tot de diensten van de instellingen van de Europese Gemeenschappen of van de instellingen die opgericht zijn door of krachtens een van de verdragen welke ze regelen. De erkenning van het in aanmerking komen van de diensten die verricht zijn bij de in 9° en 10° vermelde diensten, moet worden goedgekeurd door de minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren, op voorstel van de minister. § 2. De diensten verricht in de openbare sector als tewerkgestelde werkloze in een ambt met volledige prestaties komen eveneens in aanmerking voor de toekenning van verhogingen in de weddeschaal voor : - een maximumduur van drie jaar : vanaf 1 januari 1998; - een maximumduur van zes jaar : vanaf 1 januari 1999 § 3. De diensten die in de privé-sector of als zelfstandige verricht zijn kunnen eveneens voor de toekenning van de verhogingen in weddeschaal in aanmerking worden genomen voor zover het bericht tot aankondiging van de selectieprocedure uitdrukkelijk het bezit van een nuttige vroegere ervaring vereist en de kandidaten de nuttige vroegere ervaring met elk rechtsmiddel kunnen bewijzen.
De duur van de in het vorige lid vermelde diensten wordt vastgelegd door de minister.
Wanneer de diensten bedoeld in het eerste lid deeltijds werden gepresteerd, worden deze voor de toekenning van de tussentijdse verhogingen in aanmerking genomen naar verhouding tot de werkelijk geleverde prestaties. § 4. De duur van de in § 3 vermelde diensten wordt aan die van de in de §§ 1 en 2 vermelde diensten toegevoegd om de duur te bepalen van de diensten die in aanmerking komen voor de toekenning van de tussentijdse verhogingen in zijn weddeschaal. § 5. In afwijking van de §§ 1 en 2 komen de diensten die het personeelslid deeltijds gepresteerd heeft vanaf 1 januari 2000, in een in deze paragrafen bedoelde dienst, in aanmerking voor de tussentijdse verhogingen, naar verhouding tot de werkelijk geleverde prestaties. »
Art. 7.In artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 september 1998, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3.Wanneer de maandwedde niet volledig verschuldigd is, wordt de wedde voor volledige prestaties vermenigvuldigd met de volgende breuk : percentage v.d.prestaties x aantal gepresteerde werkdagen aantal te presteren werkdagen op basis v.d. werkkalender Het aantal gepresteerde of te presteren werkdagen is gelijk aan het aantal gepresteerde of te presteren uren, gedeeld door 7,6.
Wordt verstaan onder : a) « werkdag » : elke dag van de week, de feestdag inbegrepen, met uitzondering van de zaterdag en de zondag;b) « gepresteerde werkdag » : elke werkdag waarvoor een verloning verschuldigd is;c) « werkkalender » : het aantal te presteren werkdagen in een maand.2° § 4 wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling voor elke graad van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, van de weddeschalen, de wedde-complementen en hun toekenningsvoorwaarden
Art. 8.De tabel waarnaar verwezen wordt in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling voor elke graad van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie van de weddeschalen, de weddecomplementen en hun toekenningsvoorwaarden, wordt vervangen door de tabel opgenomen in bijlage 5 van dit besluit.
Art. 9.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De jaarbedragen van het weddecomplement voor « directeur-generaal » en « administrateur-generaal », bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, worden respectievelijk vastgesteld op het verschil in iedere trap tussen de weddeschalen verbonden aan de graden van « directeur-generaal » en « administrateur-generaal » gehecht aan het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, en de weddeschaal 15/a gevoegd bij bovenvermeld koninklijk besluit van 18 maart 1993. »
Art. 10.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 7.§ 1. De wedde van de vertaler-revisor (Vlakke loopbaan in uitdoving) die een graadanciënniteit van vier jaar heeft, wordt vastgesteld in de weddeschaal 10/b. § 2. De wedde van de vertaler-revisor met minder dan vier jaar anciënniteit in niveau 1 wordt vastgesteld in de weddeschaal 10/a.
De wedde van de vertaler-revisor met ten minste vier jaar anciënniteit in niveau 1 en de beoordeling « goed » of « zeer goed », wordt vastgesteld in de weddeschaal 10/b.
De wedde van de vertaler-revisor met ten minste twaalf jaar anciënniteit in niveau 1 en de beoordeling « goed » of « zeer goed », wordt voor 35 % van de betrekkingen in deze graad, vastgesteld in de weddeschaal 10/c. » HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van de specifieke geldelijke regels met betrekking tot de graden van de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie die aan gespecialiseerde functies beantwoorden
Art. 11.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van de specifieke geldelijke regels met betrekking tot de graden van de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie die aan gespecialiseerde functies beantwoorden, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 14 juli 1994 en van 27 maart 1995, wordt de weddeschaal van de administrateur vervangen door de volgende weddeschaal : 1.562.569 - 2.156.173 11/2 x 53.964
Art. 12.In het eerste lid van artikel 3 van hetzelfde besluit wordt de weddeschaal van de adviseur met minder dan twee jaar anciënniteit in niveau 1 vervangen door de volgende weddeschaal : 826.981 - 1.284.690 3/1 x 24.933 10/2 x 38.291 HOOFDSTUK V. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 1993 betreffende de toekenning van een halfjaarlijkse beheerstoelage aan bepaalde ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
Art. 13.Artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 19 maart 1993 betreffende de toekenning van een halfjaarlijkse beheerstoelage aan bepaalde ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, wordt aangevuld als volgt : « 3° zij die in vast verband benoemd zijn in de graad van « vertaler-revisor ». »
Art. 14.Artikel 3, 4° van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « 4° 6 % voor de andere dan onder 3° bedoelde ambtenaren van rang 12, na hun eventuele proefperiode, evenals voor de vastbenoemde ambtenaren in de graad van « vertaler-revisor ». »
Art. 15.Artikel 4, 2° van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « 2° 80 % van alle ambtenaren in de rangen 14, 13 en 12 evenals van de vastbenoemde ambtenaren in de graad van « vertaler-revisor ». » HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 16.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 4, § 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994 en van de artikelen 4, § 2 en 6 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1998.
Art. 17.Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister Van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS
Bijlage 1 aan het koninklijk besluit houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Opgerichte graden en hun spreiding over de onderscheiden niveaus en rangen.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 november 2001, ter vervanging van bijlage I aan het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS
Bijlage 2 aan het koninklijk besluit houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS
Bijlage 3 aan het koninklijk besluit houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS
Bijlage 4 aan het koninklijk besluit houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS
Bijlage 5 aan het koninklijk besluit houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 november 2001, ter vervanging van de bijlage gehecht aan het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling voor elke graad van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, van de weddeschalen, de weddecomplementen en hun toekenningsvoorwaarden.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS