gepubliceerd op 19 maart 1998
Koninklijk besluit tot goedkeuring van de overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij De Post en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen van de statutaire personeelsleden van de overheidsbedrijven
13 MAART 1998. Koninklijk besluit tot goedkeuring van de overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij De Post en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen van de statutaire personeelsleden van de overheidsbedrijven
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 99, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985, het koninklijk besluit nr. 424 van 1 augustus 1986, de wet van 21 december 1994 en de wet van 22 december 1995, en op de artikelen 100 en 102, vervangen bij het koninklijk besluit nr. 424 van 1 augustus 1986, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 1994 en vervangen bij de wet van 22 december 1995;
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
Gelet op de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, gewijzigd bij de wet van 3 december 1997, inzonderheid op artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de statutaire personeelsleden die in toepassing van de wet van 21 maart 1991 beheersautonomie verkregen hebben;
Gelet op de overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij De Post afgesloten in het Paritair Comité op 15 januari 1998;
Gelet op de beraadslaging van de raad van bestuur van De Post van 4 februari 1998;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd enerzijds, door het feit dat er in het Paritair Comité van De Post reeds op 15 januari 1998 een overeenkomst werd afgesloten waarbij het wenselijk is dat de erin opgenomen maatregelen tot herverdeling van de arbeid onmiddellijk aansluiten bij het vorige bedrijfsplan en waarbij elk uitstel de compenserende contractuele tewerkstelling in het gedrang kan brengen, en anderzijds door het feit dat het nodig is zonder verwijl de juridische basis te wijzigen voor de toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor de personeelsleden van De Post, teneinde al de punten van dit akkoord te kunnen toepassen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 februari 1998;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 10 maart 1998;
Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij De Post, afgesloten in het Paritair Comité van De Post, is goedgekeurd.
Art. 2.Artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de statutaire personeelsleden van de overheidsbedrijven, wordt aangevuld als volgt : « Wat De Post betreft wordt de termijn van zestig maanden gebracht op tweeënzeventig maanden ».
Art. 3.Aan artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de statutaire personeelsleden van de overheidsbedrijven wordt een nieuw lid toegevoegd, luidend als volgt : « Wat De Post betreft, wordt de termijn van zestig maanden gebracht op tweeënzeventig maanden. »
Art. 4.Aan artikel 5 van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de statutaire personeelsleden van de overheidsbedrijven die beheersautonomie verkregen hebben, wordt een § 5 toegevoegd, luidend als volgt : « § 5. Van zodra zij de leeftijd van 50 jaar bereikt hebben, kunnen de werknemers van De Post hun arbeidsprestaties met de helft verminderen.
Het maandbedrag van de onderbrekingsuitkeringen voor deze werknemers wordt vastgesteld op 10 504 frank.
De volgende bijkomende voorwaarden gelden : 1° De werknemers kunnen hun arbeidsprestaties verminderen zonder beperking in de duur;2° Het recht op de onderbrekingsuitkeringen wordt slechts eenmaal toegekend en gaat definitief verloren van zodra de vermindering van de arbeidsprestaties onderbroken wordt. Bij een nieuwe aanvraag na een onderbreking hebben deze werknemers slechts recht op 5 752 BEF en enkel voor een periode van maximum tweeënzeventig maanden ».
Art. 5.Onze Minister van Telecommunicatie en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 maart 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET.