Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 januari 2000
gepubliceerd op 29 januari 2000

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van autosondage bij de patiënt thuis

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022074
pub.
29/01/2000
prom.
13/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/13/2000022074/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van autosondage bij de patiënt thuis


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 35, § 1, laatste lid, en 37, § 20, ingevoegd in dezelfde wet door de wet van 22 februari 1998;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, uitgebracht op 15 mei 1998;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering geformuleerd tijdens zijn vergadering van 14 december 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 september 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Besluit :

Artikel 1.§ 1. A.1. Onder autosondage, als bedoeld in dit besluit, moet worden verstaan de urine-sondage die door de patiënt zelf verricht wordt, of door een persoon uit zijn omgeving die opgeleid is en in staat is tot deze techniek.

A.2. De ziekteverzekering kan tussenkomen in de kosten van de autosondage bij een patiënt die thuis verblijft, voor zover die lijdt aan één van de volgende pathologieën : a) retentieblaas met een belangrijk post-mictioneel residu (gelijk aan of groter dan 100 ml) ten gevolge van een verworven of aangeboren medullair letsel;b) retentieblaas met een belangrijk post-mictioneel residu (gelijk aan of groter dan 100 ml) bij een perifere neuropathie;c) paraplegie of paraparesie, tetraplegie of tetraparesie wanneer verergering van de incontinentie wordt vermeden door de combinatie van (een) parasympathicolytisch(e) geneesmiddel(en) en autosondage;d) urineretentie (postmictioneel residu gelijk aan of groter dan 100 ml) in afwezigheid van een apart neurologisch letsel : substitutieblaas;vergrotingsblaas.

Voor patiënten onder de leeftijd van 18 jaar gelden inzake pathologie de voorwaarden als hiervoor onder a) tot d) vernoemd, met uitzondering van de norm van 100 ml postmictioneel residu.

A.3. Zijn uitgesloten van het recht op de tegemoetkoming van de verzekering in de kosten van autosondage vermeld onder art. 1, § 1, A.2, de verzekerden met : a) een reflex-neurogene blaas door aantasting van de bovenste neuron en met een capaciteit van minder dan 100 ml;b) sondagemoeilijkheden die samenhangen met een pathologie van de urethra of ernstige spasmen van de sphincter urethrae;c) een functionele onbekwaamheid van de handen of een gedrags- of begripsstoornis, bij gebrek aan een mogelijkheid tot mantelzorg. § 2. A.1. De tegemoetkoming van de ziekteverzekering in de kosten van de sonden wordt slechts toegekend vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving aan de adviserend geneesheer van het starten van de autosondage door middel van het volledig ingevulde formulier dat in bijlage 1 gaat bij dit koninklijk besluit.

De geneesheer die kennis geeft bewaart in zijn dossier de documenten die het mogelijk maken : - de uitvoering te bewijzen van een voorafgaande urologische oppuntstelling met een urodynamisch onderzoek en de follow-up van een mictionele revalidatie; - te bewijzen dat bij de toepassing informatie is verstrekt, dat onder controle is geoefend en dat er daarna een regelmatige follow-up was door een geneesheer-specialist voor urologie.

Deze documenten houdt hij ten allen tijde beschikbaar voor de adviserend geneesheer, hetzij dat de adviserend geneesheer deze documenten opvraagt, hetzij dat hij bij de kennisgever het dossier wenst in te zien.

A.2. De selectie van de patiënten, de eerste kennisgeving en het eerste voorschrift van de autosondage moeten worden toegewezen aan een geneesheer-specialist voor urologie of voor neurologie of voor revalidatie, die behoort tot een dienst of een centrum voor neurologische of locomotorische revalidatie als bedoeld in artikel 22, 6° van de op 14 juli 1994 gecordineerde wet. De eerste kennisgeving moet melding maken van de geschiktheid van autosondage voor de aandoening die beantwoordt aan de bovenvermelde criteria, de goede toepassing ervan en van de frequentie van de sondages.

Een jaarlijkse follow-up door een uroloog moet in acht worden genomen.

De voorschrijvende geneesheer deelt de huisarts van de rechthebbende mee dat hij de autosondage instelt.

A.3. De machtiging tot vergoeding is beperkt tot een periode van ten hoogste 12 maanden.

B. De kennisgeving van een voortzetting van de autosondage gebeurt door de huisarts door middel van het formulier dat in bijlage 2 gaat bij dit koninklijk besluit. Deze kennisgeving verwijst naar de bevindingen van de uroloog tijdens zijn jaarlijkse follow-up en houdt een nieuwe evaluatie in van de medische indicatiestelling voor autosondage.

De huisarts houdt hiervoor ten allen tijde de documenten beschikbaar voor de adviserend geneesheer; hetzij dat de adviserend geneesheer deze documenten opvraagt, hetzij dat hij bij de kennisgever het dossier wenst in te zien. § 3. De tegemoetkoming van de verzekering wordt vastgesteld op maximum 14 F per gelubrifieerde of niet gelubrifieerde sonde voor drie sondes per dag.

Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming mag per dag de reële kostprijs van de gebruikte catheters niet overschrijden. § 4. De tegemoetkoming van de verzekering is onderworpen aan de indiening van betaalde facturen op naam van de rechthebbende, die het aantal afgeleverde sondes vermelden en die betrekking hebben op één (of meer) volledige kalendermaand(en).

Art. 2.De tegemoetkoming van de verzekering waarin is voorzien in artikel 1, § 3, mag niet worden gecumuleerd met de verstrekkingen uit de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen die als bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 zijn bekendgemaakt en die betrekking hebben op de sondages.

Art. 3.Het College van geneesheren-directeurs kan alle wijzigingen voorstellen die aan de lijst van de indicaties en aan de vergoedingen moeten worden aangebracht, en mag een lijst van de catheters voor autosondage opmaken die in aanmerking komen voor een vergoeding door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Het College van geneesheren-directeurs bepaalt de voorwaarden waaronder gegevens worden verzameld ter evaluatie van de toekenning van een verzekeringstegemoetkoming voor de sonden bij autosondage.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 januari 2000 ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^