Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 2010
gepubliceerd op 13 juli 2010

Koninklijk besluit houdende een toelage aan bepaalde wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde teneinde de wetenschappelijke ondersteuning van de huisartsen in het kader van de uitvoering van het nationale plan ter bestrijding van intrafamiliaal geweld te ondersteunen tijdens de periode van 1 augustus 2009 tot 31 juli 2010

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2010024218
pub.
13/07/2010
prom.
13/06/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JUNI 2010. - Koninklijk besluit houdende een toelage aan bepaalde wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde teneinde de wetenschappelijke ondersteuning van de huisartsen in het kader van de uitvoering van het nationale plan ter bestrijding van intrafamiliaal geweld te ondersteunen tijdens de periode van 1 augustus 2009 tot 31 juli 2010


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 121 tot 124;

Gelet op de wet van 13 janvier 2009 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2009;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 20 oktober 2009;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een toelage van honderdzestienduizend euro (116.000 EUR), aan te rekenen ten laste van artikel B.A. 11.3300.03, afdeling 52, van de begroting van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, begrotingsjaar 2009, wordt toegekend als tussenkomst van de Staat in de werkings- en personeelskosten van de wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde bedoeld in artikel 2.

Art. 2.Deze toelage wordt op volgende wijze verdeeld : 1) DOMUS MEDICA, St.Hubertusstraat, 58, 2600 Berchem (rek. : 733-0100945-95) : euro 58.000, 2) Société scientifique de Médecine générale d'Expression française, rue de Suisse, 8, 1060 Bruxelles (rek.: 001-3142233-91) : euro 58.000.

Art. 3.Deze toelage is bedoeld om de realisatie van volgende opdrachten toevertrouwd aan de verenigingen vermeld in artikel 2, van 1 augustus 2009 tot 31 juli 2010, te ondersteunen : 1° de huisartsen wetenschappelijk ondersteunen in het kader van de uitvoering van het nationale plan ter bestrijding van intrafamiliaal geweld door het opstellen van aanbevelingen van goede praktijk betreffende de opsporing, de analyse en het op zich nemen van de problematiek inzake het intrafamiliaal geweld;2° de functionele analyse en de uitvoering van de opleiding inzake deze aanbevelingen realiseren;3° de functionele analyse van het registratiesysteem realiseren, bestemd voor het zo goed mogelijk ondersteunen van huisartsen ten opzichte van de problematiek van het intrafamiliaal geweld.

Art. 4.Voor de gestelde periode, concretiseren de opdrachten van artikel 3 zich via onderstaande activiteiten : 1° opleveren van een geteste opleidings- en sensibiliseringmodule van huisartsen samen met een lijst van opleiders die deze twee modules kunnen gebruiken;2° op basis van de functionele analyse, opleveren van een gefundeerd voorstel voor het registreren van gevallen van intrafamiliaal geweld in het kader van de huisartsgeneeskunde met als doel de kwaliteit van de zorgverlening te waarborgen;3° beëindigen van de literatuurstudie rond kindermishandeling en ouderenmishandeling met als doel om in een later stadium een aanbeveling te ontwikkelen volgens de richtlijnen van het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine (CEBAM);4° een studie van de mogelijkheden om de aanpak van sexueel misbruik in de aanbeveling van goede praktijk betreffende partnergeweld mee op te nemen.

Art. 5.De Minister bevoegd voor Volksgezondheid duidt een globale projectcoördinator aan die belast is met de volgende taken : 1° het toezicht op en de leiding over de werkzaamheden van de verenigingen bedoeld in artikel 2;2° de sturing van en leiding over het actief overleg tussen de betrokken actoren in de verschillende gemeenschappen, alsmede het kaderen van de opdracht binnen andere inititatieven met betrekking tot intrafamiliaal geweld en het afstemmen van de opdracht met andere relevante onderzoeksopdrachten uitgevoerd binnen de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;3° de identificatie, de inschatting van en het toezicht op de risico's verbonden aan de realisatie van de opdrachten bedoeld in artikel 3;4° de voorbereiding van en deelname aan het begeleidingscomité bedoeld in artikel 8;5° de deelname, ter ondersteuning van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, aan de opvolgingsvergaderingen gecoördineerd door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

Art. 6.§ 1. In het kader van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3, zullen de verenigingen bedoeld in artikel 2 erop toezien dat er een nauwe samenwerking tussen de betrokken actoren tot stand wordt gebracht, onder toezicht van de globale projectcoördinator, aangeduid door Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

De verenigingen bedoeld in artikel 2 zullen er eveneens op toezien dat alle elementen die worden overgelegd in het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 3 een hoog kwaliteitsniveau halen.

De organisaties bedoeld in artikel 2 zullen door middel van een actief overleg onder leiding van de globale projectcoördinator er op toezien een gemeenschappelijke methode, realisatie en presentatie van de realisaties bedoeld in artikel 4 aan te nemen. Actief overleg en op elkaar afstemmen, is verplicht voor wat betreft de opleidings- en sensibiliseringsmodules bedoeld in artikel 4. § 2. In het kader van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3 zullen de verenigingen bedoeld in artikel 2 werkgroepen kunnen oprichten en er vertegenwoordigers voor kunnen afvaardigen, onder hun administratieve verantwoordelijkheid. De activiteiten van deze werkgroepen zullen gecoördineerd en gesuperviseerd worden door de globale projectcoördinator. Het doel van elke werkgroep, de samenstelling ervan en het werkplan worden ter goedkeuring voorgelegd aan het begeleidingscomité bedoeld in artikel 8. § 3. In het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 3 zullen de verenigingen bedoeld in artikel 2 erop toezien dat regelmatig wordt deelgenomen aan de vergaderingen van het begeleidingscomité bedoeld in artikel 8 en dat de termijnen en het door de globale projectcoördinator opgestelde globale projectplan worden nageleefd. § 4. In het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 3 zullen de verenigingen bedoeld in artikel 2 een globaal werkplan, een tussentijds activiteitenverslag en een definitief activiteitenverslag indienen binnen de termijnen bedoeld in artikel 7.

Art. 7.§ 1. Voor elk van de in artikel 2 bedoelde instellingen, zal een voorschot op de toegekende toelage, zoals bedoeld in artikel 1, ten belope van 40.000 euro gestort worden nadat het globale werkplan, bedoeld in artikel 6 § 4, ingediend werd bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisibeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en nadat het begeleidingscomité, bedoeld in artikel 6, zijn goedkeuring hieraan gehecht heeft. Deze goedkeuring moet ten laatste op 28 februari 2010 gegeven zijn. § 2. Voor elk van de organisaties bedoeld in artikel 2, zal het saldo van de toegekende toelage slechts worden uitbetaald nadat : 1° het tussentijds activiteitenverslag betreffende de activiteiten tot 30 april 2010, bedoeld in artikel 6, § 4, uiterlijk tegen 15 mei 2010 bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, is ingediend en door het begeleidingscomité, bedoeld in artikel 8, is goedgekeurd;2° een definitief activiteitenverslag als bedoeld in artikel 6, § 4, de resultatenrekening van de betrokken wetenschappelijke vereniging voor de door deze toelage beoogde periode, een schuldvordering en de bewijsstukken die betrekking hebben op de totale toelage uiterlijk tegen 31 augustus 2010 bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zijn ingediend;3° het definitieve activiteitenverslag bedoeld in artikel 6, § 4, is goedgekeurd door het begeleidingscomité zoals bedoeld in artikel 8. § 3. Voor elk van de organisaties zoals bedoeld in artikel 2, indien de bewijsstukken het bedrag van de toegekende toelage niet dekken, wordt het verschil zonder verwijl door de betrokken organisatie aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu terugbetaald.

Art. 8.§ 1. Er wordt een begeleidingscomité samengesteld bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu teneinde de werkzaamheden van de verenigingen bedoeld in artikel 2 en de uitvoering door deze laatsten van de opdrachten bedoeld in artikel 3 te evalueren. § 2. Dit comité is als volgt samengesteld : 1° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor Volksgezondheid;2° twee vertegenwoordigers van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;3° een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;4° de aangeduide globale projectcoördinator en een vertegenwoordiger van de organisaties bedoeld in artikel 2, die elk een raadgevende stem hebben. § 3. Het begeleidingscomité is belast met het evalueren en het goedkeuren voor iedere organisatie, bedoeld in artikel 2, van het globaal werkplan, het tussentijds activiteitenverslag en het definitief activiteitenverslag, die de stand van zaken aantonen, voor iedere organisatie bedoeld in artikel 2, van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3.

Het begeleidingscomité is ook bevoegd voor de goedkeuring van de doelstellingen, de samenstelling en het werkplan van voorgestelde werkgroepen.

Art. 9.Zullen enkel in aanmerking worden genomen in het kader van de huidige toelage : de personeels- en werkingskosten, onder meer de vergoedingen, lonen, wedden, sociale lasten, kleine bureaukosten en de kosten van dienstverlening.

In het geval de werktijd van bepaalde personeelsleden zou worden verdeeld tussen verschillende beroepsbezigheden, zoals onder andere het onderwijs, onderzoek en de geneeskundepraktijk, zal slechts dat gedeelte (in tienden berekend) van hun wedden in aanmerking worden genomen dat overeenkomt met de tijd besteed aan de werkzaamheid die gesubsidieerd wordt krachtens dit besluit. De overlegging van een op erewoord ondertekend prestatieformulier waarvan het model door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt bezorgd, dient als verantwoording.

Voor elk tewerkgesteld personeelslid dat betoelaagd wordt, wordt een loonfiche voorgelegd.

De kosten van dienstverlening moeten worden aangetoond door middel van een factuur en de voorlegging van een kostenbegroting, een offerte, een bestelbon of een voorafgaand contract.

De investeringskosten worden niet terugbetaald.

De onkosten voor de terugbetaling van een lening komen niet in aanmerking.

Art. 10.Alle overgelegde documenten en resultaten worden aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu bezorgd in elektronisch formaat (CD-ROM) vergezeld van een gedrukte versie.

Art. 11.Alle documenten en resultaten die door de verenigingen bedoeld in artikel 2 in het kader van deze toelage worden overgelegd, zijn eigendom van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

De verenigingen bedoeld in artikel 2 zien erop toe dat elk verslag, elke aanbeveling of elk document dat wordt opgesteld door geheel of gedeeltelijk gebruik te maken van deze toelagen, duidelijke aanwijzingen bevat die aantonen dat de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu eigenaar of partner in het kader van deze werkzaamheden is.

De verenigingen bedoeld in artikel 2 kunnen gebruik maken van de documenten en de resultaten die ze in het kader van deze toelage hebben overgelegd voor zover dit gebruik geen winstoogmerk beoogt en ze hiervoor de schriftelijke toestemming van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu hebben gekregen.

Dit gebruiksrecht kan op ieder ogenblik door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu worden ingetrokken.

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 2009.

Art. 13.De Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 2010.

ALBERT Par le Roi : De Minister van Volksgezondheid, Mme L. ONKELINX

^