Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 november 2008
gepubliceerd op 18 december 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke en Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013541
pub.
18/12/2008
prom.
13/11/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 NOVEMBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke en Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke en Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en van Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2006 Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke en Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 12 januari 2007 onder het nummer 81591/CO/318.01) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector (Belgisch Staatsblad van 28 augustus 2002). HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied en omschrijving van de benamingen

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijk en Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Onder "werknemers" wordt verstaan : zowel de mannelijke als vrouwelijke arbeiders en bedienden.

Art. 3.Onder "partijen" wordt verstaan : de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties die deze collectieve arbeidsovereenkomst hebben ondertekend en zij die gebonden zullen zijn door de algemeen bindende kracht van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Onder "sector" wordt verstaan : alle diensten voor gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke en Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 4.Onder "Fonds sectoriel MARIBEL RW-RB-CG" wordt verstaan : het fonds opgericht op basis van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958) en waaraan het beheer van de gezamenlijke opbrengst van de bijdrageverminderingen wordt toevertrouwd. HOOFDSTUK III. - Inning en bestemming van de bijdragevermindering

Art. 5.§ 1. Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 en de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan de sector een forfaitaire vermindering genieten van de werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid. De globale opbrengst van de bijdragevermindering, bedoeld in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit wordt als volgt berekend : het aantal werknemers dat ten minste halftijds is tewerkgesteld vermenigvuldigd met het bedrag van de bijdragevermindering bepaald overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit, namelijk op het ogenblik van het sluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst : 354,92 EUR per werknemer en per kwartaal. § 2. De partijen komen overeen om het "Fonds sociale maribel voor de gezins- en bejaardenhulp van het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap" te belasten met het ontvangen, controleren, beheren en toewijzen van de integrale opbrengst van de bijdragevermindering bedoeld in dit artikel.

Art. 6.§ 1. De sector verbindt zich ertoe om de bijdrageverminderingen integraal aan te wenden voor de financiering van bijkomende tewerkstelling. § 2. De verhoging van het arbeidsvolume per werknemer, toegekend na 2002, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector moet gebeuren ten aanzien van het gemiddelde arbeidsvolume in 2005, met inbegrip van het behoud van de tewerkstelling sociale maribel die op dat moment reeds was toegekend.

De forfaitaire tegemoetkoming van het fonds in de jaarlijkse loonkosten van de bijkomende tewerkstelling, zoals gedetailleerd omschreven in het werkdocument van het sectoraal "Fonds MARIBEL RW-RB-RG" mag noch de werkelijke loonkosten van de werknemer, noch het plafond van 64.937,84 EUR, bepaald door artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector, overschrijden. § 3. Dit bedrag van 64.937,84 EUR (op 1 januari 2003) kan geïndexeerd worden volgens dezelfde modaliteiten en op dezelfde data als deze betreffende de loonschalen die van toepassing zijn op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke en Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. § 4. Onder "loonkosten" wordt verstaan : het brutoloon van de werknemer, vermeerderd met sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever. Het brutoloon omvat het loon en alle vergoedingen en voordelen verschuldigd aan de werknemer door of krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen, evenals de vergoedingen en voordelen verschuldigd krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het paritair orgaan waarvan de werkgever afhangt.

De loonkosten worden trouwens beperkt tot de effectief en gelijkgestelde bezoldigde prestaties.

Art. 7.De bijkomende tewerkstelling zal toegekend worden overeenkomstig de criteria opgesteld in het werkdocument opgesteld door het "Sectoraal Fonds Maribel RW-RB-CG".

Art. 8.De functies die in aanmerking komen voor de bijkomende aanwerving, vergoed volgens de geldende loonschalen en voorwaarden, behoren tot de functiecategorieën die zijn bepaald in de van kracht zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de loonvoorwaarden.

Art. 9.De verschillende werkgevers zullen overgaan tot de vereiste aanwervingen en tot de verhoging van het totale arbeidsvolume volgens de volgende kalender, rekening houdend met het feit dat de aanwervingen moeten gebeuren binnen de zes maanden vanaf de kennisgeving van het fonds aan de werkgever : Binnen de dienst zullen de kandidaturen worden onderzocht tijdens de eerste vergadering van het bevoegd paritair orgaan.

Overeenkomstig artikel 49, 4e lid, van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 wordt niet als bijkomende tewerkstelling beschouwd, de werknemers aangeworven naar aanleiding van een fusie of overname van een dienst of naar aanleiding van een verhoging van de bedragen toegekend door de subsidiërende overheid.

Art. 10.Elke werkgever die financiële middelen sociale maribel geniet, zal één maal per jaar een kopie bezorgen van de notulen van de vergadering van de ondernemingsraad of van het comité voor preventie en bescherming op het werk of nog van de vakbondsafvaardiging over de evaluatie van de tewerkstelling, volgens het model dat goedgekeurd is door het beheerscomité en verstuurd werd naar elke werkgever. Dit document neemt meer bepaald het aantal banen over (voltijdse equivalenten en natuurlijke personen) per kwartaal.

De werkgevers verbinden zich ertoe om alle gegevens te verstrekken betreffende de tewerkstelling in het kader van de sociale maribel die door het fonds sociale maribel worden gevraagd.

Art. 11.Het evaluatieverslag zoals bepaald in artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet uiterlijk op 31 maart worden bezorgd.

De werkgever ontvangt het aan te vullen document begin januari.

Art. 12.De fondsen die onrechtmatig zijn verworven, ofwel omdat de toekenningsvoorwaarden niet werden nageleefd, ofwel omdat de nodige inlichtingen en/of documenten niet kunnen worden voorgelegd, zullen worden teruggevorderd of de te ontvangen fondsen zullen in mindering worden gebracht. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen en geldigheidsduur

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst verbreekt en vervangt vanaf 18 december 2006 de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke en Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 18 december 2006 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door één van de ondertekende partijen, via een aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, mits een opzeggingstermijn van zes maanden wordt nageleefd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 november 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^