gepubliceerd op 29 juni 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 51 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
14 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 51 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 51, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2000 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 november 2001, 9 maart 2006 en 28 maart 2007;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 15 juni 2006 en 29 maart 2007;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïen, gegeven op 29 augustus 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 oktober 2006;
Gelet op advies 42.941/1 van de Raad van State, gegeven op 15 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 51 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2000 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 november 2001, 9 maart 2006 en 28 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht: A) in § 1 wordt tussen het zevende en het achtste lid het volgende lid ingevoegd: « In afwijking van het tweede lid, 9°, wordt de werknemer niet beschouwd als werkloos afhankelijk van zijn wil indien hij gedurende het jaar, gerekend van datum tot datum, dat aan zijn ontslag voorafgaat, is verbonden door een arbeidsovereenkomst met een normaal gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die niet de helft bedraagt van de arbeidsduur van een voltijdse werknemer in een vergelijkbare situatie in de zin van artikel 2 van de wet van 5 maart 2002 betreffende het beginsel van non-discriminatie ten gunste van deeltijdwerkers. »;
B) in § 2, 3°, worden de woorden « zesde lid » vervangen door de woorden « negende lid »;
C) § 2 wordt aangevuld met de volgende leden: « De werknemer die geschikt wordt verklaard conform de procedure bedoeld in 2°, wordt naargelang van het geval beschouwd als werkloze wegens omstandigheden afhankelijk van zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, 1° of 3°.
De werknemer die conform de procedure bedoeld in 3° als arbeidsgeschikt wordt beschouwd in de zin van artikel 60, wordt beschouwd als werkloze wegens omstandigheden afhankelijk van zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, 7°. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en is van toepassing op de werknemers die vanaf die datum uit dienst treden.
Art. 3.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 juni 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN