gepubliceerd op 30 juni 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van de Dienst veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie
13 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van de Dienst veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 augustus 1955 betreffende de veiligheid van de Staat op het gebied van kernenergie;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 maart 1956 aangaande de uitvoering van de wet van 4 augustus 1955 betreffende de veiligheid van de Staat op het gebied van kernenergie;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1957 houdende rechtstoestand van sommige personen, belast met controle van de veiligheidsmaatregelen, de opzoeking en de vaststelling van de inbreuken op het gebied van de kernenergie ter uitvoering van de wet van 4 augustus 1955 betreffende de veiligheid van de Staat op het gebied van kernenergie;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1957 tot vaststelling van het kader van de dienst veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie bij het Ministerie van Justitie, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Centraal Bestuur van het Ministerie van Justitie;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 augustus 1995;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 23 maart 1998;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 26 juni 1996;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De hiernavermelde betrekkingen van de personeelsformatie van de Dienst veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie, worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.§ 1. Negen betrekkingen van adjunct-adviseur (weddeschaal 10A) en vijf betrekkingen van bibliothecaris (weddeschaal 26E), voorzien in het koninklijk besluit van 2 december 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Centraal Bestuur van het Ministerie van Justitie, kunnen slechts begeven worden naarmate het vertrek van de ambtenaren titularis van de betrekkingen waarvan sprake in artikel 1. § 2. De Inspecteur van Financiën stelt vast of de voorwaarde werd vervuld.
Art. 3.Het koninklijk besluit van 4 oktober 1957 tot vaststelling van het kader van de dienst veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie bij het Ministerie van Justitie, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 21 maart 1977, wordt opgeheven op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Justitie wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS