Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 september 2023
gepubliceerd op 25 oktober 2023

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorschriften en nadere bepalingen inzake toegankelijkheid voor personen met een visuele of auditieve handicap tot de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2023045594
pub.
25/10/2023
prom.
13/09/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorschriften en nadere bepalingen inzake toegankelijkheid voor personen met een visuele of auditieve handicap tot de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Algemeen Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd zorgt, wat betreft de sector van de diensten voor toegang tot de audiovisuele mediadiensten, voor de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten, hierna "de Toegankelijkheidsrichtlijn" genoemd.

Deze richtlijn bevordert "de volledige en effectieve participatie op voet van gelijkheid door te zorgen voor betere toegang tot veelgebruikte producten en diensten die door hun oorspronkelijke vormgeving of latere aanpassing tegemoetkomen aan de specifieke behoeften van personen met een handicap" (considerans 3).

Wat de diensten voor toegang tot de audiovisuele mediadiensten betreft volgt het onderhavige besluit op de wijzigingen die aangebracht zijn in de wet van 5 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2017 pub. 23/05/2017 numac 2017040323 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad sluiten betreffende de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, hierna de "mediawet" genoemd.

Na een aantal algemene bepalingen (hoofdstuk 1) bepaalt het onderhavige besluit allereerst de nadere regels inzake toegankelijkheid van de audiovisuele mediadiensten voor personen met een visuele of auditieve handicap (hoofdstuk 2).

Vervolgens stelt het de regels voor de berekening van de onevenredige last vast, aan de hand waarvan sommige aanbieders van mediadiensten vrijgesteld kunnen worden van de naleving van de toegankelijkheidsmaatregelen (hoofdstuk 3).

Artikelsgewijze bespreking HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Artikel 1 Overeenkomstig artikel 31, § 4, van de Toegankelijkheidsrichtlijn bevat deze bepaling de verplichte verwijzing naar de gedeeltelijk omgezette richtlijn.

Artikel 2 Dit artikel definieert enkele begrippen die nuttig zijn voor het begrip van het onderhavige besluit, met name dat van "hulptechnologie" overeenkomstig artikel 3, 37°, van de Toegankelijkheidsrichtlijn. HOOFDSTUK 2. - Nadere regels voor de toegankelijkheid van de audiovisuele mediadiensten voor personen met een visuele of auditieve handicap Artikel 3 Dit artikel zet voor de audiovisuele mediadiensten de algemene voorschriften om die vermeld zijn in bijlage I, afdeling III van de Toegankelijkheidsrichtlijn.

Artikel 3, 1°, a) tot g), van het besluit zet bijlage I, afdeling III, b), i) tot vii) van dezelfde richtlijn om.

Wat betreft de eis tot beschikbaarstelling van informatie via meer dan één zintuiglijk kanaal (1°, a) geeft bijlage II bij de Toegankelijkheidsrichtlijn het volgende voorbeeld: "Elektronische bestanden ter beschikking stellen die gelezen kunnen worden door computers met schermlezers, zodat blinden de informatie kunnen gebruiken.".

Een voorbeeld van de informatie op een begrijpelijke manier te presenteren (art. 3, 1°, b), dat bijlage I, afdeling III, b, ii)) omzet, is het volgende: "Steeds dezelfde bewoordingen gebruiken, of de informatie een duidelijke en logische structuur geven, zodat personen met een verstandelijke handicap deze beter kunnen begrijpen.".

Een voorbeeld van de eis om de informatie op een voor de gebruikers waarneembare manier te presenteren (1°, c) is: "Instructievideo's van ondertitels voorzien".

Een voorbeeld van de eis bedoeld in d) (wat overeenstemt met iv) is "Ervoor zorgen dat een blinde een bestand kan gebruiken door het af te drukken in braille". "Ervoor zorgen dat de tekst gelezen kan worden door personen met een visuele beperking" is een voorbeeld inzake lettertype bedoeld in e) (stemt overeen met b, v,).

In verband met de verplichting om alle niet-tekstuele inhoud aan te vullen met een alternatieve weergave (b, vi, omgezet in artikel 3, 1°, f), wordt als voorbeeld gegeven: "Een diagram aanvullen met een tekstuele beschrijving van de belangrijkste elementen of de belangrijkste handelingen.".

Tot slot wordt als voorbeeld voor de verplichting bedoeld in punt 1°, g), (b, vii), om elektronische informatie te verstrekken, gegeven: "Wanneer een dienstverlener een USB-stick verstrekt met informatie over de dienst, ervoor zorgen dat deze informatie toegankelijk is.".

De verplichting inzake toegankelijkheid van de websites, waarvan sprake in artikel 3, 2°, van het besluit, is de omzetting van bijlage 1, afdeling III, c) van de Toegangkelijkheidsrichtlijn. Als voorbeeld wordt het volgende gegeven: "Een tekstbeschrijving van afbeeldingen verstrekken, alle functies beschikbaar maken vanaf een toetsenbord, gebruikers voldoende leestijd geven, inhoud op voorspelbare wijze laten verschijnen en functioneren en zorgen voor compatibiliteit met hulptechnologieën, zodat personen met diverse handicaps een website kunnen lezen en er in interactie mee kunnen treden.".

Artikel 3, 3°, van het besluit, is de omzetting van bijlage I, afdeling III, d), van de Toegangkelijkheidsrichtlijn (geen voorbeeld).

Artikel 4 Deze bepaling is de omzetting van bijlage I, afdeling IV, b, i) en ii), van de Toegankelijkheidsrichtlijn, die aanvullende nadere bepalingen oplegt inzake interoperabiliteit met de hulptechnologieën, en dat specifiek voor de diensten die toegang verschaffen tot audiovisuele mediadiensten.

Behalve de nadere bepalingen inzake de verplichting om elektronische programmagidsen te verstrekken die vergezeld gaan van informatie over de toegankelijkheid, detailleert dit artikel de technische voorwaarden van de verstrekking van de toegankelijkheidselementen zoals ondertiteling, audiodescriptie of vertolking in gebarentaal. De verplichting om elektronische programmagidsen te verstrekken heeft de facto geen betrekking op streaming-diensten.

Artikel 5 Voor de omzetting van bijlage V, § 1, van de Toegankelijkheidsrichtlijn, met betrekking tot informatie over diensten die aan toegankelijkheidsvoorschriften voldoen, stelt deze bepaling de verplichtingen van de verlener van audiovisuele mediadiensten wat betreft de verstrekte dienst, het ontwerp en de werking van die dienst vast over de manier waarop de toegankelijkheidsprincipes worden nageleefd. Zij bevatten ten minste een beschrijving van de toepasselijke toegankelijkheidsvoorschriften en van de manier waarop de audiovisuele mediadienst eraan voldoet.

Overeenkomstig bijlage V, § 2, van deze richtlijn, mag de verlener van audiovisuele mediadiensten, om aan de eisen van dit artikel te voldoen, de geharmoniseerde normen en technische specificaties waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, geheel of gedeeltelijk toepassen.

Overeenkomstig de inleidende zin van bijlage V van dezelfde richtlijn stelt artikel 5, § 2, eerste lid, van het onderhavige besluit de nadere bepalingen voor de overbrenging van de informatie vast.

Het tweede lid van hetzelfde artikel zet de verplichting om die bedoeld is in artikel 13, § 2, van de Toegankelijkheidsrichtlijn, om de informatie te bewaren. HOOFDSTUK 3. - Regels voor de berekening van de onevenredige last Artikel 6 Om artikel 14 van de richtlijn om te zetten vermeldt dit artikel de criteria die als basis dienen voor de berekening van de in artikel 3/6 van de mediawet bedoelde onevenredige last, op grond waarvan een aanbieder van een audiovisuele mediadienst eventueel vrijgesteld kan worden van de verstrekking van de toegankelijkheidsdiensten, en verstrekt vervolgens details daarover. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen Artikel 7 Dit artikel stelt de datum van inwerkingtreding van het onderhavige besluit vast overeenkomstig artikel 31, § 2, van de Toegankelijkheidsrichtlijn, opdat de bepalingen ervan vanaf 28 juni 2025 van toepassing zijn op de audiovisuele mediadiensten die aan consumenten worden verstrekt.

Artikel 8 Dit artikel behoeft geen commentaar.

Dit zijn, Sire, de voornaamste bepalingen van het besluit dat aan Uwe Majesteit ter goedkeuring wordt voorgelegd Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Telecommunicatie, P. DE SUTTER

13 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorschriften en nadere bepalingen inzake toegankelijkheid voor personen met een visuele of auditieve handicap tot de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2017 pub. 23/05/2017 numac 2017040323 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad sluiten betreffende de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, de artikelen 3/2 tot 3/4, 12 en 30/1, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2023;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 4 december 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 10 december 2022;

Gelet op de raadpleging van 17 januari 2023 tot 26 januari 2023 van het Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep en Televisie;

Gelet op het akkoord van het Overlegcomité, gegeven op 15 januari 2023;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 19 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Telecommunicatie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "de wet van 5 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2017 pub. 23/05/2017 numac 2017040323 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad sluiten": de wet van 5 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2017 pub. 23/05/2017 numac 2017040323 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad sluiten betreffende de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad;2° "hulptechnologie": onderdelen, uitrusting, diensten- of productsystemen, met inbegrip van software waarmee de functionele mogelijkheden van personen met een handicap of andere beperkingen worden verhoogd, in stand gehouden, vervangen of verbeterd, of waarmee stoornissen, beperkingen of participatiebeperkingen worden verlicht of gecompenseerd; HOOFDSTUK 2. - Voorschriften en nadere bepalingen inzake toegankelijkheid tot de audiovisuele mediadiensten voor personen met een visuele of auditieve handicap

Art. 3.Om het te verwachten gebruik van de diensten door personen met een visuele of auditieve handicap zo veel mogelijk te bevorderen, voldoet de verlener van audiovisuele mediadiensten aan de volgende eisen: 1° informatie verstrekken over het functioneren van de dienst, de toegankelijkheidskenmerken en interoperabiliteit ervan met hulpapparaten en voorzieningen, en wel als volgt: a) de informatie wordt via meer dan één zintuiglijk kanaal aangeboden;b) de informatie wordt op een begrijpelijke manier gepresenteerd;c) de informatie wordt op een voor de gebruikers waarneembare manier gepresenteerd;d) de informatie wordt, wat de inhoud betreft, beschikbaar gesteld in tekstformats die in alternatieve hulpformats kunnen worden omgezet, zodat zij door de gebruikers op verschillende manieren en via meer dan één zintuiglijk kanaal kunnen worden weergegeven;e) de informatie wordt gepresenteerd met gebruikmaking van een lettertype in geschikte grootte en vorm, rekening houdend met de te verwachten gebruiksomstandigheden, en met gebruikmaking van voldoende contrast, alsmede van een aanpasbare letter-, regel- en alinea-afstand;f) niet-tekstuele inhoud wordt vergezeld van een alternatieve weergave van die inhoud, en g) er wordt elektronische informatie verstrekt die nodig is om de dienst op een consistente en geschikte manier te kunnen leveren, en wel door deze informatie waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust te maken;2° websites, inclusief de daaraan gerelateerde onlinetoepassingen, en diensten op mobiele apparatuur, inclusief mobiele toepassingen, worden toegankelijk gemaakt op een consistente en geschikte manier, door ze waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust te maken;3° een technische ondersteuning bieden die via toegankelijke communicatiemethoden informatie verstrekt over de toegankelijkheid van de dienst en de compatibiliteit ervan met hulptechnologieën.

Art. 4.Om het te verwachten gebruik van de diensten door personen met een visuele of auditieve handicap zoveel mogelijk te bevorderen, neemt de verlener van audiovisuele mediadiensten bovendien functies, werkwijzen, beleid, procedures en veranderingen in de uitvoering van de dienst op in zijn dienst die gericht zijn op de behoeften van deze personen, en op interoperabiliteit met hulptechnologieën: 1° door elektronische programmagidsen te leveren die voor de gebruikers waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust zijn, en informatie te verstrekken over de toegankelijkheid van de diensten;2° door zorg te dragen voor volledige transmissie van de toegankelijkheidscomponenten van audiovisuele mediadiensten, zoals ondertiteling voor doven en slechthorenden, audiodescriptie, gesproken ondertiteling en vertolking in gebarentaal, met passende kwaliteit voor accurate weergave, met synchronisatie van geluid en video, en met mogelijkheid tot weergave- en gebruikscontrole voor de gebruiker.

Art. 5.§ 1. De verlener van audiovisuele mediadiensten: 1° beschrijft, in toegankelijke formats, de dienst, waaronder het ontwerp en de werking van zijn dienst, voor zover deze relevant zijn voor de beoordeling van de conformiteit met de toegankelijkheidsvoorschriften bedoeld in de artikelen 3 en 4;2° rechtvaardigt de manier waarop de dienst voldoet aan elk toegankelijkheidsvoorschrift bedoeld in de artikelen 3 en 4. § 2. De informatie bedoeld in paragraaf 1 wordt vermeld in de algemene voorwaarden of in een gelijkwaardig document.

Bovendien bewaart de verlener van audiovisuele mediadiensten die informatie zolang de dienst in werking is. HOOFDSTUK 3. - Regels voor de berekening van de onevenredige last

Art. 6.§ 1. Om de onevenredige last waarvan sprake in artikel 3/5 van de wet van 5 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2017 pub. 23/05/2017 numac 2017040323 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad sluiten te beoordelen en te documenteren, baseert de verlener van audiovisuele mediadiensten zich op de volgende criteria: 1° de verhouding van enerzijds de nettokosten van de naleving van de toegankelijkheidsvoorschriften, vastgesteld overeenkomstig de criteria bedoeld in paragraaf 2, tot anderzijds de totale kosten, met inbegrip van de exploitatie- en investeringsuitgaven die hij draagt voor het verlenen van de audiovisuele mediadienst;2° de geraamde kosten en baten voor de verleners van audiovisuele mediadiensten, inclusief productieprocessen en investeringen, in verhouding tot de geraamde voordelen voor personen met een visuele of auditieve handicap, rekening houdend met aantal keer dat de dienst is gebruikt, en de frequentie van dat gebruik;3° de verhouding van de nettokosten van de naleving van de toegankelijkheidsvoorschriften tot zijn netto-omzet. § 2. Voor de beoordeling van de nettokosten bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, baseren de verleners van audiovisuele mediadiensten zich op de volgende criteria: 1° criteria met betrekking tot eenmalige organisatiekosten zoals: a) kosten voor extra personeel met expertise op het gebied van toegankelijkheid;b) kosten voor opleiding van personeel en competentieverwerving op het gebied van toegankelijkheid;c) kosten voor de ontwikkeling van een nieuwe procedure ter integratie van toegankelijkheid in de productontwikkeling of dienstverlening;d) kosten voor de ontwikkeling van richtsnoeren inzake toegankelijkheid;e) eenmalige kosten voor het leren begrijpen van de wetgeving inzake toegankelijkheid;2° criteria met betrekking tot de lopende productie- en ontwikkelingskosten die in de beoordeling moeten worden meegenomen zoals: a) kosten voor het ontwerpen van de toegankelijkheidsfuncties van de dienst;b) kosten van de productieprocessen;c) kosten voor het testen van een dienst op toegankelijkheid;d) kosten met betrekking tot het samenstellen van documentatie. § 3. Voor de beoordeling van de nettokosten van de naleving van de toegankelijkheidsvoorschriften bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°, worden de volgende elementen toegepast: 1° criteria met betrekking tot eenmalige organisatiekosten zoals: a) kosten voor extra personeel met expertise op het gebied van toegankelijkheid;b) kosten voor opleiding van personeel en competentieverwerving op het gebied van toegankelijkheid;c) kosten voor de ontwikkeling van een nieuwe procedure ter integratie van toegankelijkheid in de dienstverlening;d) kosten voor de ontwikkeling van richtsnoeren inzake toegankelijkheid;e) eenmalige kosten voor het leren begrijpen van de wetgeving inzake toegankelijkheid ;2° criteria met betrekking tot de lopende productie- en ontwikkelingskosten zoals : a) kosten voor het ontwerpen van de toegankelijkheidsfuncties van de dienst;b) kosten van de productieprocessen;c) kosten voor het testen van een dienst op toegankelijkheid;d) kosten met betrekking tot het samenstellen van documentatie. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 28 juni 2025.

Art. 8.De minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 september 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, P. DE SUTTER

^