gepubliceerd op 29 januari 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende een bijzondere vergoeding voor de arbeiders in geval van gebrek aan werk wegens economische oorzaken
13 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 13 januari 2014Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 13/01/2014 pub. 28/02/2014 numac 2014022063 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende een bijzondere vergoeding voor de arbeiders in geval van gebrek aan werk wegens economische oorzaken (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 13 januari 2014Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 13/01/2014 pub. 28/02/2014 numac 2014022063 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende een bijzondere vergoeding voor de arbeiders ingeval van gebrek aan werk wegens economische oorzaken.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 december 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het hotelbedrijf Collectieve arbeids overeenkomst van 13 januari 2014Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 13/01/2014 pub. 28/02/2014 numac 2014022063 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Bijzondere vergoeding voor de arbeiders ingeval van gebrek aan werk wegens economische oorzaken (Overeenkomst geregistreerd op 26 maart 2014 onder het nummer 120387/CO/302)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
Art. 2.Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken, hebben de werklieden recht op een bestaanszekerheidsuitkering wanneer zij voldoen aan de hiernavolgende voorwaarden : 1. gebonden zijn door een voltijdse of deeltijdse arbeidsovereenkomst;2. ten minste 6 maanden anciënniteit hebben in dezelfde onderneming op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst wordt geschorst bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken.
Art. 3.§ 1. Per kalenderjaar is de bestaanszekerheidsuitkering slechts betaalbaar voor de eerste negentig werkdagen dat de werknemer effectief werkloos is bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken. § 2. In afwijking op de bepalingen vermeld in punt 2 van artikel 2, wanneer de werknemer een anciënniteit van 6 maanden bereikt in dezelfde onderneming, in een ononderbroken periode van economische werkloosheid, dan vatten de eerste negentig dagen, voorzien in § 1 van dit artikel, aan op de eerste dag van deze periode van gebrek aan werk wegens economische oorzaken.
Art. 4.De bestaanszekerheidsuitkering bedraagt 0,4689 EUR per uur te vermenigvuldigen met het aantal uren voorzien in het uurrooster van de werknemer op de dag dat hij werkloos is wegens economische oorzaken.
Art. 5.De bestaanszekerheidsuitkering is ten laste van de werkgever en dient betaald te worden op de eerste effectieve betaaldag van de lonen die volgt op de periode van gebrek aan werk wegens economische oorzaken.
Art. 6.De bestaanszekerheidsuitkering zoals bepaald in de artikelen 2, 3, 4 en 5 doet niets af aan de verplichte toepassing van artikel 9 van de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2013 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2014.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 december 2014.
De Minister van Werk, K. PEETERS