Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 december 2020
gepubliceerd op 02 februari 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de arbeidsduurvermindering

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020043966
pub.
02/02/2021
prom.
13/12/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de arbeidsduurvermindering (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de arbeidsduurvermindering.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 december 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y.DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 2020 Arbeidsduurvermindering (Overeenkomst geregistreerd op 3 maart 2020 onder het nummer 157426/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

In deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaat men onder : - "arbeiders" : de arbeiders en arbeidsters; - "Constructiv" : het fonds voor bestaanszekerheid opgericht voor de sector van het bouwbedrijf (PC 124).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens van toepassing op de uitzendkrachten tewerkgesteld bij een onderneming bedoeld in het 1ste lid, en op het uitzendkantoor dat hen ter beschikking stelt. HOOFDSTUK II. - Arbeidsduurvermindering

Art. 2.Onverminderd het aantal rustdagen vastgesteld in toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, hebben de bij artikel 1 bedoelde arbeiders recht op 6 rustdagen voor 2021 en op 6 rustdagen voor 2022.

Deze rustdagen moeten genomen worden op de volgende data : Voor 2021 : - Vrijdag 12 november 2021; - Vrijdag 24 december 2021; - Dinsdag 28 december 2021; - Woensdag 29 december 2021; - Donderdag 30 december 2021; - Vrijdag 31 december 2021.

Voor 2022 : - Maandag 31 oktober 2022; - Woensdag 2 november 2022; - Dinsdag 27 december 2022; - Woensdag 28 december 2022; - Donderdag 29 december 2022; - Vrijdag 30 december 2022.

Art. 3.Het is verboden de bij artikel 1 bedoelde arbeiders gedurende de bij artikel 2 bepaalde rustdagen tewerk te stellen.

In afwijking van dit verbod mogen de arbeiders gedurende deze rustdagen worden tewerkgesteld : 1° wanneer de ondernemingen waarin ze tewerkgesteld zijn, gewoonlijk een periode van intense activiteit kennen op het ogenblik van de toekenning van de rustdagen;2° wanneer zij belast zijn met de klantendienst bij handelaars in bouwmaterialen, met uitzondering van het vervoer;3° in de gevallen waar arbeid op zondag is toegestaan krachtens artikel 12 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten.

Art. 4.De arbeiders die gedurende de bij artikel 2 bedoelde rustdagen worden tewerkgesteld, hebben recht op inhaalrust. Deze inhaalrustdagen moeten worden toegekend : 1° binnen de 7 maanden die volgen op de dag waarop arbeid werd verricht, in het geval de tewerkstelling is gebeurd in toepassing van artikel 3, tweede lid, 1° ;2° binnen de 6 weken die volgen op de dag waarop arbeid werd verricht, in het geval de tewerkstelling is gebeurd in toepassing van artikel 3, tweede lid, 2° en 3°. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever het aantal niet-toegekende inhaalrustdagen vermelden op het bewijs van volledige werkloosheid C4.

Art. 5.§ 1. De in artikel 2 bedoelde rustdagen schorsen de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en geven recht op een dagelijkse forfaitaire vergoeding die gelijk is aan de werkloosheidsuitkering, vermeerderd met de aanvullende werkloosheidsuitkering die door Constructiv wordt toegekend. § 2. Deze vergoeding valt ten laste van Constructiv en wordt betaald door de organisaties die deze collectieve arbeidsovereenkomst ondertekenen en door de patronale dienst bedoeld bij artikel 12 van de statuten van Constructiv, aan de arbeiders die op datum van de rustdag door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met een bij artikel 1 bedoelde werkgever. § 3. In afwijking van § 2 heeft een arbeider recht op een vergoeding voor bepaalde rustdagen die zich situeren buiten de duurtijd van zijn arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat hij ontslagen is, behalve omwille van dringende reden, door een werkgever bedoeld bij artikel 1 in de 60 dagen voorafgaand aan het begin van de hoofdperiode en dat hij nog volledig werkloos is bij het begin van de hoofdperiode.

Het recht op een vergoeding in toepassing van het vorig lid geldt vanaf de eerste rustdag van de hoofdperiode tot en met de laatste rustdag toegekend voor het kalenderjaar waarin de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen.

De hoofdperiode bedoeld in deze paragraaf neemt een aanvang in 2021 op 24 december 2021 en in 2022 op 27 december 2022. § 4. Deze vergoeding wordt pro rata temporis toegekend aan de arbeiders die verbonden zijn geweest voor een bepaalde tijd van minstens 3 maanden en in volledige onvrijwillige werkloosheid zijn tijdens de periode van de rustdagen. HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen

Art. 6.De patronale dienst bedoeld bij artikel 12 van de statuten van Constructiv is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen welke voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, is de bijdrage aan Constructiv, vastgesteld in artikel 6 van het voormeld koninklijk besluit nr. 213, eveneens verschuldigd door de uitzendkantoren voor de arbeiders die zij ter beschikking stellen van bouwondernemingen.

Art. 8.De opzeggingstermijn betekend door de werkgever wordt geschorst tijdens de rustdagen die krachtens deze collectieve arbeidsovereenkomst en het voormeld koninklijk besluit nr. 213 worden toegekend : - in de periode van 24 december 2021 tot en met 7 januari 2022; - in de periode van 27 december 2022 tot en met 30 december 2022. HOOFDSTUK IV. - Strijd tegen de sociale fraude

Art. 9.In afwijking van artikel 5 bepaalt dit hoofdstuk : 1° specifieke regels voor de berekening van de dagelijkse forfaitaire vergoeding voor de arbeiders die tijdens de referteperiode gedurende tenminste 75 dagen tijdelijk werkloos werden gesteld bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken;2° de modaliteiten van terugvordering van een forfaitair bedrag bij de werkgevers indien de arbeiders tijdens de referteperiode gedurende tenminste 50 dagen tijdelijk werkloos werden gesteld bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken. Afdeling 1. - Definities

Art. 10.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° "referteperiode" : voor de pro rata berekening van de vergoeding is de referteperiode, de periode van 4 kwartalen die voorafgaat aan het kwartaal waarin de hoofdperiode van de rustdagen een aanvang neemt. Voor de terugvordering bij de werkgever is de referteperiode het kalenderjaar waarvoor de rustdagen zijn toegekend; 2° "gepresteerde dagen" : alle dagen die aangegeven zijn via de DmfA-aangifte verminderd met de rustdagen (code 12), de vakantiedagen (codes 2 en 3) en de dagen economische werkloosheid (code 71);3° "dagen economische werkloosheid" : de dagen die zijn aangegeven via de DmfA-aangifte onder de code 71;4° "baremiek dagbedrag" : het dagbedrag dat volgens de barema's van Constructiv wordt toegekend aan de arbeider die minder dan 75 dagen economische werkloosheid kende in de referteperiode;5° "pro rata dagbedrag" : het dagbedrag voor de rustdagen berekend volgens de formule bepaald bij artikel 11. Afdeling 2. - Berekeningsformule van de vergoeding voor de rustdagen

Art. 11.Als de arbeider tijdens de referteperiode minstens 75 dagen economisch werkloos werd gesteld, wordt het dagbedrag van de rustdagen pro rata berekend volgens de volgende formule :

Baremiek dagbedrag x Gepresteerde dagen in referteperiode 229

Montant journalier barémique x Jours prestés dans période de référence 229


Het pro rata dagbedrag kan niet lager zijn dan het bedrag van de werkloosheidsvergoeding die wordt toegekend aan een werknemer met gezinslast - code 59, dat geldig is op 1 oktober van het jaar waarin de hoofdperiode van de rustdagen een aanvang neemt. Indien het resultaat van de voormelde berekening kleiner is dan dit minimumbedrag, wordt een pro rata dagbedrag toegekend gelijk aan dit minimumbedrag. Afdeling 3. - Terugvorderingsmodaliteiten van een forfaitair bedrag

bij de werkgevers

Art. 12.Indien de arbeider tijdens de referteperiode ten minste 50 dagen economische werkloosheid heeft gekend, vordert Constructiv bij de werkgevers een forfaitair bedrag van 60 EUR terug voor elke rustdag waarvoor de arbeider die vergoeding heeft ontvangen bedoeld bij artikel 5 en artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 13.Indien de arbeider in de referteperiode bij slechts één werkgever was tewerkgesteld, wordt bij deze werkgever het forfaitaire bedrag van 60 EUR teruggevorderd voor elke vergoede rustdag.

Art. 14.Indien de arbeider in de referteperiode bij meerdere werkgevers was tewerkgesteld, wordt er enkel overgegaan tot terugvordering bij die werkgever(s) bij wie er een overmatig gebruik van economische werkloosheid in de referteperiode is geweest voor de betrokken arbeider.

Er is een overmatig gebruik van economische werkloosheid in de zin van het vorig lid wanneer het resultaat van de volgende formule groter of gelijk is aan 0,2185 :

Aantal dagen eco bij WG Aantal dagen DmfA bij WG - vakantiedagen - rustdagen

Nombre de jours eco chez EMPL Nombre de jours DmfA EMPL - jours vacances - jours repos


Het terug te vorderen bedrag wordt als volgt berekend :

Aantal vergoede dagen 60 EUR x Aantal dagen eco bij WG Aantal dagen eco in referteperiode

Nombre de jours indemnisés 60 EUR x Nombre de jours eco chez EMPL Nombre de jours eco dans période de référence


HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2021 en verstrijkt op 31 december 2022.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 december 2020.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^