gepubliceerd op 09 juli 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds Maribel social pour les entreprises de travail adapté subsidiées par la Commission communautaire française" ter bevordering van de tewerkstelling in de sector en tot vaststelling van zijn statuten
14 JUNI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds Maribel social pour les entreprises de travail adapté subsidiées par la Commission communautaire française" ter bevordering van de tewerkstelling in de sector en tot vaststelling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds Maribel social pour les entreprises de travail adapté subsidiées par la Commission communautaire française" ter bevordering van de tewerkstelling in de sector en tot vaststelling van zijn statuten.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 juni 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds Maribel social pour les entreprises de travail adapté subsidiées par la Commission communautaire française" ter bevordering van de tewerkstelling in de sector en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 12 januari 2007 onder het nummer 81565/CO/327.02) A. Oprichting
Art. 2.Via deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van artikel 2 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, richt het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan de statuten hierna worden vastgelegd.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de beschutte werkplaatsen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie en op de werknemers die zij tewerkstellen.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel.
Onder "paritair subcomité" wordt verstaan : het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 10 oktober 2006 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd vóór 1 januari van elk jaar, met effect op 1 juli van het volgende jaar.
De opzegging moet betekend worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité.
B. Statuten HOOFDSTUK I. - Zetel
Art. 5.Op 10 oktober 2006 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds Maribel social pour les entreprises de travail adapté subsidiées par la Commission communautaire française".
De administratieve zetel van het fonds wordt gevestigd te 1000 Brussel, Handelskaai 48. Deze zetel kan elders verplaatst worden bij eenparige beslissing van de raad van beheer van het fonds, bepaald in artikel 12. De raad van beheer moet zijn beslissing meedelen aan de voorzitter van het paritair subcomité. HOOFDSTUK II. - Doel
Art. 6.§ 1. Het fonds opgericht door deze overeenkomst heeft als enig doel het beheer van de gemutualiseerde som van de bijdragevermindering bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector. § 2. De werking van dit fonds is onderworpen aan de voorwaarde dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen de bedragen die komen van de sociale Maribel I, II en III, met het oog op de financiering van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (G.G.M.M.I.) voor de werknemers, en de volgende sociale Maribel, die tot doel hebben bijkomende banen te creëren. § 3. De werking van het fonds sociale maribel hangt eveneens af van het feit of de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een voorschot geeft aan het fonds sociale maribel op basis van een trimestriële forfaitaire vermindering van de werkgeversbijdragen per werknemer.
Op haar beurt moet het fonds sociale maribel, en steeds voorafgaandelijk, de exacte bedragen storten aan de verschillende beschutte werkplaatsen.
Deze bedragen zijn sinds 1 januari 1999 toegekend en kunnen enkel bestemd zijn voor de betaling van het G.G.M.M.I. aan de werknemers in de beschutte werkplaatsen. § 4. In het kader van de bepalingen van artikel 49, 5de lid, 1° van het koninklijk besluit van 18 juli 2002, met betrekking tot de bedragen sociale maribel I, II, III, is het fonds belast met : - Het ontvangen van de som van de bijdrageverminderingen vermeld in §§ 1, 2 en 3; - Het toekennen van de bedragen van sociale maribel I, II en III vooraf opgesteld in elke beschutte werkplaats. § 5. Wat de bedragen betreft van de volgende social maribel, toegekend aan de beschutte werkplaatsen vanaf 1 juli 2000, zal het "Fonds Maribel social pour les entreprises de travail adapté subsidiées par la Commission communautaire française" voorstellen doen om de middelen aan te wenden in functie van het beleid van bevordering van de tewerkstelling in de sector en dit overeenkomstig de bepalingen in de collectieve arbeidsovereenkomst die hiervoor vastgelegd is.
Art. 7.In het kader van het doel omschreven in artikel 5 kan het fonds een gedeelte van de som van de bijdrageverminderingen bedoeld in artikel 5, 1ste lid van deze collectieve arbeidsovereenkomst, gebruiken om personeels- en administratiekosten te dekken.
Art. 8.In het kader van het doel omschreven in artikel 5 vervult het fonds alle opdrachten toevertrouwd aan de sectorale fondsen door en/of krachtens het koninklijk besluit van 18 juli 2002.
Art. 9.Het fonds mag een beheersovereenkomst sluiten met de Minister van Werk. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 10.De financiële middelen van het fonds bestaan uit : - De som van de bijdrageverminderingen vermeld in artikel 5, 1ste lid van deze overeenkomst, met inbegrip van de interesten; - De andere geldmiddelen die zouden worden toegekend door of krachtens een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst om de administratiekosten bedoeld in artikel 10 te dekken.
Art. 11.De administratiekosten van het fonds worden jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer, bepaald in artikel 12.
Deze kosten worden enkel gedekt door : - de tegemoetkomingen bedoeld in artikel 6; - de middelen die eventueel ter beschikking worden gesteld door of krachtens een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.
In afwijking op de bepalingen van lid 2 van dit artikel, voor zover de aangestelde revisor bij toepassing van artikel 20 een bedrijfsrevisor is en dat het fonds een beheersovereenkomst heeft gesloten met de Minister van Werk, kunnen de kosten met betrekking tot de tussenkomst van de revisor worden aangerekend op de interesten vermeld in artikel 9. HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden, toekenning en betaling van de bijdragevermindering
Art. 12.De werkgevers genieten de tegemoetkomingen van het fonds volgens de modaliteiten bepaald door en/of krachtens het koninklijk besluit van 18 juli 2002. HOOFDSTUK V. - Beheer
Art. 13.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer die paritair is samengesteld uit vier effectieve leden.
Deze leden worden aangeduid door het paritair subcomité, voor de helft op voordracht van de representatieve werkgeversorganisaties en voor de andere helft op voordracht van de representatieve werknemersorganisaties.
Art. 14.De leden van de raad van beheer worden aangeduid voor een periode die wordt vastgelegd door het paritair subcomité.
Het mandaat van lid van de raad van beheer vervalt in geval van ontslag of van overlijden of wanneer de duur van het mandaat is verstreken of wanneer de organisatie die het lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt of wanneer de betrokkene geen deel meer uitmaakt van de organisatie die hem heeft voorgedragen.
Het nieuwe lid voltooit, desgevallend, het mandaat van zijn voorganger.
De mandaten van de leden van de raad van beheer zijn hernieuwbaar.
Art. 15.De leden van de raad van beheer gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen aangegaan door het fonds.
Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitoefening van hun mandaat.
Art. 16.De raad van beheer kiest elk jaar een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, beurtelings uit de werknemersafvaardiging en uit de werkgeversafvaardiging. Elke representatieve organisatie beschikt over een mandaat, ofwel van voorzitter, ofwel van ondervoorzitter. De raad van beheer duidt eveneens de persoon aan die belast is met het secretariaat.
Art. 17.De raad van beheer beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds, binnen de grenzen gesteld door en/of krachtens de wet van 7 januari 1958, van deze statuten en van het koninklijk besluit van 18 juli 2002.
Tenzij andersluidende beslissing van de raad van beheer, treedt die in al zijn handelingen op en handelt hij in rechte via de voorzitter en de ondervoorzitter gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een lid van de raad daartoe door de raad van beheer aangesteld.
De raad van beheer heeft onder meer als opdrachten : - het toekennen van de som van de bijdragevermindering overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikel 5, §§ 2 en 5, en het opvolgen van deze toekenning; - alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 juli 2002; - over te gaan tot de eventuele aanwerving en ontslag van het personeel van het fonds; - controle uit te oefenen en alle nodige maatregelen te nemen voor de uitvoering van deze statuten; - de beheerskosten vast te stellen; - in de maand juni van elk jaar een schriftelijk verslag te bezorgen over de uitvoering van zijn taak aan het paritair subcomité; - de bevoegde instanties verslagen te bezorgen bepaald door en/of krachtens het koninklijk besluit van 18 juli 2002.
Art. 18.De raad van beheer vergadert ten minste een maal per semester. De raad vergadert ofwel op uitnodiging van de voorzitter, ambtshalve handelend, ofwel op vraag van ten minste de helft van zijn leden, ofwel op vraag van een van de organisaties die erin vertegenwoordigd is.
Het beheerscomité kan experts en/of technici uitnodigen.
De uitnodigingen moeten de agenda vermelden.
De notulen worden opgesteld door de secretaris aangeduid door de raad van beheer en ondertekend worden door diegene die de vergadering heeft voorgezeten. De uittreksels uit deze notulen worden ondertekend door de voorzitter en de ondervoorzitter.
Art. 19.De raad van beheer kan slechts geldig vergaderen en beslissen als ten minste de helft van zowel de leden van de werknemersafvaardiging als van de werkgeversafvaardiging aanwezig is.
Art. 20.Tenzij strijdige bepalingen, bepaald door het huishoudelijk reglement opgesteld door de raad van beheer, worden zijn beslissingen met eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden genomen. HOOFDSTUK VI. - Controle
Art. 21.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid duidt het paritair subcomité een bedrijfsrevisor aan om het beheer van het fonds te controleren.
Bovendien licht hij regelmatig de raad van beheer van het fonds in over de resultaten van zijn onderzoeken en doet de aanbevelingen die hij nodig acht. HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen
Art. 22.Elk jaar worden de balans en de rekeningen van het afgelopen boekjaar afgesloten op 31 december. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening
Art. 23.Het fonds wordt opgericht voor onbepaalde duur. Het wordt ontbonden door het paritair subcomité, mits een opzeggingstermijn van zes maanden wordt nageleefd, betekend bij een aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair subcomité. Voornoemd paritair subcomité beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds, na de betaling van de passiva.
Deze bestemming moet in overeenstemming zijn met het doel waarmee het fonds werd opgericht.
Het paritair subcomité duidt de vereffenaars aan onder de leden van de raad van beheer van het fonds.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN