gepubliceerd op 29 september 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
12 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en het koninklijk besluit van 16 april 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole van 20 april 2001 en van 18 juli 2001;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging geformuleerd op 23 april 2001 en van 23 juli 2001;
Gelet op het advies van de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, gegeven op 31 juli 2001, in toepassing van artikel 21, 3° lid, 2°, a) van de hiervoor genoemde wet van 25 april 1963, en waarbij hij de bevoegdheden overneemt van de Algemene Raad die op 23 juli 2001 en op 30 juli 2001 niet rechtsgeldig kon vergaderen omdat het vereiste aantal leden niet aanwezig was;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 augustus 2001;
Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Begroting gegeven op 5 september 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende de omstandigheid dat dit koninklijk besluit in werking moet treden op dezelfde datum als het koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, omdat de afschaffing van het persoonlijk aandeel van de rechthebbende voor de nieuwe verstrekkingen ingevoerd met voormeld koninklijk besluit een wezenlijk onderdeel is van de nieuwe regeling voor de palliatieve patiënt.
Op de voordracht van onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen wordt een artikel 7octies ingevoegd, luidende : «
Art. 7octies.Geen enkele "palliatieve patiënt" is een persoonlijk aandeel verschuldigd voor de verstrekkingen van artikel 8 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984.
Onder "palliatieve patiënt" in de zin van dit artikel moet worden verstaan de rechthebbende aan wie de forfaitaire tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 2 december 1999 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor geneesmiddelen, verzorgingsmiddelen en hulpmiddelen voor palliatieve thuispatiënten, bedoeld in artikel 34, 14°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 werd toegekend. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2001.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 september 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE