13 MEI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 maart 2000 houdende vaststelling van de retributies voor de financiering van de opdrachten van de administratie met betrekking tot de medische hulpmiddelen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid op artikel 13bis, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 2000 houdende vaststelling van de retributies voor de financiering van de opdrachten van de administratie met betrekking tot de medische hulpmiddelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 maart 2001;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 15 mei 2001;

Gelet op het advies nr. 32.630/3 van de Raad van State, gegeven op 18 september 2002;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 1 maart 2000 houdende vaststelling van de retributies voor de financiering van de opdrachten van de administratie met betrekking tot de medische hulpmiddelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.§ 1. Het behandelen van de notificatie bedoeld in artikel 10bis, § 1 van het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen, geeft aanleiding tot het betalen van een retributie van 250 euro. § 2. In afwijking van § 1 geeft het behandelen van de notificatie van de distributeurs en van de uitvoerders waarop artikel 24 van hogervermeld koninklijk besluit van 18 maart 1999 van toepassing is, aanleiding tot het betalen van een retributie van 125 euro. § 3. Elke wijziging die wordt aangebracht aan de gegevens verschaft in het kader van voorgaande paragrafen, geeft aanleiding tot het betalen van een retributie van 50 euro. § 4. De toestemming bedoeld in artikel 6 van hogervermeld koninklijk besluit van 18 maart 1999 geeft aanleiding tot het betalen van een bijdrage van 12,5 euro. »

Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Napels, 13 mei 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE