gepubliceerd op 27 juni 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen
13 JUNI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 95, § 1, en § 1bis, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1994, 19 maart 1996, 31 juli 2004 en 12 april 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 januari 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 februari 2006;
Gelet op advies nr. 39.834/1 van de Raad van State, gegeven op 23 februari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 9 van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « of tot de invordering bij wijze van dwangbevel » ingevoegd tussen de woorden « gerechtelijke invordering » en « over te gaan »;2° het artikel wordt aangevuld met de volgende leden : « Deze herinnering vermeldt op straffe van nietigheid dat indien de vennootschap niet tot betwisting van de van haar gevorderde bedragen overgaat of geen uitstel van betaling vraagt en verkrijgt, per bij ter post aangetekende brief binnen de maand van de kennisgeving of de betekening van de herinnering, de sociale verzekeringskas die bedragen kan invorderen door middel van een dwangbevel. Het toestaan van uitstel van betaling door de sociale verzekeringskas schorst de uitvaardiging van een eventueel dwangbevel alsook de gerechtelijke invordering, en dit in zoverre het tussen de sociale verzekeringskas en de vennootschap tot stand gekomen akkoord door deze laatste wordt nageleefd. »
Art. 2.Een artikel 10bis wordt in hetzelfde koninklijk besluit ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 10bis.§ 1. Voor de toepassing van artikel 95, § 1bis van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen kunnen de bijdragen, evenals de verhogingen, verwijlintresten en andere aanhorigheden worden ingevorderd bij wijze van dwangbevel door de sociale verzekeringskas waaraan zij verschuldigd zijn voor zover de vennootschap de bedragen die van haar werden gevorderd niet heeft betwist of geen uitstel van betaling heeft gevraagd en verkregen volgens de in artikel 9 gestelde voorwaarden en termijn. § 2. De kassen gaan over tot de in vorige paragraaf bedoelde invordering bij wijze van dwangbevel volgens de modaliteiten en de procedures voorzien in artikel 47bis van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. »
Art. 3.Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juni 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE