13 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat De Post betreft, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen heeft als doel de intrede van een strategische partner bij De Post voor te bereiden op grond van de machtiging gegeven in artikelen 305 en 306 van de programmawet van 27 december 2004.

De initiatieven genomen in voorliggend besluit zijn een noodzakelijke voorwaarde voor de intrede van een strategische partner bij De Post.

Via dit besluit worden bepalingen uit de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven gewijzigd omdat deze onverenigbaar zijn met de intrede van de strategische partner in het kapitaal van De Post ten belope van 50 % - 1 aandeel.

De wet van 20 december 1995 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen maakte indertijd gelijkaardige aanpassingen aan artikel 60/1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven om de intrede van een strategische partner bij Belgacom te begeleiden.

Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 beoogt te vermijden dat bij een kapitaalverhoging van De Post de gelijkheid tussen aandeelhouders in het gedrang zou komen. Zo wordt artikel 39, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven buiten toepassing gesteld. Deze bepaling voorziet de overheden steeds 75 % van de stemmen en mandaten in alle organen van het autonome overheidsbedrijf, zelfs indien, zoals voorzien in het vermelde « Share Subscription Agreement » van 12 oktober private partners 50 % min 1 aandeel verwerven. In dezelfde lijn wordt artikel 40, §§ 2 en 3, eveneens buiten toepassing gesteld voor wat betreft De Post en dit om te voorkomen dat bij uitgifte de nieuwe aandelen door de uitoefening van het daarin beschreven voorkeurrecht de partner ervan weerhouden wordt op deze aandelen in te tekenen waardoor zijn rechten zouden kunnen verwateren.

Artikel 2 stelt met het oog op het tot stand brengen van duidelijke verhoudingen met de partner uit de particuliere sector een systeem in waarbij de Koning alle bestuurders benoemt die de publieke sector vertegenwoordigen naar verhouding van de globale stemgerechtigde participatie van de publieke sector.

Verder wordt vermeden dat de keuze van de partner inzake de bestuurders die hem vertegenwoordigen beperkt wordt door de taalgroep waartoe zij behoren.

Artikel 3 bepaalt dat dit besluit in werking treedt vanaf de beslissing tot kapitaalverhoging van de buitengewone algemene vergadering van De Post waarbij de strategische partner zijn intrede doet in het kapitaal van De Post.

In antwoord op de opmerking van de Raad van State is gepreciseerd dat de vervulling van deze voorwaarde het voorwerp uitmaakt van een bericht in het Belgisch Staatsblad door toedoen van de Staatssecretaris bevoegd voor overheidsbedrijven. Dit procédé is ook gevolgd bij vroegere transacties betreffende andere overheidsbedrijven zoals Belgacom en BIAC. Artikel 4 behoeft geen commentaar.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, B. TUYBENS

13 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat De Post betreft, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 27 december 2004, inzonderheid op de artikelen 305 en 306;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 november 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 22 november 2005;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wijzigingen die onderhavig besluit aanbrengt aan de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, een noodzakelijke voorwaarde vormen voor de intrede van een strategische partner in het kapitaal van De Post, en dat De Post er een aanzienlijk belang bij heeft dat deze verrichting zo spoedig mogelijk kan worden afgerond;

Gelet op het advies 39.485/4 van de Raad van State, gegeven op 5 december 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en van Consumentenzaken en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 147bis van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004, wordt vervangen als volgt : «

Art. 147bis.Artikel 39, § 1, derde lid, en § 5, en artikel 40, §§ 2 en 3, zijn niet van toepassing op De Post.

Geen enkele verrichting kan tot gevolg hebben dat de rechtstreekse deelneming van de overheid, zoals bepaald door of krachtens artikel 42, in het kapitaal van De Post daalt beneden 50 % van de aandelen plus één aandeel. »

Art. 2.Artikel 148bis/1, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 december 1999, wordt aangevuld met de volgende leden : « In de tweede zin van artikel 18, § 2, tweede lid, wordt, wat De Post betreft, het woord « Staat » vervangen door het woord « overheid ».

De leden van de raad van bestuur van De Post die niet door de Koning worden benoemd, worden niet in aanmerking genomen voor het vereiste van taalpariteit gesteld in artikel 16. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking vanaf het besluit van de buitengewone algemene vergadering van De Post tot verhoging van het kapitaal overeenkomstig het koninklijk besluit van 12 oktober 2005 waarbij De Post wordt gemachtigd om nieuwe aandelen uit te geven. De vervulling van deze voorwaarde maakt het voorwerp uit van een bericht dat door toedien van de Staatssecretaris bevoegd voor overheidsbedrijven wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatblad.

Art. 4.Onze Staatssecretaris bevoegd voor Overheidsbedrijven is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : Onze Minister van Begroting en van Consumentenzaken, Mevr. F. VANDENBOSSCHE De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, B. TUYBENS