Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 juni 2007
gepubliceerd op 17 juli 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981 tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" en tot vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007202016
pub.
17/07/2007
prom.
14/06/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JUIN 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981 tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" en tot vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981 tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" en tot vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor de warenhuizen Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2007 Wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981 tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 5 april 2007 onder het nummer 82411/CO/312)

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : a) de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de warenhuizen;b) de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties die op nationaal vlak zijn verbonden en zetelen in het Paritair Comité voor de warenhuizen.

Art. 4.De gecoördineerde statuten van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" zijn bijgevoegd in bijlage.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en wordt gesloten voor een periode van één jaar, die telkens stilzwijgend van jaar tot jaar wordt verlengd.

Ze kan worden opgezegd mits een opzegging welke minstens zes maanden vóór de jaarlijkse vervaldag wordt betekend, bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de warenhuizen.

Art. 6.Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981 gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen tot vaststelling van de statuten van het sociaal fonds, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 mei 1981.

Opmerking Vorige wijzigingen : 1. 9 mei 1989 (koninklijk besluit van 14 augustus 1989 - Belgisch Staatsblad van 7 september 1989);2. 18 februari 1991 (koninklijk besluit van 3 juni 1991 - Belgisch Staatsblad van 3 augustus 1991);3. 14 december 1995 (koninklijk besluit van 16 september 1996 - Belgisch Staatsblad van 6 november 1996). Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2007, tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" en tot vaststelling van zijn statuten Gecoördineerde statuten van het fonds HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, voorwerp, duur

Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder de naam "Sociaal Fonds voor de warenhuizen".

Art. 2.De zetel van het fonds is gevestigd te 1160 Brussel, Edmond Van Nieuwenhuyselaan 8.

Art. 3.Het sociaal fonds heeft als voorwerp : 1. het innen van de bijdragen die nodig zijn voor zijn werking;2. het financieren, organiseren en toekennen van bijkomende sociale voordelen op het gebied van : - de korting op de syndicale bijdrage; - de toekenning van bijzondere premies; - de beroeps- en syndicale opleiding van de werknemers en vooral van de jongeren; - de veiligheid, de hygiëne en de vrijetijdsbesteding van de werknemers; - de waarborg tot betaling van een bijkomende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering aan oudere ontslagen werknemers, wanneer de werkgever in overtreding is, uit hoofde van artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst die op 19 december 1974 gesloten werd binnen de Nationale Arbeidsraad, en die een stelsel van bijkomende vergoedingen instelde in geval van afdanking van bepaalde oudere werknemers; deze collectieve arbeidsovereenkomst werd bindend door het koninklijk besluit van 16 januari 1975.

Art. 4.Het sociaal fonds wordt voor onbepaalde duur ingesteld en neemt een aanvang op 1 januari 1981. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op : - de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de warenhuizen; - de werknemers die door de onder a) genoemde werkgevers zijn tewerkgesteld en lid zijn van één der representatieve interprofessionele werknemersorganisaties die op nationaal vlak verenigd zijn. HOOFDSTUK III. - Beheer

Art. 6.Het sociaal fonds wordt beheerd door een raad van beheer, die bestaat uit veertien leden, zeven patronale afgevaardigden en zeven afgevaardigden van de werknemers die aangeduid worden onder de werkelijke of plaatsvervangende leden van het Paritair Comité voor de warenhuizen, dat de leden van de raad van beheer benoemt en ontslaat.

Het mandaat van de leden van de raad van beheer duurt vier jaar. Het mandaat is vernieuwbaar. In geval van overlijden, ontslag of afzetting, voorziet het paritair comité in de vervanging. Het nieuwe lid voleindigt het mandaat van zijn voorganger.

Art. 7.De raad van beheer duidt onder de leden een voorzitter en een secretaris aan die de werkgevers en de werknemers vertegenwoordigen.

Art. 8.Het is de voorzitter die de raad van beheer bijeenroept. De voorzitter moet de raad tenminste éénmaal per jaar bijeenroepen en telkens minstens twee leden van de raad dat vragen.

De samenroepingen moeten de agenda bevatten. De notulen moeten worden opgesteld door de secretaris en worden door hem en de voorzitter ondertekend.

De beslissingen worden eenparig genomen. Om geldig te stemmen moeten minstens zes leden aanwezig zijn, waarvan de éne helft de werkgeversorganisaties vertegenwoordigt en de andere de werknemersorganisaties. Indien het quorum niet wordt bereikt, wordt de raad van beheer opnieuw samengeroepen met dezelfde agenda. De beslissingen van de tweede vergadering zijn geldig, welke ook het aantal aanwezige beheerders weze.

Art. 9.De raad van beheer heeft tot opdracht het sociaal fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor de goede werking ervan.

De raad heeft de breedst mogelijke bevoegdheid betreffende het beheer en de directie van het sociaal fonds.

De voorzitter of een daartoe afgevaardigde beheerder vertegenwoordigt de raad van beheer in al zijn acties en treedt ervoor in rechten op.

De beheerders zijn slechts aansprakelijk voor de uitoefening van hun mandaat en uit hun deelneming aan het beheer van het sociaal fonds vloeit geen enkele persoonlijke verplichting voort, noch ten overstaan van de verbintenissen door het fonds aangegaan.

Art. 10.De raad van beheer kan zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan één of meer leden of zelfs aan derden.

Art. 11.Het dagelijks beheer wordt waargenomen door de voorzitter en de secretaris. HOOFDSTUK IV. - Financierieng

Art. 12.Ter uitvoering van zijn maatschappelijke doel in het sociaal fonds beschikt het over de door de werkgevers gestorte bijdragen, waarvan het bedrag en de financieringswijze, evenals de inningswijze, worden bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomsten die gesloten worden binnen het Paritair Comité voor de warenhuizen bindend gemaakt door koninklijk besluit.

Art. 13.Jaarlijks bepaalt de raad van beheer de quotiteit van het bedrag der bijdragen waarvan sprake onder artikel 12, die gebruikt kan worden om de kosten te dekken van het beheer en de goede werking van het sociaal fonds, benevens de kosten van de inning, heffing en afrekening der prestaties. De raad kan ook een specifieke bijdrage overeenkomen.

Art. 14.De werkgever moet, ten laatste tegen het einde van de maand november, een afschrift naar het sociaal fonds sturen van de aangiften aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van het derde trimester, benevens een aangifte van de verschuldigde bedragen en dit op een formulier dat van het fonds uitgaat.

Art. 15.Na de door de gesloten overeenkomst of overeenkomsten bepaalde vervaldag moet, ter uitvoering van artikel 12, de werkgever een supplement betalen van 10 pct. op het bedrag der verschuldigde bijdragen, verhoogd met een verwijlinterest van 5 pct. op hetzelfde bedrag. Hiertoe is geen aanmaning nodig. HOOFDSTUK V. - Budget, rekeningen

Art. 16.Het boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.

Art. 17.Elk jaar, ten laatste tijdens de maand december, wordt de begroting ter goedkeuring voorgelegd aan het Paritair Comité voor de warenhuizen (collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 1989) Omwille van bijzondere omstandigheden kan de raad van bestuur een andere periode vaststellen.

Art. 18.De rekeningen van het boekjaar worden afgesloten op 31 december. Op boekhoudelijk vlak moeten de afsluiting en de balans voldoende gedetailleerd zijn.

Jaarlijks moet de raad van beheer, evenals de revisor of de accountant die door het Paritair Comité voor de warenhuizen aangeduid wordt, een geschreven verslag uitbrengen over de uitvoering van hun taak tijdens het voorbije boekjaar.

De balans en de bovengenoemde verslagen moeten uiterlijk tijdens de maand april ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Paritair Comité voor de warenhuizen. HOOFDSTUK VI. - Voordelen en begunstigden

Art. 19.De begunstigden, het bedrag en de modaliteiten van de toekenning en de verrekening van de korting op de syndicale bijdrage worden vastgelegd door een collectieve arbeidsovereenkomst die wordt afgesloten binnen het Paritair Comité voor de warenhuizen en bindend wordt verklaard door koninklijk besluit.

Art. 20.De modaliteiten van de organisatie van de cursus voor beroepsopleiding en de werknemers die hiervan kunnen genieten, worden vastgelegd door de raad van beheer.

Art. 21.De modaliteiten van de toekenning en de verrekening, het bedrag en de begunstigden van de financiering van de syndicale opleiding, worden vastgelegd door een collectieve arbeidsovereenkomst die gesloten wordt binnen het Paritair Comité voor de warenhuizen, en die bindend wordt door een koninklijk besluit.

Art. 22.Het sociaal fonds waarborgt eveneens de betaling van de vergoeding die voorzien is in artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst die op 19 december 1974 gesloten werd binnen de Nationale Arbeidsraad, en die het stelsel invoerde van een bijkomende vergoeding voor bepaalde oudere werknemers, in geval van afdanking, en die verbindend werd door het koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975), wanneer een werkgever die onder de bevoegdheid valt van het sociaal fonds, de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de genoemde collectieve arbeidsovereenkomst.

De begunstigden en de modaliteiten van de toekenning van deze waarborg zijn vastgesteld in een collectieve arbeidsovereenkomst die op 22 maart 1976 gesloten werd binnen het Paritair Comité voor de warenhuizen, en die verbindend werd door een koninklijk besluit van 16 juli 1976. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening

Art. 23.Het sociaal fonds kan ontbonden worden bij eenparig besluit van het Paritair Comité voor de warenhuizen of door een opzegging, met een opzeggingstermijn van één maand vanwege één van de organisaties die vertegenwoordigd zijn in het paritair comité. Dit moet dan gebeuren door middel van een aangetekende brief die gestuurd moet worden naar de voorzitter van het sociaal fonds. Het paritair comité duidt de vereffenaars aan, omlijnt hun bevoegdheden en hun bezoldiging, en omschrijft nauwkeurig de bestemming van het vermogen. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 23bis.(Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 1995) Elke betwisting betreffende het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" valt zonder enige uitzondering onder de bevoegdheid van de gerechten van Brussel.

Art. 24.Het sociaal fonds neemt de rechten en verplichtingen over, alsook de activa en de passiva, van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" dat opgericht werd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 1975 van het Paritair Comité voor de warenhuizen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst richtte een fonds voor bestaanszekerheid op en legde de statuten ervan vast. De overeenkomst werd bindend door het koninklijk besluit van 27 mei 1975.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^