gepubliceerd op 10 april 2001
Koninklijk besluit tot wijziging, wat de hoegrootheid van moederschapsuitkering betreft toe te kennen tijdens een gedeelte van het tijdvak van moederschapsbescherming, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
13 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat de hoegrootheid van moederschapsuitkering betreft toe te kennen tijdens een gedeelte van het tijdvak van moederschapsbescherming, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 113, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 218, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 april 1999;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 29 november 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 december 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 februari 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat dit koninklijk besluit in werking treedt op 1 januari 2001 en dat het derhalve aangewezen is dat zowel de verzekeringsinstellingen, belast met de toepassing van de nieuwe bepalingen, als de verzekerden die belang hebben bij de nieuwe maatregel, zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht van de wijziging inzake de hoegrootheid van de moederschapsuitkering die wordt toegekend tijdens een gedeelte van het tijdvak van de moederschapsbescherming;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 218 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij het koninkijk besluit van 19 april 1999, wordt opgeheven.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2001.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 maart 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE