gepubliceerd op 13 februari 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, tot vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen" ter financiering van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen
14 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, tot vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen" ter financiering van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, tot vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen" ter financiering van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2006 Vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen" ter financiering van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2006 onder het nummer 80331/CO/314) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de ondernemingen die behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.
Onder "werknemers" verstaat men : de arbeiders, de arbeidsters en de bedienden. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 2.In uitvoering van hoofdstuk II, afdeling 1 van de wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg van 3 juli 2005 en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991 tot instelling van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, wordt voor de jaren 2005 en 2006 een werkgeversbijdrage aan het fonds vastgesteld waarvan het bedrag hierna wordt bepaald.
Art. 3.Bovenvermelde werkgeversbijdrage wordt bepaald op 0,10 pct. voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006. Voor dezelfde periode wordt een extra bijdrage van 0,05 pct. van de brutoloonmassa toegekend. De inning van de bijdragen wordt vastgelegd op : - 1ste kwartaal 2005 tot en met 2de kwartaal 2006 : nihil; - 3de kwartaal 2006 : 0,60 pct; - 4de kwartaal 2006 : 0,60 pct..
Art. 4.In toepassing van artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991 tot instelling van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1991, wordt de bijdrage bedoeld in artikel 3 geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor bepaalde tijd en wordt van kracht op 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.
Zij heft de collectieve arbeidsovereenkomst op van 25 april 2005, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 februari 2006, Belgisch Staatsblad van 16 mei 2006, tot vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen" ter financiering van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling en de vorming van de risicogroepen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 december 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN