gepubliceerd op 26 mei 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 2004 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige kinesitherapeuten
13 MEI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 2004 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige kinesitherapeuten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 54, § 1, vervangen bij de wet van 22 december 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 2004 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige kinesitherapeuten, inzonderheid op de artikelen 4 en 7;
Gelet op het advies van de Overeenkomstencommissie kinesitherapeuten-verzekeringsinstellingen, gegeven op 12 oktober 2004;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 8 november 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 november 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 14 maart 2005;
Gelet op advies 38.244/1 van de Raad van State, gegeven op 14 april 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 23 januari 2004 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige kinesitherapeuten worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De volledige bijdrage van de verzekering voor geneeskundige verzorging wordt gestort voor de kinesitherapeut die in het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft, hetzij ten minste 1 000 verstrekkingen hetzij ten minste 15 000 M-waarden heeft verleend in het kader van artikel 7 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen zoals omschreven in artikel 35 van de genoemde gecoördineerde wet. Dit wordt gestaafd door een schriftelijke verklaring op erewoord. Deze verklaring kan a posteriori gecontroleerd worden aan de hand van de gegevens verzameld in het kader van de profielen door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en/of aan de hand van de registratie van de gegevens, zoals bepaald in de regels betreffende het sluiten van de akkoorden met het oog op de forfaitaire betaling van de verstrekkingen. »; 2° Er wordt een § 3 ingevoegd, luidende : « § 3.Het aantal van 1 000 verstrekkingen of 15 000 M-waarden bedoeld in § 2, wordt verminderd als het beschouwde jaar dagen inactiviteit bevatte; het verminderingspercentage is gelijk aan het percentage dagen inactiviteit in verhouding tot 222 dagen theoretische activiteit per jaar.
Onder dagen inactiviteit worden verstaan de dagen die worden gelijkgesteld met de dagen voor de berekening van het pensioen die voortvloeien uit : 1° een ziekte, een arbeidsongeval of een beroepsziekte die een ongeschiktheid tot gevolg heeft als bedoeld in de genoemde gecoördineerde wet of in het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;2° de onderbreking of niet hervatting van de arbeid om reden van rust, ten vroegste van de vijfde maand van de zwangerschap zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid, 4° van de genoemde gecoördineerde wet;3° vaderschapsverlof bedoeld in artikel 30, § 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Dit wordt gestaafd door een schriftelijke verklaring op erewoord en door een kopie van de erkenning van de arbeidsongeschiktheid door de adviserend geneesheer, van de wetsverzekeraar of van het fonds voor beroepsziekten. »
Art. 2.Artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : « Voor het jaar 2004 wordt de jaarlijkse bijdrage van de verzekering voor geneeskundige verzorging, bedoeld in artikel 2, vastgesteld op 640 euro. »
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Napels, 13 mei 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE