Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 november 2009
gepubliceerd op 18 november 2009

Koninklijk besluit tot oprichting van een gesloten federaal centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2009009782
pub.
18/11/2009
prom.
12/11/2009
ELI
eli/besluit/2009/11/12/2009009782/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit tot oprichting van een gesloten federaal centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van Strafvordering, artikel 606, opgeheven bij wet van 10 juli 1967, hersteld door de wet van 15 mei 2006 en gewijzigd door de wet van 24 juli 2008;

Gelet op de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 2002 tot oprichting van een Centrum voor voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het centrum van Tongeren, een gesloten federaal centrum, als bedoeld in artikel 606 van het Wetboek van Strafvordering op 20 november 2009 zal beschikbaar zijn;

Overwegende dat in het belang van een goede rechtsbedeling het noodzakelijk is dit centrum zo spoedig mogelijk daadwerkelijk in gebruik te nemen; dat enerzijds dient vermeden te worden dat minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd bij gebrek aan beschikbare opvangplaatsen, niet in een gesloten centrum kunnen worden geplaatst; dat anderzijds de Belgische overheid ertoe gehouden is om alles in het werk te stellen opdat minderjarigen die uit handen zijn gegeven en die thans in een penitentiaire inrichting verblijven, zouden worden opgevangen in inrichtingen waar zij worden gescheiden van volwassen gedetineerden; dat het bijgevolg noodzakelijk is om zonder uitstel een bijkomend centrum te openen voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd;

Op de voordracht van de Minister van Justitie, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een federaal gesloten centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, bedoeld in artikel 606 van het Wetboek van Strafvordering, opgericht te Tongeren en waarvan de zetel gevestigd is bij de Federale Overheidsdienst Justitie.

Aan dit centrum worden de in artikel 606 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen van het mannelijke geslacht toevertrouwd, wanneer de beslissing tot uithandengeving genomen is door een jeugdgerecht met zetel in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad volgens de Nederlandstalige procedure.

Art. 2.De minderjarigen, die overeenkomstig de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, geplaatst kunnen worden in een centrum, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 1 maart 2002 tot oprichting van een Centrum voor voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, kunnen worden opgenomen in het in artikel 1 bedoelde centrum indien, op het ogenblik van voormelde plaatsing, aan volgende voorwaarden is voldaan : 1° het centrum zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 1 maart 2002 tot oprichting van een Centrum voor voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd volzet is, en 2° voor zover de beschikbare capaciteit van het centrum te Tongeren niet is opgenomen door minderjarigen als bedoeld in artikel 1, en 3° voor zover de minderjarige de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, en 4° de beslissing tot plaatsing uitgaat van een jeugdgerecht met zetel in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad volgens de Nederlandstalige procedure.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 20 november 2009.

Art. 4.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 november 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK

^