Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 maart 2002
gepubliceerd op 17 oktober 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, houdende het sectoraal akkoord 1999-2000

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012436
pub.
17/10/2002
prom.
14/03/2002
ELI
eli/besluit/2002/03/14/2002012436/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 MAART 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, houdende het sectoraal akkoord 1999-2000 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, houdende het sectoraal akkoord 1999-2000.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 maart 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999 Sectoraal akkoord 1999-2000 (Overeenkomst geregistreerd op 27 januari 2000 onder het nummer 53714/COF/313) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en wettelijk kader

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 8 december 1998 en in uitvoering van afdeling IV van hoofdstuk II van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen en het koninklijk besluit van 4 juni 1999 over de sluiting van een akkoord betreffende vorming en tewerkstelling.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten.

Voor de toepassing van deze overeenkomst, wordt verstaan onder "werknemers" : de mannelijke en vrouwelijke werknemers. HOOFDSTUK II. - Tewerkstellingsmaatregelen

Art. 3.De partijen, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, erkennen dat de invoering van de SIS-kaart en de daaraan verbonden digitale gegevensverwerking gevolgen kan hebben voor de tewerkstelling in de sector.

Art. 4.Teneinde de tewerkstelling in de sector te vrijwaren dienen er arbeidsherverdelende maatregelen getroffen te worden.

De arbeidsbevorderende maatregelen zoals vastgelegd in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 (44279/COB/313) voor de periode 1997-1998, worden verlengd en verstrekt voor de periode 1999-2000, als volgt : 1) Recht op beroepsloopbaanonderbreking De invoering van een recht op beroepsloopbaanonderbreking mits akkoord van de werkgever. De beroepsloopbaanonderbreking geldt voor een minimumduur van drie maanden en een maximumduur van een jaar (met verlengingsmogelijkheid). 2) Recht op deeltijds werk De werknemers hebben het recht om vrijwillig over te stappen naar een deeltijdse arbeidsregeling met proportioneel loonverlies mits akkoord van de werkgever. Dit kan ook door een verhoudingsgewijze opdeling van de arbeidsplaatsen indien er twee of meerdere werknemers betrokken zijn. 3) Brugpensioen op 58 jaar a.Voor de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000 wordt aan de werknemers, mits akkoord van de werkgever, de mogelijkheid toegestaan om op 58 jaar op brugpensioen te gaan.

Betrokkene moet een beroepsloopbaan als werknemer van 25 jaar kunnen rechtvaardigen. b. De aanvullende vergoeding bedraagt minimaal de helft van het verschil tussen de refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering. Zij wordt berekend en aangepast volgens de modaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. c. De modaliteiten van het brugpensioen moeten in een ondernemingsovereenkomst worden vastgelegd, of bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging in een geschreven overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer.4) Halftijds brugpensioen op 55 jaar Recht op halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar volgens de modaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.55 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Art. 5.Gezien de overheidsmaatregelen en de economische, technische of organisatorische ontwikkelingen in de sector is het essentieel dat de paritaire werkgroep "Tewerkstelling" de evolutie van de tewerkstelling op de voet blijft volgen. Daartoe zullen partijen halfjaarlijks de tewerkstellingscijfers bespreken en evalueren. HOOFDSTUK III. - Koopkracht

Art. 6.De minimumbarema's in de sector worden verhoogd met 1,5 pct. op 1 juli 1999 en met 1,5 pct. op 1 juli 2000. HOOFDSTUK IV. - Vorming Risicogroepen

Art. 7.De bepalingen van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 (44279/COB/313) met betrekking tot de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en vorming van risicogroepen worden verlengd voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000.

De bijdrage voorzien in artikel 6 blijft vastgesteld op 0,10 pct. van de loonmassa.

In dezelfde zin worden de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 1997 (45742/CO/313) tot oprichting en werking van een "Paritair Fonds ten voordele van de risicogroepen voor apotheken en tarificatiediensten" en de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 1997 (45741/CO/313) tot aanwending van de bijdrage voor risicogroepen verlengd voor de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000.

Permanente navorming

Art. 8.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente navorming als middel tot verhoging van de competitie en loopbaankansen van de werknemers en bijgevolg van de werkgevers.

De sector wenst haar bijdrage te leveren in de globale interprofessionele doelstelling. De werkgevers worden gevraagd op een voluntaristische wijze te onderzoeken in welke mate zij hierin een inspanning kunnen leveren, minstens door de werknemers aan te moedigen tot het volgen van permanente vorming en opleiding.

Permanente navorming en opleiding is een wederzijds engagement van werknemers en werkgevers. HOOFDSTUK V. - Duur

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 maart 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^