gepubliceerd op 07 juli 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de officieren ingeschreven in de Belgische Pool der zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Belgische maatschappij
12 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de officieren ingeschreven in de Belgische Pool der zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Belgische maatschappij (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de koopvaardij;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de officieren ingeschreven in de Belgische Pool der zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Belgische maatschappij.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 mei 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de koopvaardij Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003 Officieren ingeschreven in de Belgische Pool der zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Belgische maatschappij (Overeenkomst geregistreerd op 4 september 2003 onder het nummer 67334/CO/316)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : a) de werkgevers van de ondernemingen waarvan de activiteit tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de koopvaardij behoort met uitsluiting van de ondernemingen die zeelieden tewerkstellen bedoeld in artikel 3bis van de wet van 25 februari 1964 houdende de oprichting van een Pool der zeelieden;b) de officieren die in het bezit zijn van een brevet en een geldig « Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers » (STCW)-certificaat en die ingevolge artikel 3 van de wet van 25 februari 1964 ingeschreven zijn in de Belgische Pool der zeelieden met uitsluiting van de officieren bedoeld in artikel 3bis van de wet van 25 februari 1964 houdende de oprichting van een Pool der zeelieden. HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 2.In toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan : 1. Onder « scheepsofficieren » : de zeelieden, die in het bezit zijn van een brevet en een geldig STCW-certificaat, die de verantwoordelijkheid van een wacht dragen en die ingevolge artikel 3 van de wet van 25 februari 1964 ingeschreven zijn in de Belgische Pool der zeelieden met uitsluiting van de officieren bedoeld in artikel 3bis van dezelfde wet. Worden in deze overeenkomst gelijkgesteld met de officieren, de andere stuurlieden en werktuigkundigen die niet de verantwoordelijkheid van een wacht dragen, de elektriciens, de aspirant officieren dek en machine alsook de cadetten. 2. Onder « basisloon » : het maandloon, zonder enige vermeerdering, zoals het voorkomt in de hierbij gevoegde loonschalen.3. Onder « jaarlijkse bruto bezoldiging » : per jaar alle lonen en vergoedingen, uitgekeerd in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met uitzondering van de vergoeding voor uniform en het vakantiegeld.4. Onder « maand » : een kalendermaand.Voor de afrekening van de lonen worden de fracties van maanden berekend à rato van het aantal kalenderdagen. 5. Onder « maandelijkse bruto bezoldiging » : per maand, alle lonen en vergoedingen, uitgekeerd in toepassing van deze arbeidsovereenkomst, met uitzondering van de vergoeding voor uniform en het vakantiegeld.6. Onder « normaal uurloon » : 1/169e van het basisloon, toepasselijk voor cargo- en passagiersschepen.7. Onder « etmaal » : een periode van middernacht tot de volgende middernacht.8. Onder « lange omvaart » : de vaart op alle zeeschepen, behalve deze die worden gebruikt voor de kustvaart.9. Onder « kustvaart » : de vaart op de havens van Europa, inclusief alle Middellandse Zeehavens.10. Onder « passagiersschepen » : schepen die normaal meer dan 12 passagiers vervoeren. HOOFDSTUK II. - Loonsvoorwaarden Loonschalen
Art. 3.Het maandelijkse basisloon voor cargo- en passagiersschepen evenals voor tankers is vervat in de hierbijgevoegde loonschalen. In dezelfde loonschalen zijn de vergoedingen voor anciënniteit en overwerk bepaald (bijlage 1).
Overplaatsing
Art. 4.Bij overplaatsing van een officier op een schip van kleinere tonnenmaat of geringer motorvermogen van dezelfde rederij, zal deze laatste - indien de overplaatsing het gevolg is van een beslissing van de rederij - de door de betrokkene op het groter schip genoten loon handhaven gedurende de hierna bepaalde tijd : -1 tot en met 3 jaar dienst op een groter schip : 6 maanden handhaving van het loon; - 4 tot en met 5 jaar dienst op een groter schip : 12 maanden handhaving van het loon; - 6 tot en met 10 jaar dienst op een groter schip : 18 maanden handhaving van het loon; - 11 tot en met 15 jaar dienst op een groter schip : 24 maanden handhaving van het loon.
Hetzelfde principe zal toegepast worden wanneer een officier aangeduid wordt om een lagere rang in dezelfde rederij te bekleden.
Het hierboven vermelde is niet van toepassing indien dit het gevolg is van een welomschreven en aan de officier vooraf bekendgemaakte sanctie.
Reisduur
Art. 5.1. Na zes maanden ononderbroken afwezigheid uit een Belgisch Luxemburgse Economische Unie (BLEU)-haven mag de contractuele reisduur door de reder of door de officier beëindigd worden in gelijk welke haven met redelijke transportfaciliteiten. In beide gevallen heeft de zeeman recht op repatriëring op kosten van de reder met inbegrip van het vervoer van zijn persoonlijke bagage met een maximum van 50 kg.
Indien de reder of officier de contractuele reisduur krachtens voormelde bepalingen wenst te beëindigen, moet hij de andere partij hiervan ten minste twee weken vóór de aankomst in de eerstvolgende haven, die het schip zal binnenlopen, in kennis stellen. 2. Indien de periode van 6 maanden een einde neemt in een niet-Europese haven en het schip op terugreis is naar een Belgisch Luxemburgse Economische Unie (BLEU)-haven of in een Europese haven binnen de maand verwacht wordt, dan mag de reder de contractuele reisduur verlengen tot bij aankomst in de BLEU of Europese haven.3. Indien het schip voor het verstrijken van de periode van 6 maanden een Europese haven aandoet, en naar een niet-Europese bestemming vertrekt, mag na vijf maanden een einde gesteld worden aan de contractuele reisduur en gelden de bepalingen van § 1 inzake vooropzeg, kosten van repatriëring en vervoer van bagage.4. Indien de periode van 6 maanden ononderbroken afwezigheid uit een Belgisch Luxemburgse Economische Unie (BLEU)-haven op verzoek van de rederij overschreden wordt, wordt het basisloon vanaf de zevende maand verhoogd met 10 pct. Premie springstoffen
Art. 6.Een speciale premie van 12,5 pct. op het basisloon wordt toegestaan voor het vervoer van springstoffen en voor zolang deze aan boord zijn.
Zowel naar de geest als naar de letter van dit artikel, worden hier springstoffen bedoeld die, ingevolge de bestaande internationale voorschriften, in speciaal ingerichte ruimen dienen vervoerd en gelost of geladen te worden op speciaal daartoe aangewezen plaatsen.
Verblijf aan de wal in het buitenland
Art. 7.Wanneer een officier in dienst in het buitenland in opdracht van de rederij, tijdelijk aan de wal moet blijven, zullen de onkosten daarvan door de rederij worden gedragen. HOOFDSTUK III. - Arbeidsvoorwaarden Wachtenstelsel
Art. 8.Op zee wordt het driewachtenstelsel toegepast. Uitzondering wordt enkel gemaakt voor bepaalde vaartuigen van kleine tonnenmaat waarop het speciaal regime voorzien in artikel 44 wordt toegepast.
Art. 9.Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst wordt een schip beschouwd als zijnde op zee vanaf het ogenblik en zolang de zeewachten in alle departementen met volledige of onvolledige personeelsbezetting doorlopen.
Arbeidsduur op weekdagen - wachtlopende officieren
Art. 10.1. Op zee en in de haven, wanneer de wachten doorlopen : - van maandag tot en met vrijdag : 8 uur per dag volgens wachtenstelsel; - 's zaterdags : 8 uur volgens wachtenstelsel. 2. Op dagen van aankomst en vertrek : - van maandag tot en met vrijdag : 8 uur per dag; - 's zaterdags : 8 uur. 3. In de haven, wanneer de wachten geschorst zijn : - van maandag tot en met vrijdag : 8 uur per dag tussen 7 uur en 17 uur; - 's zaterdags : 8 uur tussen 7 uur en 17 uur.
In de havens waar een andere werkregeling bestaat, kunnen deze uren gewijzigd worden, zonder dat de hierboven vermelde duur mag overschreden worden in een tijdspanne van 12 uur.
Arbeidsduur op weekdagen - dagofficieren
Art. 11.Onder « dagofficieren » wordt verstaan : de officieren, die niet ingedeeld zijn in het wachtenstelsel of die gedurende de dag werken en 's nachts vrij zijn. a) Op zee en in de haven, wanneer de wachten doorlopen : - van maandag tot en met vrijdag : 8 uur per dag te verrichten tussen 6 uur en 18 uur; - 's zaterdags : 8 uur te verrichten tussen 6 uur en 18 uur. b) Op dagen van aankomst en vertrek : Zonder rekening te houden met de begrenzingen vermeld onder a) : - van maandag tot en met vrijdag : 8 uur per dag; - 's zaterdags : 8 uur. c) In de haven, wanneer de wachten geschorst zijn : - van maandag tot en met vrijdag : 8 uur per dag tussen 7 uur en 17 uur; - 's zaterdags : 8 uur tussen 7 uur en 17 uur.
In de havens waar een andere werkregeling bestaat, kunnen deze uren gewijzigd worden, zonder dat de hierboven vermelde duur mag overschreden worden in een tijdspanne van 12 uur.
Werkzaamheden op zon- en feestdagen
Art. 12.Met uitzondering van de « veiligheidswachten » in de havens, waarvoor artikel 15 van deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt, zijn de bepalingen van dit artikel van kracht voor werkzaamheden op zon- en feestdagen.
Voor werkzaamheden op zon- en feestdagen, wordt per uur, het bedrag vermeld in kolom 6 van de bijgevoegde loonschalen toegekend.
Beperkingen werkzaamheden op zon- en feestdagen
Art. 13.Het in artikel 12 bepaalde werk op zon- en feestdagen mag slechts opgedragen worden binnen volgende beperkingen en tijdsbegrenzingen : 1. Wachtlopende officieren a) Op zee en in de haven, wanneer de wachten doorlopen, wordt op zondagen gewerkt volgens het wachtenstelsel. Op de feestdagen, zoals bepaald bij artikel 24, mogen slechts de voor het voeren van het schip, de dienst van de opvarenden, de bescherming van het milieu, de veiligheid en de gezondheid noodzakelijke werkzaamheden opgedragen worden. b) Op zon- en feestdagen van aankomst kunnen er : - vóór de aankomst, de werkzaamheden opgelegd worden, zoals hierboven vermeld onder a) ; - na de aankomst enkel werkzaamheden opgelegd worden in verband met de aankomst en de reden waarom het schip is binnengelopen. c) Op zon- en feestdagen van vertrek, kunnen er : - vóór het vertrek, slechts werkzaamheden opgelegd worden in verband met het vertrek en de reden waarom het schip is binnengelopen of zal afvaren; - na het vertrek kunnen er evenwel werkzaamheden opgelegd worden zoals vermeld onder 1, a). d) Op zon- en feestdagen in de haven, wanneer de wachten geschorst zijn, kunnen er alleen werkzaamheden gevergd worden in verband met : - « veiligheidswachten »; - het verzekeren van de veiligheid; - de bescherming van het milieu; - het laden en lossen; - de aankomst en het vertrek; alsook in verband met dringende werkzaamheden, die noodzakelijk zijn voor de normale exploitatie van het schip, dit ter beoordeling van de kapitein. 2. Dagofficieren a) Op zee en in de haven, wanneer de wachten doorlopen, kunnen er : - op zondagen : arbeidsprestaties gevergd worden tussen 6 uur en 18 uur; - op de feestdagen, zoals bepaald bij artikel 25, mogen slechts de voor het voeren van het schip, de dienst van de opvarenden, de bescherming van het milieu, de veiligheid en de gezondheid noodzakelijke werkzaamheden opgedragen worden. b) Op zon- en feestdagen van aankomst kunnen er : - vóór de aankomst, de werkzaamheden opgelegd worden zoals hierboven vermeld onder 2.a) ; - na de aankomst enkel werkzaamheden in verband met de aankomst en de reden waarom het schip is binnengelopen. c) Op zon- en feestdagen van vertrek, kunnen er : - vóór het vertrek, slechts werkzaamheden opgelegd worden in verband met het vertrek en de reden waarom het schip is binnengelopen of zal afvaren; - na het vertrek kunnen evenwel de werkzaamheden opgelegd worden zoals vermeld onder 2. a). d) Op zon- en feestdagen in de haven, wanneer de wachten geschorst zijn, kunnen er alleen werkzaamheden gevergd worden in verband met : - « veiligheidswachten »; - het verzekeren van de veiligheid; - de bescherming van het milieu; - het laden en lossen; - de aankomst en het vertrek; alsook in verband met dringende werkzaamheden, die noodzakelijk zijn voor de normale exploitatie van het schip, dit ter beoordeling van de kapitein.
Personeelbezetting Voor de lange omvaart :
Art. 14.1. Er zal voldoende personeel aan boord zijn om de wachten zodanig in te richten dat noch de kapitein, noch de hoofdwerktuigkundige regelmatig wacht moeten lopen.
Voor de kustvaart : 2. Er moet voldoende personeel aan boord zijn om de wacht zodanig in te richten dat noch de kapitein, noch de hoofdwerktuigkundige regelmatig wacht moeten lopen, behalve voor die schepen die uitsluitend voor de kustvaart aangewend worden en onder voorbehoud van een paritair akkoord. Veiligheidswachten in de havens Veiligheidswachten :
Art. 15.A. Onder « veiligheidswachten » in de havens wordt verstaan : periodes van maximum 12 uren verplichte aanwezigheid aan boord, die geen enkele effectieve arbeid met zich brengen, met uitzondering nochtans van het toezicht en de werkzaamheden in verband met de veiligheid van het schip en de bemanning, de lading en de bescherming van het milieu.
Er mag geen beroep gedaan worden op de officieren, die de « veiligheidswacht » lopen, om effectieve arbeid te verrichten.
Veiligheidswachten worden steeds volledig vergoed, zelfs indien zij minder dan 12 uren bedragen.
Een aaneensluitende periode van effectieve arbeid en « veiligheidswacht » mag, berekend aan de werkelijke duur, 16 uren niet overschrijden per 24 uur.
Vergoeding van de « veiligheidswachten » : Veiligheidswacht tijdens de nacht : B. 1. Voor een veiligheidswacht van maximum 12 uren, gaande van 18 uur of 19 uur tot 6 uur of 7 uur de volgende dag, wordt, als de werkzaamheden dit toelaten, een halve arbeidsdag vrijaf toegestaan in de haven waar de veiligheidswacht gehouden werd ofwel een vergoeding gelijk aan 4 maal het uurloon zoals vermeld in kolom 3 van de bijgevoegde loonschalen.
Veiligheidswacht tijdens de dag : 2. Alleen op zon- en feestdagen kunnen dag-veiligheidswachten uitgevoerd worden, die maximum 12 uren bedragen en aanvangen 's morgens om 6 uur of 7 uur en eindigen 's avonds om 18 uur of 19 uur. Een dag-veiligheidswacht op een zon- of een feestdag geeft recht op 4 maal het uurloon zoals vermeld in kolom 3 van de bijgevoegde loonschalen.
Veiligheidswachten onbemande machinekamer op zee (UMS)
Art. 16.Indien in een onbemande machinekamer een werktuigkundige wordt aangeduid om in geval van alarm en opgelegde controle, een prestatie te leveren, dan worden de effectieve prestaties alleen betaald als overwerk. De betreffende werktuigkundige moet gekwalificeerd zijn.
Overwerk
Art. 17.1. Alle uren gewerkt buiten diegenen vermeld in de artikelen 10, 11, 12 en 15 zullen als overuren beschouwd en als dusdanig vergoed worden, behalve deze vermeld in dit artikel onder e). 2. Overwerk zal steeds vergoed worden met schijven van één half uur.3. Voor het overwerk en eventuele veiligheidswachten van de kapitein, de hoofdwerktuigkundige, de 2e werktuigkundige en de 1e officier zal een « lump sum » worden uitbetaald zoals vermeld in kolom 7 van de bijgevoegde loonschalen.4. Wijze van vergoeding der overuren : Weekdagen van maandag tot en met vrijdag : - dagelijkse grens van 8 effectief gepresteerde uren : alle overuren, die deze dagelijkse grens overschrijden, worden vergoed aan 150 pct. van het normaal uurloon. - zaterdagwerk wordt vergoed aan 150 pct. van het normaal uurloon.
Voor het berekenen van de dagelijkse grens worden de periodes van "veiligheidswachten" in aanmerking genomen à rato van 4 uren effectieve arbeid per 12 uren wacht.
Werkzaamheden op zon- en feestdagen worden vergoed krachtens de bepalingen van artikel 12. 5. Overmacht Er worden geen overuren, noch enige andere vergoeding, betaald voor arbeid : - in verband met de veiligheid van het schip, de lading en de ingescheepte personen; - in verband met het verlenen van hulp aan andere in nood zijnde schepen of personen; - in verband met brandweer-, sloep- en alle gelijkaardige oefeningen, die door internationale conventies zijn voorgeschreven; - in verband met formaliteiten voor tol-, quarantaine en medische aangelegenheden; - in verband met het bepalen van het bestek van het schip en alle andere meteorologische observaties; - in verband met het aflossen van de wachten; - in de havens, gedurende de zondagsrust, voor het verrichten van de normale voorkomende bezigheden, waarin het toezicht op het reinigen van het schip is begrepen, zonder dat zulks meer dan twee uren mag duren; - in verband met de milieubescherming en de oefeningen hiervoor.
Welvaartspremie
Art. 18.Aan ieder zeevarende wordt een welvaartspremie toegekend van 375,67 EUR per maand of pro rata het aantal dagen voor dewelke lonen worden uitbetaald. Deze premie zal jaarlijks geïndexeerd worden volgens de formule vermeld in bijlage 2 aan onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Uniformvergoeding
Art. 19.Indien de rederij het dragen van een uniform voorschrijft aan de officieren, zal hun hiervoor een maandelijkse vergoeding van 60,86 EUR worden verleend. Deze vergoeding zal jaarlijks geïndexeerd worden volgens de formule vermeld in bijlage 2 aan onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Vakantie Jaarlijkse vakantie
Art. 20.De officier heeft recht op 30 kalenderdagen wettelijke vakantie per jaar. De vakantiedagen zullen zoveel mogelijk verleend worden in overeenstemming met de wensen van de belanghebbenden. De zon- en feestdagen worden niet beschouwd als vakantiedagen. Voor de berekening van de duur van de jaarlijkse vakantie worden in aanmerking genomen de werkelijk gepresteerde dagen en de door de wet met werkelijke arbeidsdagen gelijkgestelde dagen.
Voor de hierboven voorziene jaarlijkse vakantie ontvangen de officieren een vakantiegeld (zowel enkel als dubbel) berekend op basis van hun bruto jaarlijkse bezoldiging en gelijk aan 17,42 pct. voor de hogere officieren (i.e. kapitein, 1e, 2e en 3e officier en 1e, 2e, 3e en 4e werktuigkundige) en 16,42 pct. voor de lagere officieren (4e officier, 5e officier, 5e werktuigkundige, aspirant officier en aspirant werktuigkundige).
Compensatiedagen Zon- en feestdagen gedurende de reis
Art. 21.Tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst ontvangen de officieren voor elke zon- en feestdag, één compensatiedag.
Zaterdagen gedurende de reis : Voor de zaterdagen tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst ontvangen de officieren, één compensatiedag.
Extra vakantie
Art. 22.Buiten de jaarlijkse vakantie toegekend ingevolge artikel 20, wordt aan de officieren 1 extra vakantiedag verleend per dertig prestatiedagen, berekend aan 1/30e van het basisloon vermeerderd met de anciënniteitvergoeding.
Breuken van 15 dagen en minder komen niet in aanmerking.
Conventionele vakantie
Art. 23.Per collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 1985 tot uitvoering van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985) wordt aan de zeevarenden één bijkomende vakantiedag toegekend per 20 dagen vaart à rato van 8/169e van de basislonen met inbegrip van de welvaartspremie.
Feestdagen
Art. 24.1. De volgende dagen worden als officiële feestdagen beschouwd : 1 januari, 2e Paasdag, 1 mei, O.H. Hemelvaart, 2e Pinksterdag, 21 juli, OLV-Hemelvaart, Allerheiligen, 11 november, Kerstdag. 2. Wanneer een feestdag op een zaterdag of een zondag valt, wordt de feestdag genomen op de eerste gewone werkdag die op die feestdag volgt. Berekening van de vakantiedagen
Art. 25.360 dagen vaart geeft recht op : 52 compensatiedagen zaterdag; 78 compensatiedagen zondag (52 + 26 compensatie op vakantie); 15 feestdagen (10 + 5 feestdagen op vakantie); 12 vakantie; 18 conventionele vakantie; 46 dagen wettelijke vakantie (30 + 16 wettelijke vakantiedagen op vakantie); 221 vrije dagen.
Wettelijke vakantie per maand : (46 x 30 dagen) : 360 dagen = 3,83 kalenderdagen = 3,3 dagen in 6 dagenstelsel.
Andere vakantie per maand : (175 x 30 dagen) : 360 dagen = 14,58 kalenderdagen = 12,5 dagen in 6 dagenstelsel.
De vakantiedagen worden in principe opgenomen in het 6-dagenstelsel.
De zon- en feestdagen worden niet beschouwd als vakantiedagen.
De keuzemogelijkheid om de vakantie in het 5-dagenstelsel op te nemen ligt bij de officier. Volgens de noodwendigheden van de dienst kan de rederij hiervan afwijken in onderling overleg met de officier.
Indien de officier dit wenst kunnen de vrije dagen opgeschort worden voor de periode dat hij, in opdracht van de reder, specialisatiecursussen volgt.
Toepassing van de vakantie
Art. 26.De vakantiedagen en vrije dagen onderbreken het dienstverband niet.
Studieverlof
Art. 27.Aan de officieren die de voorwaarden vervullen tot deelneming aan een examen voor het verwerven van een brevet zal op hun aanvraag, zo spoedig mogelijk, studieverlof zonder loon worden toegestaan, indien de vereisten van de dienst het toelaten.
De verlofaanvraag moet ingediend worden bij de rederij ten minste 2 maanden vóór de datum van het gevraagde verlof.
De aanvraag, alsmede de toelating, moeten schriftelijk geschieden. De inwilliging van de aanvraag mag niet langer dan één jaar verdaagd worden.
Bij onderbreking van de dienst, uit oorzaak van studie, met toestemming van de rederij, worden de diensttijden vóór en onmiddellijk na het studieverlof geacht aaneen te sluiten.
Repatriëring
Art. 28.Bij repatriëring, behalve bij wederzijdse overeenkomst om de contractuele reisduur te verbreken, hebben de officieren recht op vrije overbrenging naar de haven waar ze aangeworven werden, op voorwaarde dat zij de reisweg en de wijze van repatriëring volgen door de reder of zijn vertegenwoordiger aangeduid. Hierin is begrepen het vervoer van zijn persoonlijke bagage met een maximum van 50 kg.
De reder of zijn vertegenwoordiger zorgt er voor dat de officieren overeenkomstig hun rang behandeld worden.
De belanghebbende heeft recht op zijn loon tot zijn aankomst in de plaats van aanwerving; dit op voorwaarde dat hij de terugreis ondernomen heeft langs de weg en binnen de termijn door de reder of zijn vertegenwoordiger vastgesteld.
Indien betrokkene echter ontscheept is op grond van tuchtmaatregelen, verliest hij het recht op zijn loon voor de reisdagen.
Indien betrokkene recht heeft op zijn loon, dan heeft hij eveneens recht op de vergoeding voor een met die periode overeenstemmend aantal vakantiedagen zoals voorzien in artikel 19. HOOFDSTUK V. - Beëindiging van het dienstverband Opzeg van het ononderbroken dienstverband
Art. 29.Na een periode van 12 maanden dienst is de officier in dienst van de reder voor onbepaalde tijd niettegenstaande het bestaan van een overeenkomst voor bepaalde duur. a) De opzeg van het ononderbroken dienstverband door de reder geschiedt met inachtneming van de hiernavermelde termijnen : Kapitein, 1e officier en hoofdwerktuigkundige : Na 1 jaar : 1 maand. Na 3 jaar : 3 maanden.
Na 5 jaar : 6 maanden.
Na 10 jaar : 9 maanden.
Alle officieren behalve de kapitein, de 1e officier en de hoofdwerktuigkundige : Na 1 jaar : 2 weken.
Na 3 jaar : 6 weken.
Na 5 jaar : 3 maanden.
Na 10 jaar : 6 maanden.
De vakantiedagen/vrije dagen kunnen door de reder niet als opzegtermijn gebruikt worden. De reder behoudt zich nochtans het recht voor de officier, kapitein of hoofdwerktuigkundige in effectieve dienst te houden gedurende 75 pct. van de opzegtermijn. b) De opzeg van het ononderbroken dienstverband door de officier geschiedt met inachtneming van de hierna vermelde termijnen : Kapitein, 1e officier en hoofdwerktuigkundige : Na 1 jaar : 2 weken. Na 3 jaar : 6 weken.
Na 5 jaar : 3 maanden.
Na 10 jaar : 4,5 maanden.
Alle officieren behalve de kapitein, de 1e officier en de hoofdwerktuigkundige : Na 1 jaar : 1 week.
Na 3 jaar : 3 weken.
Na 5 jaar : 6 weken.
Na 10 jaar : 3 maanden.
De officier kan zijn vakantiedagen/vrije dagen gebruiken als opzegtermijn. Indien de officier onvoldoende vakantiedagen/vrije dagen heeft voor zijn opzegtermijn kan de reder eisen dat de officier voor de resterende opzegtermijn effectieve prestaties uitvoert.
Art. 30.Bij opzeg van het dienstverband, zoals hierboven bepaald, door de rederij is de rederij verplicht de lonen, inclusief vakantiegeld, zoals vermeld in de bijgevoegde loonschalen te betalen voor het gedeelte van de opzegperiode dat er effectief prestaties verricht worden. Voor het gedeelte van de opzegperiode dat er van de officier geen prestaties verwacht worden is de rederij verplicht de basislonen te betalen vermeerderd met de anciënniteit en de welvaartspremie en inclusief het vakantiegeld.
Art. 31.Bij ontslag van een officier op grond van tuchtmaatregel is de rederij niet gehouden de in artikel 30 gestelde opzegtermijn te eerbiedigen.
Getuigschrift
Art. 32.Officieren hebben, bij beëindiging van het dienstverband, recht op een getuigschrift.
Rapporten van departementsoversten aan de rederij over officieren
Art. 33.Iedere officier heeft het recht inzage te nemen van de rapporten, die door de kapitein en zijn departementsoverste over hem bij de rederij werden ingediend.
De rederij is gehouden deze rapporten op haar kantoor voor te leggen, op eenvoudige of schriftelijke aanvraag van de betrokkene. HOOFDSTUK VI. - Speciale clausules Beddengoed en eetgerei
Art. 34.Beddengoed, zoals matrassen, hoofdkussens, overtrekken, lakens en dekens, zullen door de rederij ter beschikking van de officieren worden gesteld. Eveneens wordt hun degelijk eetgerei in bruikleen gegeven.
De lakens en kussenslopen worden, om de twee weken, door zuivere vervangen.
Dekens en matrasovertrekken worden in reine toestand gehouden.
De officieren verbinden zich de in bruikleen ontvangen goederen, alsmede hun verblijfplaatsen, in goede staat te behouden. Bij bewezen verwaarlozing, vernieling of verlies van de goederen in kwestie zal de betrokkene hiervoor vergoeding verschuldigd zijn. De vergoeding wordt op het loon verhaald. Onder die omstandigheden kan ten allen tijde gedurende de reis het verstrekken van bedoelde artikels aan de schuldigen ingetrokken worden, dit ter beoordeling van de kapitein.
Maaltijden
Art. 35.De voedselvoorziening aan boord mag niet als een economisch probleem beschouwd worden en alle leden van de bemanning zijn in principe gelijkgesteld voor wat de maaltijden betreft.
Op schepen, die passagiers aan boord hebben, kan hiervoor nochtans uitzondering bestaan voor officieren die samen met de passagiers hun eetmalen gebruiken.
Eetwaren zullen in geen geval, zonder toelating van de reder, door leden van de bemanning aan wal mogen gebracht worden.
Voedselvoorraden en -verbruik
Art. 36.De controle op de voedselvoorraden en -verbruik wordt waargenomen door het conventionele overlegorgaan zoals voorzien in artikel 37.
Conventionele overlegorgaan Organisatie voor veiligheid en gezondheid (OVG)
Art. 37.Per schip wordt een conventioneel overlegorgaan genaamd organisatie voor veiligheid en gezondheid samengesteld. 1. a) Aan boord van alle schepen worden ter organisatie van de veiligheid en gezondheid één opvarende officier en één opvarende gezel als lid van de organisatie voor veiligheid en gezondheid aangeduid.b) De aanstelling van de OVG-leden gebeurt aan boord in aanwezigheid van de kapitein of zijn afgevaardigde en in onderling overleg tussen de opvarende officieren en scheepsgezellen.c) Indien in de loop van de reis één van de OVG-leden wegvalt, gebeurt de vervanging onmiddellijk.d) De OVG-leden worden aangeduid in het logboek.De aanduiding vermeldt de begindatum van de aanstelling. 2. De OVG-leden hebben tot taak de voedselvoorraden aan boord regelmatig te controleren.Deze controles grijpen minstens eenmaal per week plaats op niet vooraf bepaalde dagen in aanwezigheid van de kapitein of zijn afgevaardigde.
Indien één der OVG-leden, of beiden samen, aanmerkingen of vaststellingen als gevolg van deze controle of over de verstrekte levensmiddelen of hun bereiding hebben, dan moet de kapitein deze aanmerkingen of vaststellingen opnemen in het logboek. De tijd aan deze controle besteed geldt als arbeidstijd. 3. a) De in 1.a) vermelde OVG-leden hebben bovendien tot taak een bijdrage te leveren tot het terugdringen van het aantal arbeidsongevallen aan boord en het beperken van deze ongevallen tot een minimum : 1) door het adviseren van de kapitein over de te nemen maatregelen ter voorkoming van arbeidsongevallen aan boord, bijvoorbeeld in verband met het onderkennen en signaleren van onveilige constructies, materialen en situaties, het oordeelkundig en adequaat gebruik van beschermende middelen, kledij, enz.; 2) door het informeren van de overige bemanningsleden teneinde hen veiligheidsbewust te maken.b) Teneinde zich van de in 3.vermelde taak te kwijten, maken de OVG-leden om de maand een veiligheidsronde aan boord in aanwezigheid van de kapitein of zijn afgevaardigde. c) De tijd besteed aan deze veiligheidsronde geldt als arbeidstijd.d) Van de in 3.a) 1) voorziene adviezen wordt melding gemaakt in het logboek. e) De commissie ingesteld bij paragraaf 5 is gerechtigd eventueel afschrift van deze meldingen in het logboek op te vragen.4. De in 1.vermelde OVG-leden worden beschermd tegen ontslag voor een reden inherent aan hun taak.
De commissie ingesteld bij paragraaf 5 zal in voorkomend geval oordelen over de gegrondheid van het ontslag. In geval van ongegrondheid zal aan de betrokkene een morele schadevergoeding toegekend worden ten bedrage van één maal de maandelijkse bruto bezoldiging. 5. a) Binnen het toepassingsgebied van onderhavige arbeidsovereenkomst wordt er één « adviescommissie voor veiligheid en gezondheid » opgericht.b) Deze commissie is samengesteld uit 3 redersafgevaardigden en 3 zeeliedenafgevaardigden.c) De in a) vermelde commissie heeft tot taak : 1) onderzoeken te wijden aan de aard, de ernst en de eventuele voorkoming van arbeidsongevallen aan boord;2) adviezen en voorstellen in te dienen bij de bevoegde instanties, organismen, instellingen en rederijen in verband met de veiligheid en de gezondheid van de bemanningen aan boord. Werk- en Beschermingskledij
Art. 38.Buiten de overalls die de reder de officieren moet bezorgen, moet hij bovendien volgende beschermingskledij ter beschikking stellen : a) Individuele voorzieningen : Dek : 1.regenpak bestaande uit broek en vest; 2. werkhandschoenen;3. veiligheidswerkschoenen. Machine : - werkhandschoenen; - veiligheidswerkschoenen.
Algemene diensten : - werkhandschoenen; - veiligheidswerkschoenen. b) Collectieve voorzieningen : - één waterdichte overall en hoofddeksel voor carterwerk; - ademhalingstoestellen volgens voorschriften van het scheepvaartinspectiereglement; - beschermingsrubberhandschoenen in voldoende mate; - rubber laarzen in voldoende mate; - frigovesten in voldoende mate (minimum één); - veiligheidshelmen in voldoende mate; - oorstoppen; - beschermingsbrillen voor bikken in voldoende mate; - beschermingsbrillen voor lassen zoveel als er lasposten zijn; - beschermingsbrillen voor slijpen zoveel als er slijpmolens zijn; - één schildermasker per pistool; - één beschermingsschort per laspost; - één aangezichtsscherm per laspost; - beschermingshandschoenen voor lassen zoveel als er lasposten zijn; - stofmaskers in voldoende mate.
Brevet
Art. 39.De officieren die een hoger STCW-certificaat bezitten dan vereist voor de rang die zij bekleden, krijgen hiervoor een vergoeding ten belope van 2,71 EUR per dag uitgekeerd. Deze premie wordt jaarlijks geïndexeerd volgens de formule vermeld in bijlage 2 aan onderhavige arbeidsovereenkomst.
Reiskosten
Art. 40.Wanneer een officier reist voor rekening van de rederij, zal deze hem de nodige reisbiljetten bezorgen.
Aanvaardbare kosten, mits voorlegging van een rekening aan de kapitein bij aanmonstering en aan de rederij bij afmonstering, worden terugbetaald.
Administratieve kosten door de officier gemaakt om geldige documenten, zoals internationaal paspoort en visum, te verkrijgen, worden eveneens vergoed door de reder.
Verplaatsingskosten bij vertrek en aankomst van het schip
Art. 41.De officier heeft : - bij vertrek wanneer de contractuele reisduur aanvangt; - bij aankomst na het beëindigen van de contractuele reisduur; recht op een vergoeding ten belope van telkens 27,35 EUR als vergoeding voor zijn lokale verplaatsingsuitgaven.
Deze vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd volgens de formule vermeld in bijlage 2 aan onderhavige arbeidsovereenkomst.
Deze vergoeding wordt niet toegekend indien de reder een individueel of gemeenschappelijk vervoermiddel ter beschikking stelt voor de verplaatsing van het "Maritiem Huis" naar het schip en omgekeerd.
Bij aankomst van het schip kan het ter beschikking stellen van een individueel of gemeenschappelijk vervoermiddel de betaling van de in het eerste lid vermelde vergoeding slechts vervangen indien dit vervoermiddel van het schip vertrekt binnen de twee uur na aankomst van het schip.
Indien door de noodwendigheden van de dienst, departementsoversten aan boord moeten blijven na vertrek van het in het tweede lid vermelde vervoermiddel en indien de rederij geen alternatief vervoermiddel ter beschikking stelt, dan krijgen deze departementsoversten de in het eerste lid vermelde vergoeding toegekend.
Art. 41 Bij aanwerving hebben de officieren bovendien recht op een tussenkomst door de reder in hun overige verplaatsingskosten, ten belope van tweemaal 60 pct. van de kostprijs van een ticket 2e klas NMBS van de hoofdplaats van de provincie, waar ze hun verblijfplaats hebben, tot aan het Centraal Station te Antwerpen.
Voor de officieren, die hun verblijfplaats in de provincie Antwerpen hebben, beloopt deze tussenkomst 60 pct. van de kostprijs van een ticket 2e klas Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen Mechelen - Centraal Station Antwerpen.
Indien de aanwerving plaats heeft bij aankomst of vertrek, wordt enkel de bij aankomst of vertrek voorziene vergoeding uitbetaald. Deze tussenkomst wordt eveneens toegekend aan de officieren, die een stand-by verrichten. Indien de officieren, die stand-by verrichten, aangeworven worden, hebben zij recht op éénmaal deze tussenkomst; indien zij niet aangeworven worden op tweemaal deze tussenkomst.
Verlies van plunje
Art. 43.De vergoeding voor verlies of vernieling van plunje (persoonlijke bagage) aan boord van het schip of gedurende de reis van en naar het schip zal maximum 5.000 EUR bedragen.
Voorwerpen met een waarde hoger dan 250 EUR worden enkel vergoed indien ze vooraf bij de reder of kapitein door middel van een lijst werden aangegeven. HOOFDSTUK VII. - Bijzondere regeling Tweewachtenstelsel
Art. 44.Het tweewachtenstelsel kan worden ingevoerd op schepen die het driewachtenstelsel niet kunnen toepassen, daar hun technische installatie niet toelaat een voldoende aantal bemanningsleden in te schepen.
Dit kan slechts geschieden na paritair overleg tussen de organisaties deeluitmakende van het Paritair Comité voor de koopvaardij.
Art. 45.In geval van verschillen tussen de Nederlandstalige, Franstalige en Engelstalige uitgave primeert de nederlandstalige tekst op de Franstalige en/of Engelstalige.
Art. 46.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur en heeft uitwerking op 1 januari 2003 Elk der ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits naleving van een opzeggingstermijn van zes maanden.
Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de koopvaardij en aan elk van de ondertekenende partijen betekend. De termijn van zes maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter is gestuurd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE
Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de officieren ingeschreven in de Belgische pool der zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Belgische maatschappij Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Diplomavergoeding De officieren die een hoger STCW certificaat bezitten dan vereist voor de rang die ze bekleden, krijgen hiervoor een vergoeding ten belope van 81,30 EUR per maand uitgekeerd.
Uniform Indien de rederij het dragen van een uniform voorschrijft aan de officieren, zal hen hiervoor een maandelijkse vergoeding van 60,86 EUR per maand uitgekeerd.
Welvaartspremie De officieren hebben recht op een welvaartspremie van 375,67 EUR per maand of pro rata het aantal dagen voor dewelke lonen worden uitbetaald.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE
Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de officieren ingeschreven in de Belgische pool der zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Belgische maatschappij Formule jaarlijkse indexverhoging vergoedingen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE
Bijlage 3 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de officieren ingeschreven in de Belgische pool der zeelieden ter koopvaardij tewerkgesteld door een Belgische maatschappij OORLOGSZONE Wanneer ergens ter wereld oorlog uitbreekt bepalen de sociale partners van het paritair comité voor de koopvaardij (316) in onderling overleg en aan de hand van internationale normen het gebied dat tot oorlogszone wordt uitgeroepen. De modaliteiten dienaangaande in verband met de loon- en arbeidsvoorwaarden worden onmiddellijk paritair overeengekomen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE