gepubliceerd op 19 juni 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, inzake het recht op de vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties in het raam van het recht op zorgkrediet en het recht op loopbaankrediet in de sociale werkplaatsen, gesloten in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord van 29 maart 2000
14 MAART 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, inzake het recht op de vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties in het raam van het recht op zorgkrediet en het recht op loopbaankrediet in de sociale werkplaatsen, gesloten in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord van 29 maart 2000 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, inzake het recht op de vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties in het raam van het recht op zorgkrediet en recht op loopbaankrediet in de sociale werkplaatsen, gesloten in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord van 29 maart 2000.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2001 Recht op de vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties in het raam van het recht op zorgkrediet en het recht op loopbaankrediet in de sociale werkplaatsen, gesloten in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord van 29 maart 2000 (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2001 onder het nummer 59105/CO/327) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de sociale werkplaatsen en op de werknemers van deze sociale werkplaatsen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.
Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Het recht op zorgkrediet
Art. 2.Elke werknemer in een omkaderingsfunctie heeft recht op het nemen van zorgkrediet.
Hieronder wordt verstaan : de werknemer die zijn loopbaan geheel of gedeeltelijk onderbreekt om palliatief verlof, om verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid of om ouderschapsverlof op te nemen in het raam van de reglementering inzake de onderbreking van de beroepsloopbaan zoals voorzien in de herstelwet van 22 januari 1985 (Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985) en in de uitvoeringsbesluiten ervan.
Art. 3.De werknemer die gebruik wenst te maken van het recht op zorgkrediet behoudt zijn/haar oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats.
Art. 4.De Vlaamse aanmoedigingspremies in het raam van het zorgkrediet kunnen tijdens de beroepsloopbaan gedurende maximum één jaar worden toegekend.
Art. 5.De werkgever zal de aanvraagformulieren en documenten die noodzakelijk zijn voor de premies in geval van zorgkrediet ter beschikking stellen en ondertekenen. HOOFDSTUK III. - Het recht op loopbaankrediet
Art. 6.Elke werknemer in een omkaderingsfunctie heeft recht op de onderbreking van de beroepsloopbaan in het raam van de reglementering inzake de onderbreking van de beroepsloopbaan zoals voorzien in de herstelwet van 22 januari 1985 en in de uitvoeringsbesluiten ervan ten belope van minimum de periode bedoeld in artikel 8.
Art. 7.De werknemer die gebruik maakt van het recht op loopbaankrediet behoudt zijn/haar oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats.
Art. 8.De Vlaamse aanmoedigingspremies in het raam van het loopbaankrediet, kunnen tijdens de beroepsloopbaan gedurende maximum één jaar toegekend worden, onder volgende modaliteiten : - hetzij voor drie maanden per periode van vijf jaar beroepsactiviteit in de betrokken sector en met een maximum van één jaar na twintig jaar beroepsactiviteit; - hetzij voor twaalf maanden na twintig jaar beroepsactiviteit in de betrokken sector.
Onder « sectoren » wordt verstaan : de sectoren zoals vernoemd in het besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van de aanmoedigingspremies bij loopbaanonderbreking in geval van zorgkrediet, loopbaankrediet en landingsbanen in de social profitsector.
Art. 9.De werkgever zal de aanvraagformulieren en documenten die noodzakelijk zijn voor de premies in geval van loopbaankrediet ter beschikking stellen en ondertekenen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing volgens alle bepalingen en eventuele wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van de aanmoedigingspremies bij loopbaanonderbreking in geval van zorgkrediet, loopbaankrediet en landingsbanen in de social profitsector, en van de reglementering inzake de beroepsloopbaan zoals voorzien in de herstelwet van 22 januari 1985 en in de uitvoeringsbesluiten ervan.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2001 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan door elk van de partijen opgezegd worden mits een opzegtermijn van zes maanden gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 maart 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX