Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 april 2009
gepubliceerd op 21 april 2009

Koninklijk besluit tot toekenning van een Staatswaarborg aan bepaalde leningen van de Gemeentelijke Holding

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2009003146
pub.
21/04/2009
prom.
14/04/2009
ELI
eli/besluit/2009/04/14/2009003146/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 APRIL 2009. - Koninklijk besluit tot toekenning van een Staatswaarborg aan bepaalde leningen van de Gemeentelijke Holding


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 117bis, eerste lid, 6°, ingevoegd bij wet van 15 oktober 2008 houdende maatregelen ter bevordering van de financiële stabiliteit en inzonderheid tot instelling van een staatsgarantie voor verstrekte kredieten en andere verrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit, en gewijzigd door de wet van 14 april 2009 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;

Gelet op het advies van het Comité voor financiële stabiliteit, gegeven op 26 maart 2009;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 maart 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 26 maart 2009;

Overwegende dat een aanzienlijk deel van het vermogen van de Gemeentelijke Holding is belegd in aandelen Dexia, waarvan de beurskoers de gevolgen van de financiële crisis ondergaat; dat de solvabiliteit van de Gemeentelijke Holding hierdoor is verzwakt; dat haar bancaire leningen riskeren om in gebreke te worden verklaard, met als eventueel gevolg een gedwongen verkoop van de in pand gegeven Dexia aandelen; dat het aandeelhouderschap van de Gemeentelijke Holding is samengesteld uit publieke overheden.

Overwegende dat een wanprestatie van een entiteit nauw betrokken bij de financiële sector en aangehouden door publieke overheden, gecombineerd met een gedwongen verkoop van een belangrijke participatie in Dexia, een desastreus effect zou hebben op het vertrouwen van de bevolking en de markten in de Belgische financiële sector en in de mogelijkheid voor de publieke overheden om de stabiliteit van deze sector te verzekeren; dat het verlenen van een Staatswaarborg van die aard is om dergelijke wanprestatie te vermijden; dat de voorwaarden voorzien in artikel 117bis van de wet van 2 augustus 2002 dan ook verenigd zijn;

Op de voordracht van de Minister van Financiën en op het advies van de in de Raad vergaderde Ministers, Besluit :

Artikel 1.De Staat waarborgt, in hoofdsom, interesten en bijhorigheden, de leningen aangegaan door de Gemeentelijke Holding NV bij Dexia Bank NV, Fortis Bank NV en ING Bank België NV, welke de Minister bevoegd voor Financiën via reglementaire weg of bij overeenkomst bepaalt.

Art. 2.De bedragen gedekt in hoofdsom door deze waarborg zullen 400.000.000 euro niet overschrijden.

Art. 3.De waarborg loopt af op 15 mei 2009.

De bedragen die nog niet eisbaar zijn op de datum van het aflopen, evenals de reeds opeisbare bedragen voor dewelke geen beroep op de waarborg is gedaan ten laatste op deze datum, houden op gewaarborgd te zijn.

Art. 4.De waarborg loopt van rechtswege af indien de voorwaarden van de gewaarborgde verbintenissen worden gewijzigd zonder voorafgaandelijk akkoord van de Minister bevoegd voor Financiën.

De begunstigde kan afstand doen van het voordeel van de waarborg, voor het totaal van de bedragen verschuldigd aan deze begunstigde.

Het voordeel van de waarborg is slechts overdraagbaar bij overdracht van de gewaarborgde verbintenissen en middels het akkoord van de Minister bevoegd voor Financiën.

De vergoeding voorzien in artikel 5 blijft verschuldigd gedurende een periode van twaalf maanden volgend op het verval of de afstand zoals bedoeld in de eerste twee leden, of de overdracht van de gewaarborgde verbintenissen zonder akkoord van de Minister, zonder dat deze periode de uiterste datum van aflopen bepaald in artikel 3 kan overschrijden.

Art. 5.De Gemeentelijke Holding betaalt aan de Staat : 1° een vergoeding voor de inwerkingstelling van de waarborg gelijk aan 0.70 % van de gewaarborgde bedragen in hoofdsom, betaalbaar binnen de tien werkdagen na het verlenen van de waarborg, en 2° een garantievergoeding berekend aan het tarief van 1 % per jaar op de gewaarborgde bedragen in hoofdsom, betaalbaar op voorhand per kwartaal en voor de eerste maal binnen de tien werkdagen na het verlenen van de waarborg.

Art. 6.§ 1. De inwerkingtreding van de waarborg bedoeld in artikel 1 is afhankelijk van het afsluiten door de Minister bevoegd voor Financiën van de overeenkomst bepaald in § 2. § 2. De Minister sluit, met de begunstigde van de waarborg en de Gemeentelijke Holding NV, één of meerdere overeenkomsten die voorzien in : 1° de identificatie van de gewaarborgde leningen;2° de verbintenis van de Gemeentelijke Holding NV om de vergoeding zoals voorzien in artikel 5 te betalen;3° de verbintenis van de Gemeentelijke Holding NV om alle maatregelen in werking te stellen om haar solvabiliteit te herstellen die de minister nuttig zal achten;4° de modaliteiten inzake indeplaatsstelling en schadeloosstelling van de Staat in geval van beroep op de waarborg;5° de informatie modaliteiten van de Staat inzake de evolutie van de gewaarborgde verbintenissen;6° alle andere bepalingen die de minister nuttig acht.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 14 april 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen, D. REYNDERS

^