gepubliceerd op 15 december 2020
Besluit van de Vlaamse Regering over het gebruik van videoconferentie voor de verschijning van minderjarige verdachten
23 OKTOBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering over het gebruik van videoconferentie voor de verschijning van minderjarige verdachten
Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
15/02/2019
pub.
26/04/2019
numac
2019011711
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht
sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht, artikel 15, § 1, vierde lid.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft gunstig advies gegeven op 14 mei 2020. - De Raad van State heeft advies 67.881/1/V gegeven op 8 september 2020.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de wet van 1 maart 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2002 pub. 01/03/2002 numac 2002009204 bron ministerie van justitie Wet betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd type wet prom. 01/03/2002 pub. 19/05/2008 numac 2008000393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, artikel 2, gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006;
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme en de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding Na beraadslaging, Pagina 1 van 4 DE VLAAMSE REGERING BESLUIT : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder videoconferentie: de technologie met directe beeld- en geluidsverbinding die, als voldaan is aan de nodige vereisten, communicatie op afstand mogelijk maakt. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied
Art. 2.Als de minderjarige verdachte, na overleg met zijn advocaat, er uitdrukkelijk voor kiest om te verschijnen via een videoconferentie, kan, na akkoord van de jeugdrechter, van die mogelijkheid gebruik worden gemaakt in de volgende gevallen: 1° voor de verschijningen met toepassing van de wet van 1 maart 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2002 pub. 01/03/2002 numac 2002009204 bron ministerie van justitie Wet betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd type wet prom. 01/03/2002 pub. 19/05/2008 numac 2008000393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd;2° voor de verschijningen in het kader van een verlenging of herziening van een maatregel tot een voorlopige plaatsing in een open of gesloten opvoedingsafdeling van een openbare gemeenschapsinstelling als vermeld in artikel 52 en 52quater van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten;3° voor de verschijningen in het kader van een verlenging of herziening na de risicotaxatie als vermeld in artikel 26, § 4, derde en vierde lid, van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht;4° voor de verschijningen in het kader van een verlenging of herziening van een maatregel van gesloten begeleiding als vermeld in artikel 27, § 1, van het voormelde decreet;5° voor de verschijningen in hoger beroep.
Art. 3.De minderjarige verdachte wordt bij de eerste verschijning voor de jeugdrechter geïnformeerd over de mogelijkheid om de volgende verschijningen, vermeld in artikel 2, door middel van videoconferentie te laten verlopen.
Hiervan wordt melding gemaakt in de beschikking die in voorkomend geval voorziet in een volgende verschijning door middel van videoconferentie.
De minderjarige verdachte kan eveneens zijn akkoord voor het gebruik van de videoconferentie schriftelijk bekendmaken in het daartoe voorziene document, dat hem bij opname in de gemeenschapsinstelling ter beschikking gesteld wordt, nadat hij de kans had hierover in overleg te gaan met zijn advocaat, waarbij zijn akkoord aan de advocaat wordt voorgelegd. HOOFDSTUK 3. - Vereisten aan het systeem van videoconferentie
Art. 4.Het systeem van videoconferentie voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de minderjarige verdachte, de jeugdrechter, het openbaar ministerie, de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige, de opvoedingsverantwoordelijken en hun respectievelijke advocaten, kunnen iedereen die deelneemt aan de zitting tezelfdertijd en zonder technische belemmering zien en horen;2° de partijen kunnen daadwerkelijk en vertrouwelijk met hun advocaat communiceren, voorafgaandelijk aan, tijdens en aansluitend op de videoconferentie;3° de betrokken personen krijgen een natuurgetrouwe weergave van wat zich in de andere ruimte afspeelt;4° er kan overleg worden gevoerd zonder dat dat voor derden hoorbaar is;5° documenten kunnen voorafgaandelijk en tijdens de videoconferentie elektronisch worden uitgewisseld tussen de partijen en hun respectievelijke advocaten;6° het bewaren en verwerken van de videoconferentie is uitgesloten. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 5.Het koninklijk besluit van 12 november 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2009 pub. 18/11/2009 numac 2009009782 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot oprichting van een gesloten federaal centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd sluiten tot oprichting van een gesloten federaal centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd wordt opgeheven.
Art. 6.Artikel 5 van dit besluit treedt in werking op 1 september 2020.
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor justitie en de Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 oktober 2020.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme Z. DEMIR De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding W. BEKE