13 JUNI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 33, § 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 november 1996 en 25 april 1997 en bij de wetten van 25 januari 1999 en 9 juli 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd, inzonderheid op de artikelen 5, 3° en 26, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 april 1999; Gelet op het advies van het Technisch Comité voor Zelfstandigen, gegeven op 27 mei 2004;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 26 juli 2004;

Gelet op het advies van Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 september 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 december 2004;

Gelet op advies 38.063/1 van de Raad van State, gegeven op 3 februari 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Onze Minister van Middenstand en Landbouw en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het artikel 5 van het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging tot de zelfstandigen en leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 maart en 11 april 1999, wordt het punt 3° vervangen door de volgende bepaling : « 3° ofwel kinderen zijn die op grond van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 %, de medische voorwaarden vervullen om het recht te openen op kinderbijslag krachtens artikel 20 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen ».

Art. 2.In de Nederlandse tekst van het artikel 26, derde lid, derde streepje, van hetzelfde besluit, worden de woorden « 8 augustus 1976 » vervangen door de woorden « 8 april 1976 ».

Art. 3.In artikel 26, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 april 1999, wordt tussen het derde en het vierde streepje het volgende streepje ingevoegd : « - ofwel, tijdens hetwelk de aanvraag werd ingediend zoals bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 25 januari 2004 tot uitvoering van de artikelen 20, 26 en 35, § 2, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen ».

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2003.

Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en Onze Minister van Middenstand en Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE