Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 mei 2016
gepubliceerd op 13 juni 2016

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de afwezigheden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2016012068
pub.
13/06/2016
prom.
13/05/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MEI 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 21 september 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 21/09/2015 pub. 13/10/2015 numac 2015022357 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de afwezigheden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 21 september 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 21/09/2015 pub. 13/10/2015 numac 2015022357 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de afwezigheden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 mei 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de warenhuizen Collectieve arbeids overeenkomst van 21 september 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 21/09/2015 pub. 13/10/2015 numac 2015022357 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Afwezigheden (Overeenkomst geregistreerd op 12 november 2015 onder het nummer 130053/CO/312) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de warenhuizen. HOOFDSTUK II. - Kort verzuim

Art. 2.Ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, hebben de werknemers het recht, met behoud van hun normaal loon, het werk te verzuimen, zoals vastgesteld in de bijlage.

Art. 3.Voor de toepassing wordt het aangenomen of natuurlijke erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

Zo ook worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werknemer.

De samenwonenden worden gelijkgesteld met de gehuwde werknemers, op voorwaarde dat een officieel document wordt voorgelegd aan de werkgever, dat de samenwoonst bewijst.

Art. 4.Het loon van de dagen kort verzuim wordt berekend overeenkomstig de wet van 4 januari 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/01/1974 pub. 08/07/2009 numac 2009000375 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de feestdagen Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de feestdagen. HOOFDSTUK III. - Feestdagen

Art. 5.Voor de werknemers wier wekelijkse arbeidsduur, die in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 betreffende de arbeidsduur is vastgesteld, verdeeld is over werkdagen met een vaste arbeidsregeling, komt de tijdwaarde van een feestdag overeen met de tijdwaarde van een werkdag of beurtdag, of van een dag bestaande uit een halve werkdag en een halve beurtdag.

Voor de werknemers die het stelsel van de glijdende arbeidstijdregeling hebben aanvaard, komt de tijdwaarde van een feestdag overeen met het gemiddelde van 7 uur 12 minuten.

Art. 6.De winkels met late openingsuren zullen op de vooravond van of de zaterdag vóór Kerstdag, Nieuwjaar, Pasen en Pinksteren om 19 uur hun deuren sluiten. HOOFDSTUK IV. - Jaarlijkse vakantie 1. Bijkomende vakantie Art.7. De werknemers wier anciënniteit in de onderneming ten minste tien jaar bedraagt en die recht hebben op vierentwintig wettelijke vakantiedagen genieten een bijkomende vakantie waarvan de duur als volgt is vastgesteld :

Anciënniteit in de onderneming

Bijkomende vakantiedagen

Ancienneté dans l'entreprise

Jours de vacances

van 10 tot en met 20 jaar

2

de 10 à 20 ans

2

meer dan 20 jaar

3

plus de 20 ans

3


Art. 8.De bedienden wier anciënniteit in de onderneming ten minste tien jaar bedraagt, maar die recht hebben op minder dan vierentwintig wettelijke vakantiedagen, genieten bijkomende vakantiedagen waarvan het aantal wordt vastgesteld overeenkomstig de hierna volgende tabel :

Wettelijke vakantiedagen

Bijkomende vakantiedagen voor een anciënniteit in de onderneming

Jours de vacances légales

Jours supplémentaires de vacances pour une ancienneté dans l'entreprise

Van 10 tot 20 jaar

Van meer dan 20 jaar

De 10 à 20 ans

De plus de 20 ans

22

2,0

3,0

22

2,0

3,0

20

1,5

2,5

20

1,5

2,5

18

1,5

2,5

18

1,5

2,5

16

1,5

2,0

16

1,5

2,0

14

1,0

2,0

14

1,0

2,0

12

1,0

1,5

12

1,0

1,5

10

1,0

1,5

10

1,0

1,5

8

0,5

1,0

8

0,5

1,0

6

0,5

1,0

6

0,5

1,0

4

0,5

0,5

4

0,5

0,5

2

0,0

0,5

2

0,0

0,5

0

0,0

0,0

0

0,0

0,0


Art. 9.De werklieden wier anciënniteit in de onderneming ten minste tien jaar bedraagt, maar die recht hebben op minder dan vierentwintig wettelijke vakantiedagen, genieten bijkomende vakantiedagen waarvan het aantal als volgt wordt bepaald :

Wettelijke vakantiedagen

Bijkomende vakantiedagen voor een anciënniteit in de onderneming

Jours de vacances légales

Jours supplémentaires de vacances pour une ancienneté dans l'entreprise

Van 10 tot 20 jaar

Van meer dan 20 jaar

De 10 à 20 ans

De plus de 20 ans

23

2,0

3,0

23

2,0

3,0

22

2,0

3,0

22

2,0

3,0

21

2,0

2,5

21

2,0

2,5

20

1,5

2,5

20

1,5

2,5

19

1,5

2,5

19

1,5

2,5

18

1,5

2,5

18

1,5

2,5

17

1,5

2,0

17

1,5

2,0

16

1,5

2,0

16

1,5

2,0

15

1,5

2,0

15

1,5

2,0

14

1,0

2,0

14

1,0

2,0

13

1,0

1,5

13

1,0

1,5

12

1,0

1,5

12

1,0

1,5

11

1,0

1,5

11

1,0

1,5

10

1,0

1,5

10

1,0

1,5

9

1,0

1,0

9

1,0

1,0

8

0,5

1,0

8

0,5

1,0

7

0,5

1,0

7

0,5

1,0

6

0,5

1,0

6

0,5

1,0

5

0,5

0,5

5

0,5

0,5

4

0,5

0,5

4

0,5

0,5

3

0,5

0,5

3

0,5

0,5

2

0,0

0,5

2

0,0

0,5

1

0,0

0,0

1

0,0

0,0

0

0,0

0,0

0

0,0

0,0


Art. 10.De wettelijke vakantiedagen en de dagen die op het niveau van de sector en van de ondernemingen werden overeengekomen, worden berekend in werkdagen.

Het totaal aantal vakantiedagen omvat de volledige duur van de toerbeurt, zoals is bepaald in de artikelen 22 tot 24, ongeacht of deze uit hele en/of halve dagen bestaat en of de vakantiedagen al dan niet aaneensluitend worden genomen.

Voor de werknemers wier wekelijkse arbeidsduur verdeeld is over dagen met een vaste arbeidstijdregeling, komt de tijdwaarde van een vakantiedag overeen met een werkdag, een beurtdag of een dag bestaande uit een halve werkdag en een halve beurtdag.

Voor de werknemers die het stelsel van de glijdende arbeidstijdregeling hebben aanvaard, komt de tijdwaarde van een vakantiedag overeen met het gemiddelde van 7 uur 12 minuten.

Voorbeeld : Een werknemer heeft 4 weken wettelijke vakantie, plus 6 dagen bijkomend sectorieel en/of verlof van de onderneming, zijnde in totaal 30 dagen. De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 36 uur verdeeld over vier en een halve dag. De duur van de jaarlijkse vakantie bedraagt vijf kalenderdagen.

Art. 11.De anciënniteit moet verworven zijn op 31 december van het vakantiedienstjaar.

Art. 12.De betaling van de bijkomende vakantiedagen komt rechtstreeks ten laste van de onderneming. De storting in halve vakantiedagen is toegelaten mits er in de onderneming bijzondere modaliteiten bestaan.

Art. 13.De data van de bijkomende vakantiedagen, die collectief of individueel kunnen worden genomen, worden per onderneming vastgesteld.

Art. 14.De vakantieregeling beschreven in de artikelen 7 tot 13 is van toepassing op de werknemers die tewerkgesteld zijn met een onvolledige dienstbetrekking onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn bepaald voor de werknemers die tewerkgesteld zijn met een volledige dienstbetrekking. 2. Bijkomend vakantiegeld A.Rechthebbenden

Art. 15.De werknemers die tewerkgesteld zijn met een volledige en met een onvolledige dienstbetrekking, die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd en die het wettelijk vakantiegeld genieten, hebben recht op een bijkomend vakantiegeld dat wordt uitgekeerd in de maand juni.

B. Bedrag van het bijkomend vakantiegeld 1) Volledig wettelijk vakantiedienstjaar Art.16. Voor de werknemers die tewerkgesteld zijn met een volledige dienstbetrekking en die verbonden door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, bedraagt het bijkomend vakantiegeld ten minste 347,05 EUR. Dit bedrag wordt verhoogd volgens de onderstaande formule : L x 40/100 - 421,42 EUR L = overeengekomen bruto maandloon van de maand mei begrensd tot 1.487,36 EUR. 421,42 EUR = totaal van het minimum bijkomend vakantiegeld, vermeerderd met 74,37 EUR (dit is het oorspronkelijk bedrag van de aanvullende kerstpremie).

Art. 17.Voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die tewerkgesteld zijn met een onvolledige dienstbetrekking, wordt het bijkomend vakantiegeld berekend naar rata van het gemiddelde van de wekelijkse arbeidsprestaties van de maand maart, april en mei, volgens de hierna volgende formule : Bedrag vastgesteld in artikel 16 x gemiddelde van het wekelijkse aantal uren arbeidsprestaties van de maand maart, april en mei/36

Art. 18.Voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt het bijkomend vakantiegeld berekend naar rata van het aantal maanden arbeidsprestaties tussen 1 juli van het vakantiedienstjaar en 30 juni van het vakantiejaar, volgens de hierna volgende formule : Bedrag van het bijkomend vakantiegeld x aantal maanden arbeidsprestaties/12 2) Onvolledig wettelijk vakantiedienstjaar Art.19. Wanneer het wettelijk vakantiedienstjaar onvolledig is, worden de basisbedragen van het bijkomend vakantiegeld, vastgesteld bij de artikelen 16 tot en met 18, verminderd naar rata van het aantal maanden of dagen arbeidsprestaties of daarmee gelijkgestelde maanden of dagen volgens de hierna volgende formule : Bedrag van het bijkomend vakantiegeld x aantal maanden in aanmerking te nemen voor het wettelijk vakantiegeld/12 HOOFDSTUK V. - Ouderschapsverlof

Art. 20.Ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat zij in een eerste stadium persoonlijk wensen op te voeden, kunnen die werknemers, op eigen verzoek, maximum 2 jaar onbetaald verlof bekomen.

De arbeidshervatting zal niet noodzakelijk op dezelfde plaats, noch in dezelfde functie gebeuren. De herplaatsing gebeurt met de anciënniteit die de betrokkene in zijn categorie had verworven op het ogenblik dat hij met ouderschapsverlof is vertrokken.

Gedurende de periode van het verlof mogen de werknemers geen winstgevende bezigheid uitoefenen.

Adoptie en erkenning worden gelijkgesteld met geboorte. HOOFDSTUK VI. - Verlof om dwingende redenen

Art. 21.Wanneer de werknemer één of meerdere keren om dwingende redenen verlof zonder wedde neemt, in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 45 die op 19 december 1989 gesloten werd in de Nationale Arbeidsraad en algemeen bindend werd verklaard bij koninklijk besluit van 6 maart 1990, zal hij hiervoor slechts één dag per jaar worden betaald. HOOFDSTUK VII. - Individueel recht op vrije weekends

Art. 22.§ 1. In de winkels met meer dan 5 medewerkers heeft elke individuele werknemer het recht om aan zijn werkgever de vrijstelling van prestaties te vragen gedurende 8 weekends op een kalenderjaar (bovenop de hoofdvakantie).

Bij een onvolledig kalenderjaar (bijvoorbeeld jaar van indiensttreding) heeft de werknemer recht op een pro rata op basis van de periode van tewerkstelling in dat kalenderjaar. § 2. De werknemer kan het vrije weekend niet cumuleren met een inactiviteitsdag in diezelfde week, onverminderd het recht om in die week een andere vrije dag te nemen, zoals bijvoorbeeld een verlofdag, een recuperatiedag of klein verlet.

Het gaat dus om een verschuiving van zijn gebruikelijke inactiviteitsdag in de week naar het weekend. § 3. De opname van de vrije weekends gebeurt in onderling overleg met de directe hiërarchische overste.

Deze maatregel is niet van toepassing : - tijdens de maanden juli, augustus en december en tijdens de veertien dagen van de schoolvakantie van Pasen. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 23.De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 (65025/CO/312) betreffende de afwezigheden wordt opgeheven op 1 januari 2016.

Art. 24.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2016. Ze is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits naleving van een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de warenhuizen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 mei 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeids overeenkomst van 21 september 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 21/09/2015 pub. 13/10/2015 numac 2015022357 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de afwezigheden Redenen voor het verzuim waarvan sprake is in artikel 82 en de daaraan verbonden duur van het verzuim worden als volgt vastgesteld :

Redenen van het verzuim

Duur van het verzuim

1. Huwelijk van de werknemer. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer. De dag van het huwelijk.

3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster van de werknemer. De dag van de plechtigheid.

4. (collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1991) De geboorte van een kind van de werknemer indien de afstamming van het kind langs vaderszijde vaststaat. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de twaalf dagen te rekenen vanaf de dag der bevalling.

5. Overlijden van de echtgeno(o)t(e), van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

6. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont. Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

7. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont. De dag van de begrafenis.

8. Plechtige communie van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e). De dag van de plechtigheid of de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag.

9. Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar waar dit feest plaatsheeft. De dag van het feest of de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag.

10. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een recruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal tengevolge van zijn verblijf in een recruterings- en selectiecentrum. De nodige tijd met een maximum van drie dagen.

10bis. Verblijf van een werknemer gewetenbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen.

De nodige tijd met een maximum van drie dagen.

11. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter. De nodige tijd met een maximum van één dag.

12. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

12bis. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen.

De nodige tijd.

12ter. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europese Parlement.

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

13. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

14. (collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1991) Het onthaal van een kind in het gezin van de werknemer in het kader van een adoptie. Drie dagen door de werknemer te kiezen in de maand volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente als deel uitmakend van het gezin van de werknemer.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 mei 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^