Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van reglementaire bepalingen van het eerste semester van het jaar 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron: ministerie van binnenlandse zaken

numac: 2002000099

pub.: 03/07/2002

prom.: 07/02/2002

ELI: eli/besluit/2002/02/07/2002000099/staatsblad

staatsblad: https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)

7 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van reglementaire bepalingen van het eerste semester van het jaar 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op de ontwerpen van officiële Duitse vertaling - van het koninklijk besluit van 19 februari 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, - van het koninklijk besluit van 13 maart 2001 tot wijziging, wat de hoegrootheid van moederschapsuitkering betreft toe te kennen tijdens een gedeelte van het tijdvak van moederschapsbescherming, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, - van het koninklijk besluit van 19 april 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, - van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot het in overeenstemming brengen van sommige koninklijke besluiten inzake sociale zekerheid met het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, - van hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot wijziging van sommige bepalingen inzake de referteperiode betreffende loon- en arbeidstijdgegevens, - van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot wijziging van sommige bepalingen inzake het gemiddeld dagloon en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot beperking van het begrip loon zoals bepaald in artikel 35 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, - van het koninklijk besluit van 14 juni 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit respectievelijk in bijlagen 1 tot 7 gevoegde teksten zijn de officiële Duitse vertaling : - van het koninklijk besluit van 19 februari 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; - van het koninklijk besluit van 13 maart 2001 tot wijziging, wat de hoegrootheid van moederschapsuitkering betreft toe te kennen tijdens een gedeelte van het tijdvak van moederschapsbescherming, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; - van koninklijk besluit van 19 april 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; - van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot het in overeenstemming brengen van sommige koninklijke besluiten inzake sociale zekerheid met het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels; - van hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot wijziging van sommige bepalingen inzake de referteperiode betreffende loon- en arbeidstijdgegevens; - van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot wijziging van sommige bepalingen inzake het gemiddeld dagloon en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot beperking van het begrip loon zoals bepaald in artikel 35 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971; - van het koninklijk besluit van 14 juni 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 1 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT 19. FEBRUAR 2001 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 3.Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 206 § 1 Absatz 2;

Aufgrund der Stellungnahme des Gesundheitspflegeversicherungsausschusses des Landesinstituts für Kranken- und Invalidenversicherung vom 29. Mai 2000;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 6. Oktober 2000;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 18.

Dezember 2000;

Aufgrund des Gutachtens 31.119/1 des Staatsrates;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Artikel 351 des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 11. Oktober 1997, werden die Wörter "alle zwei Jahre" durch das Wort "jährlich" ersetzt.

Art. 2 - Vorliegender Erlass wird mit 1. Januar 1998 wirksam.

Art. 3 - Unser Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 19. Februar 2001 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 2 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT 13. MARZ 2001 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 3.Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung hinsichtlich des während eines Teils des Mutterschutzzeitraums zu bewilligenden Mutterschaftsgeldsatzes ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 113 Absatz 2, abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1996;

Aufgrund der Stellungnahme des Geschäftsführenden Ausschusses des Dienstes für Entschädigungen des Landesinstituts für Kranken- und Invalidenversicherung vom 29. November 2000;

Aufgrund der Stellungnahme der Finanzinspektion vom 21. Dezember 2000;

Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers des Haushalts vom 23.

Februar 2001;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, ersetzt durch das Gesetz vom 4. Juli 1989 und abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1996;

Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch die Tatsache, dass vorliegender Erlass am 1. Januar 2001 in Kraft tritt und dass es daher wünschenswert ist, dass sowohl die Versicherungsträger, die mit der Anwendung der neuen Bestimmungen beauftragt sind, als auch die Versicherten, die von der neuen Massnahme betroffen sind, so schnell wie möglich über die Änderung des Mutterschaftsgeldsatzes, der während eines Teils des Mutterschutzzeitraums bewilligt wird, in Kenntnis gesetzt werden;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 218 des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 19. April 1999, wird aufgehoben.

Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am 1. Januar 2001 in Kraft.

Art. 3 - Unser Minister der Sozialen Angelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 13. März 2001 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Angelegenheiten F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 3 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT 19. APRIL 2001 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 3.Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Artikels 108 der Verfassung;

Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 215 § 3;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 106, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 30. Oktober 1996, und der Artikel 70, 71, 79, 80, 83, 84, 85, 88, 89, 91, 92, 93, 95, 97, 98, 156, 158 und 159;

Aufgrund der Stellungnahme des Gesundheitspflegeversicherungsausschusses des Landesinstituts für Kranken- und Invalidenversicherung vom 25. September 2000;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 27. November 2000;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 15.

Dezember 2000;

Aufgrund des Gutachtens 31.194/1 des Staatsrates;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In den Artikeln 70, 79, 83, 88, 91 und 95 des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung werden die Wörter ", dem Versicherungsausschuss die Zulassung von Personen vorzuschlagen" durch die Wörter "Personen zuzulassen" ersetzt.

Art. 2 - In den Artikeln 80 §§ 1, 2 und 3, 84 §§ 1 und 2, 85, 89 § 2, 92 § 3, 93, 97 Absatz 1 und 98 desselben Erlasses werden die Wörter "zur Zulassung vorgeschlagen werden" durch die Wörter "zugelassen werden" ersetzt.

Art. 3 - In Artikel 71 §§ 1 und 2 desselben Erlasses werden die Wörter "vom Versicherungsausschuss auf Vorschlag des Rates für die Zulassung von Heilgymnasten" durch die Wörter "vom Rat für die Zulassung von Heilgymnasten" ersetzt.

Art. 4 - Artikel 106 desselben Erlasses, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 30. Oktober 1996, wird aufgehoben.

Art. 5 - Die Überschrift von Titel II Kapitel IV Abschnitt I desselben Erlasses wird durch folgende Überschrift ersetzt: "Eintragung von Fachkräften für Krankenpflege".

Art. 6 - Artikel 156 Absatz 1 desselben Erlasses wird durch folgende Bestimmung ersetzt: "Inhaber des Diploms einer Fachkraft für Krankenpflege, eines Pflegers oder eines Krankenwärters müssen ihre Eintragung in die in Artikel 127 § 1 Buchstabe b) des koordinierten Gesetzes vorgesehene Liste beim Dienst für Gesundheitspflege des LIKIV beantragen." Art. 7 - Artikel 158 desselben Erlasses wird durch folgende Bestimmung ersetzt: "Der Dienst für Gesundheitspflege erstellt die Liste der Fachkräfte für Krankenpflege, die er unter den in den Artikeln 156 und 157 erwähnten Bedingungen einträgt." Art. 8 - Die Überschrift von Titel II Kapitel IV Abschnitt II desselben Erlasses wird durch folgende Überschrift ersetzt: "Mitteilung der Listen der Heilgymnasten, der Fachkräfte für Krankenpflege und der heilhilfsberuflichen Mitarbeiter an die Versicherungsträger".

Art. 9 - Artikel 159 § 1 desselben Erlasses wird durch folgende Bestimmung ersetzt: "Der Dienst für Gesundheitspflege teilt den Versicherungsträgern unverzüglich die Liste der Fachkräfte für Krankenpflege und die in Artikel 215 § 2 des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung erwähnten Listen mit." Art. 10 - Vorliegender Erlass wird mit 10. Januar 2000 wirksam.

Art. 11 - Unser Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Châteauneuf-de-Grasse, den 19. April 2001 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 4 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT UND MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT 10. JUNI 2001 - Königlicher Erlass zur Angleichung einiger Königlicher Erlasse in Bezug auf die soziale Sicherheit an den Königlichen Erlass vom 10.Juni 2001 zur einheitlichen Bestimmung von Begriffen in Bezug auf die Arbeitszeit im Bereich der sozialen Sicherheit in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, insbesondere des Artikels 7, abgeändert durch die Gesetze vom 14. Juli 1951, 14. Februar 1961, 16. April 1963, 11. Januar 1967, 10.Oktober 1967, die Königlichen Erlasse Nr. 13 vom 11. Oktober 1978 und Nr.28 vom 24. März 1982, die Gesetze vom 22.

Januar 1985, 30. Dezember 1988, 26. Juni 1992 und 30. März 1994, den Königlichen Erlass vom 14. November 1996 und die Gesetze vom 13. März 1997 und 13. Februar 1998;

Aufgrund des Königlichen Erlasses Nr. 50 vom 24. Oktober 1967 über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpension für Lohnempfänger, insbesondere des Artikels 3 Absatz 1 Nr. 4, ersetzt durch das Gesetz vom 5. Juni 1970 und abgeändert durch das Gesetz vom 15. Mai 1984 und den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001, des Artikels 3ter Absatz 1 Nr. 6, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001, des Artikels 7, abgeändert durch die Gesetze vom 5. Juni 1970, 28. März 1973, 27. Februar 1976 und 10. Februar 1981, den Königlichen Erlass vom 29. August 1983, den Königlichen Erlass Nr. 415 vom 16. Juli 1986 und die Königlichen Erlasse vom 23. Dezember 1996 und 23. April 1997, des Artikels 8, des Artikels 15 Nr. 2, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001, und des Artikels 15 Nr. 3;

Aufgrund des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, so wie es bis heute abgeändert worden ist;

Aufgrund des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle, insbesondere des Artikels 3 Nr. 2 und des Artikels 35, abgeändert durch den Königlichen Erlass Nr. 39 vom 31. März 1982;

Aufgrund der am 28. Juni 1971 koordinierten Gesetze über den Jahresurlaub der Lohnempfänger, insbesondere des Artikels 5, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001, des Artikels 8, des Artikels 9, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 1. März 1989, das Gesetz vom 22. Februar 1998 und den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001, des Artikels 10, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001, des Artikels 11, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001, und des Artikels 16;

Aufgrund des Gesetzes vom 29. Juni 1981 zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze der sozialen Sicherheit für Lohnempfänger, so wie es bis heute abgeändert worden ist;

Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 32, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 18.

Februar 1997, 25. April 1997 und 10. Juni 2001, des Artikels 93, abgeändert durch die Gesetze vom 4. August 1996 und 22. Februar 1998, des Artikels 103 § 1, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 10.

Juni 2001, und der Artikel 114, 128, 130 und 137;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 23. Dezember 1996 zur Ausführung der Artikel 15, 16 und 17 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen, insbesondere des Artikels 4 § 2, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 21. März 1997, des Artikels 7 § 1 und des Artikels 8 § 7, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 21. März 1997;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 30. März 1967 zur Festlegung der allgemeinen Modalitäten zur Ausführung der Gesetze über den Jahresurlaub der Lohnempfänger, insbesondere der Artikel 3, 14, 16, 17, 18, 19 § 1, 20, 21, 25, 35, 36, 39, 41, 42, 43, 44, 46, 47, 52, 53bis, 56, 66 und 68, so wie sie bis heute abgeändert worden sind;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 21. Dezember 1967 zur Einführung einer allgemeinen Regelung über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpension für Lohnempfänger, insbesondere des Artikels 3, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 21. Dezember 1970 und abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 25. November 1974, 27.

April 1976, 18. Dezember 1980, 8. August 1986, 4. Dezember 1990, 21.

Mai 1991 und 8. August 1997, des Artikels 7 § 10, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 11. Dezember 1990 und abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 18. Januar 1994, des Artikels 28bis, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 9. Dezember 1968 und abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 5. April 1976, 21. März 1985 und 21. März 1997, des Artikels 29, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 8.

August 1986, des Artikels 32 § 1, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 4. Dezember 1990, des Artikels 32bis § 1 Absatz 11, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 9. Juli 1997, und des Artikels 34, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 12. November 1970, 3.

Dezember 1970, 21. Dezember 1970, 11. August 1972, 10. Mai 1976, 12.

Juli 1976, 30. Dezember 1982, 20. September 1984, 21. März 1985, 8.

August 1986, 19. März 1990, 2. Mai 1990, 4. Dezember 1990, 21. März 1997 und 9. Juli 1997;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 28. November 1969 zur Ausführung des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28.

Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, insbesondere des Artikels 19 § 2, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 24. Oktober 1973, 23. April 1979, 20. Januar 1984, 12.

August 1985, 2. Oktober 1986, 19. November 1987, 11. Dezember 1987, 14. April 1989, 20.November 1989, 4. Dezember 1990, 21. Mai 1991, 23.

Oktober 1991, 19. Juli 1995, 20. Dezember 1996 und 29. Januar 1999, des Artikels 19bis, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 3.

Februar 1998, des Artikels 21, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 9. Dezember 1970 und abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 4. November 1974 und 20.Januar 1984, und der Artikel 23 § 2, 24, 25, 26 und 28;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 21. Dezember 1971 zur Ausführung bestimmter Bestimmungen des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle, insbesondere des Kapitels II, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 27. Juni 1972, 18. Mai 1982, 2. Februar 1983, 12. April 1984, 10.Dezember 1987, 30. Dezember 1987, 17. Dezember 1992 und 22. September 1993;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 25. November 1991 zur Regelung der Arbeitslosigkeit, insbesondere des Artikels 27, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 21. Dezember 1992, 12. August 1994 und 13.

Juni 1999, des Artikels 28 § 1, des Artikels 30, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 27. Dezember 1993, 30. Juli 1994, 22. November 1995 und 12. März 1999, des Artikels 33, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 22. November 1995, des Artikels 36, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 29. Juni 1992, 2. Oktober 1992, 27. Dezember 1993, 22. November 1995 und 13. Dezember 1996, des Artikels 37 § 1, des Artikels 38 § 1, des Artikels 42 § 2, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 25. Mai 1993 und 22. November 1995, des Artikels 46, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 13. Dezember 1996 und 9. März 1999, des Artikels 67, des Artikels 74 § 1, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 9. November 1994 und abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 22. Dezember 1997, des Artikels 99, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 22. Dezember 1995, und des Artikels 116, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 29. Juni 1992, 25. Mai 1993, 27. Dezember 1993, 9. November 1994, 21. Dezember 1994, 22. November 1995, 19. Juni 1997 und 8. August 1997;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 201, des Artikels 202, des Artikels 203, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 13. April 1997, des Artikels 205, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 13. April 1997 und 4. Februar 2000, des Artikels 206, des Artikels 207, des Artikels 220, des Artikels 224, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 13. April 1997, des Artikels 228, des Artikels 246, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 16. April 1998, des Artikels 247 und des Artikels 290, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 13. April 1997 und 29.

Dezember 1997;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 21. März 1997 zur Ausführung von Artikel 4 § 2 Absatz 5 des Königlichen Erlasses vom 23. Dezember 1996 zur Ausführung der Artikel 15, 16 und 17 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen, insbesondere des Artikels 3;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 21. März 1997 zur Ausführung der Artikel 4 § 2 Absatz 2, 7 § 1 Absatz 10 und 11 und 8 § 7 Absatz 4 des Königlichen Erlasses vom 23. Dezember 1996 zur Ausführung der Artikel 15, 16 und 17 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen und zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 21.

Dezember 1967 zur Einführung einer allgemeinen Regelung über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpension für Lohnempfänger, insbesondere des Artikels 5;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 10. Juni 2001 zur einheitlichen Bestimmung von Begriffen in Bezug auf die Arbeitszeit im Bereich der sozialen Sicherheit in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26.

Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 10. Juni 2001 zur Angleichung der sozialen Sicherheit an den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001 zur einheitlichen Bestimmung von Begriffen in Bezug auf die Arbeitszeit im Bereich der sozialen Sicherheit in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen;

Aufgrund der Stellungnahme des Nationalen Arbeitsrates vom 10. März 1999;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 18. November 1998;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 25.

März 1999;

Aufgrund des Beschlusses des Ministerrates vom 26. März 1999 in Bezug auf den Antrag auf Begutachtung seitens des Staatsrates innerhalb einer Frist von höchstens einem Monat;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 12. Mai 1999, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Art. 34 - In Artikel 202 desselben Erlasses werden die Wörter "die in den Artikeln 199, 200 und 201 erwähnten Arbeitnehmer" durch die Wörter "die in den Artikeln 199 und 200 des vorliegenden Erlasses und in Artikel 10 des Königlichen Erlasses vom 10. Juni 2001 zur einheitlichen Bestimmung von Begriffen in Bezug auf die Arbeitszeit im Bereich der sozialen Sicherheit in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen erwähnten Arbeitnehmer" ersetzt.

Art. 35 - Artikel 203 desselben Erlasses, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 13. April 1997, wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 1 werden die Wörter ", so wie dieser Begriff im Rahmen der Rechtsvorschriften über die soziale Sicherheit der Lohnempfänger definiert ist" gestrichen.2. Absatz 2 wird durch folgenden Absatz ersetzt: "In Abweichung von Artikel 9 Nr.2 des Königlichen Erlasses vom 10.

Juni 2001 zur einheitlichen Bestimmung von Begriffen in Bezug auf die Arbeitszeit im Bereich der sozialen Sicherheit in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen wird für Arbeitnehmer, die in Ausführung eines kollektiven Arbeitsabkommens beschäftigt werden, das aufgrund des am 2. Juni 1987 im Nationalen Arbeitsrat geschlossenen kollektiven Arbeitsabkommens Nr.42 über die Einführung neuer Arbeitsregelungen in den Unternehmen geschlossen worden ist, und die einen Lohn erhalten, der mindestens dem garantierten durchschnittlichen monatlichen Mindesteinkommen entspricht, davon ausgegangen, dass sie Vollzeitarbeitsleistungen erbringen." 3. In Absatz 4 werden die Nummern 3, 6, 7, 9, 10, 11 und 13 wie folgt ersetzt: "3.Tage des gesetzlichen Urlaubs," "6. Streiktage," "7. Tage des Lockouts," "9. Ausgleichsruhetage," "10. Abwesenheitstage ohne Lohnfortzahlung infolge eines prophylaktischen Urlaubs," "11. Tage, an denen der Betreffende das Amt eines Sozialrichters ausübt," "13. Tage des Urlaubs aus zwingenden Gründen ohne Lohnfortzahlung. Die Gleichsetzung ist jedoch auf höchstens zehn Tage pro Jahr beschränkt, ob diese Tage auf einmal oder über mehrere Zeiträume bewilligt werden." 4. In Absatz 4 wird eine Nummer 10bis mit folgendem Wortlaut eingefügt: "10bis.Tage der vollständigen Fernhaltung von der Arbeit als Massnahme des Mutterschutzes,". 5. Absatz 6 wird durch folgende Bestimmung ersetzt: "Für Vollzeitarbeitnehmer wird die Anzahl Tage, die berücksichtigt werden, anhand folgender Formel errechnet: A/B x C, wobei: A der Anzahl Tage entspricht, so wie sie in den vorhergehenden Absätzen für die betreffenden Zeiträume vorgesehen sind, B der Anzahl Beschäftigungstage, die in der festen Arbeitsregelung vorgesehen sind, oder wenn es sich nicht um eine feste Anzahl Tage pro Woche handelt, der Höchstanzahl Beschäftigungstage der Referenzperson für den betreffenden Zeitraum entspricht, C der Höchstanzahl Tage entspricht, die für eine Beschäftigung in einer Sechstagewoche für den betreffenden Zeitraum zu berücksichtigen ist. Enthält das Ergebnis eine Bruchzahl, wird es nach oben aufgerundet." Art. 36 - Artikel 205 desselben Erlasses, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 13. April 1997 und 4. Februar 2000, wird wie folgt abgeändert: 1. In § 4 Absatz 1 wird das Wort "Arbeitstagen" durch die Wörter "Arbeitstagen oder gleichgesetzten Tagen" ersetzt.2. In § 4 Absatz 2 wird das Wort "Arbeitsstunden" durch die Wörter "Arbeitsstunden oder gleichgesetze Stunden" ersetzt.3. In § 5 Absatz 1 wird das Wort "Arbeitstagen" durch die Wörter "Arbeitstagen oder gleichgesetzten Tagen" ersetzt.4. In § 5 Absatz 4 wird das Wort "Arbeitsstunden" durch die Wörter "Arbeitsstunden oder gleichgesetze Stunden" ersetzt. Art. 37 - Artikel 206 desselben Erlasses wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 1 wird das Wort "Arbeitstagen" durch die Wörter "Arbeitstagen oder gleichgesetzten Tagen" ersetzt.2. In Absatz 2 wird das Wort "Arbeitsstunden" durch die Wörter "Arbeitsstunden oder gleichgesetze Stunden" ersetzt. Art. 38 - In Artikel 207 Absatz 1 desselben Erlasses wird das Wort "Arbeitsstunden" durch die Wörter "Arbeitsstunden oder gleichgesetze Stunden" ersetzt.

Art. 39- In Titel III Kapitel III desselben Erlasses wird ein Abschnitt IVbis mit folgendem Wortlaut eingefügt: "Abschnitt IVbis - Gemeinsame Bestimmung in Bezug auf die Abschnitte I bis IV und in Bezug auf Artikel 224 § 1 Art. 207bis - Für die Anwendung der Artikel 203, 205 § 4 und § 5, 206, 207 und 224 § 1 sind unter Arbeitstagen und Arbeitsstunden die normalen effektiven Arbeitstage und Arbeitsstunden und Überarbeit ohne Ausgleichsruhe zu verstehen." Art. 40 - Artikel 220 desselben Erlasses wird durch folgende Bestimmung ersetzt: "Art. 220 - Für die Verlängerung der postnatalen Ruhe in Anwendung von Artikel 114 Absatz 2 des koordinierten Gesetzes werden folgende Zeiträume einem Zeitraum, in dem die Berechtigten weitergearbeitet haben, gleichgesetzt: 1. Zeiträume des gesetzlichen Urlaubs einschliesslich des Zeitraums, der durch das zeitversetzte Gehalt gedeckt wird, das zeitweiligen Lehrkräften oder Aushilfslehrkräften nach Ende des Arbeitsvertrags oder der zeitweiligen Anstellung bewilligt wird, Urlaubszeiträume aufgrund eines für allgemeinverbindlich erklärten kollektiven Arbeitsabkommens und Zeiträume zusätzlichen Urlaubs, 2.Zeitraum, in dem die Berechtigten als Sozialrichter tagen, 3. Tage der kurzfristigen Beurlaubung, 4.Tage der Abwesenheit aus zwingenden Gründen mit Lohnfortzahlung und Tage des Urlaubs aus zwingenden Gründen ohne Lohnfortzahlung, 5. Tage der Abwesenheit mit garantiertem Tageslohn, 6.Zeiträume technischer Störungen in Unternehmen, vorübergehender Arbeitslosigkeit infolge technischer Störungen, vorübergehender Arbeitslosigkeit infolge ungünstiger Witterung und vorübergehender Arbeitslosigkeit infolge von Arbeitsmangel aus wirtschaftlichen Gründen, 7. Zeitraum der Unternehmensschliessung aus Gründen des Umweltschutzes, 8.Feiertage während der Dauer des Arbeitsvertrags, Ersatztage für einen Feiertag und Feiertage oder Ersatztage während eines Zeitraums vorübergehender Arbeitslosigkeit, 9. für Berechtigte, die abwechselnd gemäss der Fünftagewocheregelung und der Sechstagewocheregelung arbeiten, der Tag der Fünftagewoche, an dem sie normalerweise gearbeitet hätten, wenn es sich um eine Woche der Sechstagewocheregelung gehandelt hätte, 10.Ausgleichsruhetage." Art. 41 - Artikel 224 desselben Erlasses, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 13. April 1997, wird wie folgt abgeändert: 1. In § 1 Nr.1 Absatz 2 und 3 wird das Wort "effektive" gestrichen. 2. Paragraph1 Nr.2 Absatz 5 wird durch folgende Bestimmung ersetzt: "Für die Anwendung der vorliegenden Bestimmung wird die Anzahl Arbeitstage oder gleichgesetzte Tage berücksichtigt, so wie sie gemäss den Bestimmungen von Artikel 203 Absatz 6 festgelegt wird." 3. In § 1 Nr.2 Absatz 6 werden die Wörter "die ein Vollzeitarbeitnehmer in einer ähnlichen Funktion in demselben Unternehmen oder Beschäftigungszweig" durch die Wörter "die die Referenzperson" ersetzt.

Art. 42 - In Artikel 228 § 2 Absatz 1 Nr. 1 und 2 desselben Erlasses wird das Wort "Urlaubstage" durch die Wörter "Tage des gesetzlichen Urlaubs" ersetzt.

Art. 43 - In Artikel 246 Absatz 2 desselben Erlasses werden die Wörter "seine Berufslaufbahn in Anwendung von Artikel 100 des Sanierungsgesetzes vom 22. Januar 1985 zur Festlegung sozialer Bestimmungen unterbrochen hat und eine Unterbrechungszulage bezieht" durch die Wörter "bei Vollzeitlaufbahnunterbrechung eine Unterbrechungszulage bezieht" ersetzt.

Art. 44 - Artikel 247 § 1 desselben Erlasses wird wie folgt abgeändert: 1. Nummer 5 wird wie folgt ersetzt: "5.Berechtigte, sie sich in unbezahltem Urlaub befinden." 2. Nummer 12 wird wie folgt ersetzt: "12.Berechtigte, die infolge eines Streiks oder eines Lockouts vorübergehend arbeitslos sind und die in Ermangelung einer Erlaubnis des Geschäftsführenden Ausschusses des Landesamts für Arbeitsbeschaffung keinen Anspruch auf Arbeitslosengeld haben." Art. 45 - In Artikel 290 Buchstabe A) Absatz 1 Nr. 2 desselben Erlasses, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 13. April 1997 und 29. Dezember 1997, werden die Nummern 13, 14, 15 und 16 wie folgt ersetzt: "13. Zeitraum des gesetzlichen Urlaubs, 14. Zeitraum, in dem bürgerliche Pflichten ohne Lohnfortzahlung, ein öffentliches Mandat oder ein Gewerkschaftsauftrag erfüllt werden, 15.Zeitraum der Förderung des sozialen Aufstiegs, 16. Zeitraum eines Streiks oder eines Lockouts." (...) Gegeben zu Brüssel, den 10. Juni 2001 ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin der Beschäftigung Frau L. ONKELINX Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 5 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT UND MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT 10. JUNI 2001 - Königlicher Erlass zur Abänderung einiger Bestimmungen über den Bezugszeitraum in Bezug auf Lohn- und Arbeitszeitdaten ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund der koordinierten Gesetze über die Familienbeihilfen für Lohnempfänger, insbesondere des Artikels 71 § 2, abgeändert durch das Gesetz vom 22. Dezember 1989;

Aufgrund des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, insbesondere des Artikels 7, abgeändert durch die Gesetze vom 14. Juli 1951, 14. Februar 1961, 16. April 1963, 11. Januar 1967, 10.Oktober 1967, den Königlichen Erlass Nr. 13 vom 11. Oktober 1978, das Gesetz vom 22.Januar 1985, den Königlichen Erlass Nr. 424 vom 1. August 1986, die Gesetze vom 30. Dezember 1988, 26. Juni 1992 und 30.März 1994, den Königlichen Erlass vom 14.

November 1996 und die Gesetze vom 13. März 1997, 13. Februar 1998, 22.

Dezember 1998 und 26. März 1999;

Aufgrund des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, insbesondere des Artikels 21, ersetzt durch das Gesetz vom 20. Juli 1991;

Aufgrund des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle, insbesondere der Artikel 3 Nr. 2 und 34, abgeändert durch das Gesetz vom 25. Januar 1999;

Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere der Artikel 128 bis 130;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 28. November 1969 zur Ausführung des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28.

Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, insbesondere des Artikels 24, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001, und des Artikels 37, abgeändert durch das Gesetz vom 1. August 1985;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 12. Juni 1989 zur Ausführung von Artikel 71 § 2 der koordinierten Gesetze über die Familienbeihilfen für Lohnempfänger, insbesondere des Artikels 6 § 1, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 12. März 1990 und abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 12. Dezember 1990;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 25. November 1991 zur Regelung der Arbeitslosigkeit, insbesondere des Artikels 37 § 1, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 30. April 1999, und des Artikels 116 § 2, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 25. Mai 1993, 21.

Dezember 1994 und 22. November 1995;

Juni 2001, und des Artikels 207, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001;

Aufgrund der Stellungnahme des Nationalen Arbeitsrates vom 27. April 1999;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 24. März 1999;

Aufgrund des Beschlusses des Ministerrates vom 26. März 1999 in Bezug auf den Antrag auf Begutachtung seitens des Staatsrates innerhalb einer Frist von höchstens einem Monat;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 7. Oktober 1999, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Beschäftigung und Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: (...) KAPITEL V - Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung für Lohnempfänger Art. 7 - Artikel 203 des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 13. April 1997 und 10. Juni 2001, wird durch folgenden Absatz ergänzt: "Werden die Arbeitszeitdaten, so wie sie im vorliegenden Artikel erwähnt sind, dem für die Einnahme der Sozialversicherungsbeiträge zuständigen Dienst global pro Quartal übermittelt und können die Arbeitsleistungen nicht einem Quartal zugeordnet werden, wird für die Arbeitsleistungen, die sich in dem Quartal befinden, in dem der Bezugszeitraum beginnt, und die diesem Zeitraum vorangehen, davon ausgegangen, dass sie sich in diesem Bezugszeitraum befinden." Art. 8 - Artikel 207 desselben Erlasses, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 10. Juni 2001, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: "Saisonarbeiter, Gelegenheitsarbeiter und Teilzeitarbeitnehmer behalten ihr Anrecht auf Entschädigungen, wenn sie für das zweite und dritte Quartal vor dem Quartal, in dem sie Leistungen beantragen, einerseits die in Artikel 203 Absatz 3 erwähnte Anzahl Arbeitsstunden oder gleichgesetzte Stunden erreicht haben und andererseits die in Artikel 130 Absatz 1 Nr. 2 des koordinierten Gesetzes festgelegten Bedingungen erfüllt haben.

Saisonarbeiter, Gelegenheitsarbeiter und Teilzeitarbeitnehmer, die diese Bedingungen nicht erfüllen, behalten jedoch ihr Anrecht auf Entschädigungen, insofern während der drei Quartale vor dem Quartal, in dem sie diese Leistungen beantragen, keine durchgehende Unterbrechung von mehr als dreissig Tagen in ihrer Eigenschaft eines Berechtigten eingetreten ist, so wie diese in Artikel 86 § 1 des koordinierten Gesetzes definiert ist, und insofern sie die in Artikel 130 Absatz 1 Nr. 2 des koordinierten Gesetzes festgelegten Bedingungen erfüllt haben. Werden die Arbeitszeitdaten dem für die Einnahme der Sozialversicherungsbeiträge zuständigen Dienst global pro Quartal übermittelt und können die Arbeitsleistungen nicht einem Quartal zugeordnet werden, wird für diese Arbeitsleistungen davon ausgegangen, dass sie nicht durch einen Zeitraum von mehr als dreissig Tagen getrennt sind.

Saisonarbeiter, Gelegenheitsarbeiter oder Teilzeitarbeitnehmer, die am Ende eines Quartals Entschädigungen beziehen, beziehen diese jedoch weiter bis zum Ende der laufenden Arbeitsunfähigkeit." (...) Gegeben zu Brüssel, den 10. Juni 2001 ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin der Beschäftigung Frau L. ONKELINX Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 6 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT UND MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT 10. JUNI 2001 - Königlicher Erlass zur Abänderung einiger Bestimmungen in Bezug auf den durchschnittlichen Tageslohn und zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 31.Dezember 1992 zur Einschränkung des Begriffs Entlohnung, so wie in Artikel 35 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle bestimmt ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, insbesondere des Artikels 7, abgeändert durch die Gesetze vom 14. Juli 1951, 14. Februar 1961, 16. April 1963, 11. Januar 1967 und 10.Oktober 1967, den Königlichen Erlass Nr. 13 vom 11. Oktober 1978, das Gesetz vom 24. Dezember 1979, den Königlichen Erlass Nr. 28 vom 24. März 1982, das Gesetz vom 22. Januar 1985, den Königlichen Erlass Nr. 424 vom 1. August 1986, die Gesetze vom 30. Dezember 1988, 26. Juni 1992 und 30. März 1994, den Königlichen Erlass vom 14. November 1996 und die Gesetze vom 13. März 1997, 13. Februar 1998, 22. Dezember 1998 und 26. März 1999;

Aufgrund des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle, insbesondere des Artikels 35, abgeändert durch die Königlichen Erlasse Nr. 39 vom 31. März 1982 und Nr. 128 vom 30. Dezember 1982;

Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 87 Absatz 1, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 10.

Juni 2001 zur Festlegung in Anwendung von Artikel 39 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen des einheitlichen Begriffs des "durchschnittlichen Tageslohns" und zur Harmonisierung einiger Gesetzesbestimmungen; Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 25. November 1991 zur Regelung der Arbeitslosigkeit, insbesondere der Artikel 111 und 119;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 31. Dezember 1992 zur Einschränkung des Begriffs Entlohnung, so wie in Artikel 35 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle bestimmt;

Aufgrund der Stellungnahme des Nationalen Arbeitsrates vom 4. April 2000;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 10. Juli 2000;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 19.

Juli 2000;

Aufgrund des Beschlusses des Ministerrates vom 20. Juli 2000 in Bezug auf den Antrag auf Begutachtung seitens des Staatsrates innerhalb einer Frist von höchstens einem Monat;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 5. Oktober 2000, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Art. 5 - In Artikel 215 Absatz 1 desselben Erlasses werden die Wörter "für den in Artikel 87 des koordinierten Gesetzes erwähnten Bezugszeitraum" durch die Wörter ", wie in Artikel 87 Absatz 1 des koordinierten Gesetzes erwähnt" ersetzt. (...) Gegeben zu Brüssel, den 10. Juni 2001 ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin der Beschäftigung Frau L. ONKELINX Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 7 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT 14. JUNI 2001 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 3.Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, zuletzt abgeändert durch das Gesetz vom 2. Januar 2001 und den Königlichen Erlass vom 22. März 2001;

Aufgrund der Stellungnahme des Geschäftsführenden Ausschusses der Entschädigungsversicherung für Lohnempfänger vom 29. November 2000;

Aufgrund der Stellungnahme Nr. 1303 des Nationalen Arbeitsrates vom 1.

März 2000;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 21. Dezember 2000;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 19.

März 2001;

Aufgrund des Gutachtens 31.434/1 des Staatsrates vom 19. April 2001;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 212 Absatz 2 des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung wird aufgehoben.

Art. 2 - Artikel 213 desselben Erlasses wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 3 wird der zweite Satz aufgehoben.2. Absatz 4 wird durch folgenden Absatz ersetzt: "Für Berechtigte, deren Arbeitsunfähigkeit vor dem 1.Oktober 1974 eingesetzt hat, wird der Höchstbetrag der Invaliditätsentschädigung ab dem 1. Juli 1984 auf 38,3895 EUR festgelegt, wenn sie als Arbeitnehmer mit Person zu Lasten angesehen werden, und auf 25,6917 EUR, wenn sie nicht als Arbeitnehmer mit Person zu Lasten angesehen werden. Für Berechtigte, deren Arbeitsunfähigkeit frühestens am 1. Januar 1974 und spätestens am 30. September 1974 eingesetzt hat und deren Arbeitsunfähigkeit am 1. Juli 1984 andauert, ist der Betrag des Lohnausfalls, der für die Berechnung der ab diesem Datum bewilligten Entschädigung berücksichtigt wird, der Betrag des tatsächlichen Lohns für den in Artikel 87 des koordinierten Gesetzes erwähnten Bezugszeitraum; dieser Betrag ist jedoch auf den Höchstbetrag, auf den die Beiträge für die Entschädigungsversicherung einbehalten worden sind, beschränkt. Dieser Höchstbetrag wird vor Anwendung von Absatz 1 um 10,24 Prozent erhöht." Art. 3 - Artikel 214 desselben Erlasses wird wie folgt abgeändert: 1. Paragraph 1 wird durch folgende Bestimmung ersetzt: "Art.214 - § 1 - Der Mindesttagesbetrag der Invaliditätsentschädigung, die Berechtigten, die die Eigenschaft eines regelmässigen Arbeitnehmers haben, bewilligt wird, wird wie folgt festgelegt: 1. Für Berechtigte, die als Arbeitnehmer mit Person zu Lasten angesehen werden, beläuft sich der Mindesttagesbetrag auf 1 415,15 Franken.2. Für Berechtigte, die nicht als Arbeitnehmer mit Person zu Lasten angesehen werden, beläuft sich der Mindesttagesbetrag auf: a) 1 129,88 Franken für die in Artikel 226 erwähnten Berechtigten, b) 1 013,13 Franken für die nicht in Artikel 226 erwähnten Berechtigten. Die im vorhergehenden Absatz erwähnten Beträge sind an den Schwellenindex 103,14 gebunden.

Dieser Mindesttagesbetrag wird erst ab dem Datum bewilligt, an dem der in Artikel 224 erwähnte Invalide ohne Person zu Lasten 21 Jahre alt wird." 2. In § 2 wird zwischen den Absätzen 3 und 4 folgender Absatz eingefügt: "Diese Beträge dürfen ab dem 1.Juli 2001 für Berechtigte, die als Arbeitnehmer mit Person zu Lasten angesehen werden, 1 145,48 Franken und für Berechtigte, die nicht als Arbeitnehmer mit Person zu Lasten angesehen werden, 859,12 Franken nicht unterschreiten. Diese Beträge sind an den Schwellenindex 103,14 gebunden." Art. 4 - In Artikel 215bis desselben Erlasses, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 10. Juli 1998, wird Absatz 1 durch folgenden Absatz ersetzt: "Invalide Berechtigte, die in Anwendung der Bestimmungen von Artikel 225 § 1 Nr. 1 bis 5 die Eigenschaft eines Arbeitnehmers mit Person zu Lasten haben und die ebenfalls die in Artikel 225 § 1 Nr. 6 erwähnten Bedingungen erfüllen, können Anspruch auf eine Pauschalbeihilfe für die Hilfe einer Drittperson erheben, deren Tagesbetrag sich auf 56,34 Franken beläuft." Art. 5 - In Artikel 215bis desselben Erlasses, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 10. Juli 1998, wird Absatz 2 aufgehoben.

Art. 6 - In Artikel 215ter desselben Erlasses, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 11. Juli 2000, wird Absatz 2 aufgehoben.

Art. 7 - In Artikel 225 § 3 Absatz 1 desselben Erlasses werden die Wörter "an den Schwellenindex 114,20 gebunden" durch die Wörter "an den Schwellenindex 103,14, in Kraft am 1. Juni 1999 (Grundlage 1996 = 100), gebunden" ersetzt.

Art. 8 - In Titel III Kapitel III desselben Erlasses wird Abschnitt XVI durch folgenden Abschnitt ersetzt: "Abschnitt XVI - Anpassung des Betrags der Entschädigungen und des Höchstbetrags des in Artikel 212 erwähnten Lohns Art. 237 - Unbeschadet der Abweichungen, die in Sonderbestimmungen vorgesehen sind, sind der in Artikel 212 erwähnte Betrag und der Betrag der Entschädigungen und der Pauschalbeihilfe für die Hilfe einer Drittperson, die im vorliegenden Kapitel erwähnt sind, gemäss den Bestimmungen von Artikel 1 des Königlichen Erlasses vom 20. Juli 2000 über die Vereinheitlichung der Schwellenindexe im Sozialbereich anlässlich der Einführung des Euro an den Schwellenindex 130,14, in Kraft am 1. Juni 1999 (Grundlage 1996 = 100), gebunden.

Diese Beträge werden gemäss den Bestimmungen der Artikel 1bis und 4 des Gesetzes vom 2. August 1971 zur Einführung einer Regelung, mit der Gehälter, Löhne, Pensionen, Beihilfen und Zuschüsse zu Lasten der Staatskasse, bestimmte Sozialleistungen, für die Berechnung bestimmter Beiträge der Sozialversicherung der Arbeitnehmer zu berücksichtigende Entlohnungsgrenzen sowie den Selbständigen im Sozialbereich auferlegte Verpflichtungen an den Verbraucherpreisindex gebunden werden, erhöht oder gekürzt.

Die Erhöhung oder Kürzung wird ab dem in Artikel 6 Nr. 3 des vorerwähnten Gesetzes vom 2. August 1971 festgelegten Monat angewandt.

Die Erhöhung oder Kürzung der in den vorhergehenden Absätzen erwähnten Beträge wird nur für Berechtigte angewandt, für die der Beginn des Bezugszeitraums für die Berechnung der Entschädigung vor dem Datum liegt, an dem die Erhöhung oder Kürzung angewandt wird." Art. 9 - In den Bestimmungen desselben Erlasses werden die in Franken ausgedrückten Beträge, die in der zweiten Spalte der folgenden Tabelle angeführt sind, durch die in Euro ausgedrückten Beträge in der dritten Spalte derselben Tabelle ersetzt.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art. 10 - Vorliegender Erlass tritt am 1. Januar 2002 in Kraft mit Ausnahme von Artikel 3, der am 1. Juli 2001 in Kraft tritt, und von Artikel 4, der mit 1. Januar 2000 wirksam wird.

Art. 11 - Unser Minister der Sozialen Angelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 14. Juni 2001 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Angelegenheiten F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Titel van het document:	Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van reglementaire bepalingen van het eerste semester van het jaar 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Url van de betrokken pagina:	https://etaamb.openjustice.be/nl/koninklijk-besluit-van-07-februari-2002_n2002000099.html
Te verwijderen woorden:
E-mail adres:*
Opmerkingen:*
* Optionele velden

Zijn uw gegevens weergegeven op deze pagina?