Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 mei 2004
gepubliceerd op 29 juni 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201396
pub.
29/06/2004
prom.
12/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/12/2004201396/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 2003, gesloten in het het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 2003 Terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 12 december 2003 onder het nummer 69006/CO/321) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die onder het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen vallen.

Zij is evenwel niet van toepassing op de werknemers wier jaarlijkse brutobezoldiging de 29.747,22 EUR overschrijdt bij gebruik van een persoonlijk vervoermiddel of bij vervoer georganiseerd door de werkgever.

De brutobezoldiging wordt berekend volgens de N.M.B.S.-criteria zoals opgenomen in de bijlage I van deze overeenkomst; deze bijlage maakt integraal deel van deze overeenkomst uit. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer

Art. 2.Wat het door de N.M.B.S. georganiseerde vervoer betreft, zal de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend worden op basis van het barema, dat is opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit dat getroffen werd in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de N.M.B.S. ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden. HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer

Art. 3.Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, zal de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 4 km berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten : a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de bijdrage van de werkgever gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een overeenstemmende afstand, zonder evenwel 60 pct.van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden. b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 60 pct.van de effectief door de werknemer betaalde prijs. HOOFDSTUK IV. - Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer

Art. 4.Ingeval de werknemer gebruikt maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijk openbare vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs betaald voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijke openbaar vervoermiddel - zal de bijdrage van de werkgever gelijk zijn aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement.

Art. 5.In elk ander geval dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in artikel 4, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend : - nadat met de betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2, 3 en 4 van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen. HOOFDSTUK V. - Persoonlijk vervoermiddel

Art. 6.In geval van gebruik van een persoonlijk vervoermiddel (daaronder ook de fiets) is de bijdrage van de werkgever afhankelijk van het bestendig gebruik van een vervoermiddel over een afstand die minstens 4 km bedraagt.

Art. 7.Wanneer de werknemer zich verplaatst per fiets, bedraagt de vergoeding voor verplaatsingen van en naar het werk 0,10 EUR per kilometer. In geval van verplaatsing met een persoonlijk vervoermiddel, ander dan de fiets, wordt de vergoeding berekend op basis van het N.M.B.S.-barema, vermeld in artikel 3 van deze overeenkomst en toegepast op de werkelijk afgelegde afstand.

Art. 8.Behalve in het geval voorzien in artikel 10, is bij het gebruik van een persoonlijk vervoermiddel, de bijdrage van de werkgever niet verplicht wanneer deze reeds een bijdrage betaalt in de kostprijs van een abonnement of treinkaart. HOOFDSTUK VI. - Vervoer georganiseerd door de werkgever

Art. 9.De werkgever die een vervoersdienst voor de werknemers organiseert, neemt slechts in de persoonlijke vervoerskosten deel voor zover de werknemer ten minste 4 km moet afleggen om zich te begeven naar de plaats waar hij het vervoermiddel kan nemen dat hem ter beschikking wordt gesteld. In dat geval wordt de financiële tussenkomst berekend volgens de modaliteiten vervat in de voorgaande hoofdstukken van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Cumulatie van diverse vervoermiddelen

Art. 10.Wanneer de werknemer meerdere vervoermiddelen gebruikt, zal de bijdrage van de werkgever berekend worden op basis van het N.M.B.S.-barema, vermeld in artikel 3 van deze overeenkomst. HOOFDSTUK VIII. - Terugbetalingstijdstip

Art. 11.De bijdrage van de werkgevers in de door de werknemers gedragen vervoerkosten zal maandelijks betaald worden, voor de werknemers met een maandabonnement of ter gelegenheid van de betaalperiode die in de onderneming gebruikelijk is voor de vervoerbewijzen die geldig zijn voor een week. HOOFDSTUK IX. - Modaliteiten van terugbetaling

Art. 12.a) werknemers die gebruik maken van het openbaar vervoer leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of hoger dan 4 km een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; bovendien preciseren zij het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen; - werknemers die gebruik maken van een persoonlijk vervoermiddel vermelden in hun verklaring op erewoord de afgelegde afstand met het persoonlijk voertuig; - voor deze verklaringen maken de werknemers gebruik van een formulier dat overeenkomt met het model in bijlage II. b) de werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

Art. 13.De tussenkomst van de werkgever in de kosten van openbaar vervoer zal betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen, uitgereikt door de N.M.B.S. en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.

Art. 14.Iedere onjuiste verklaring op erewoord leidt tot de terugbetaling van de bijdragen.

Art. 15.In geval van adresverandering maakt de begunstigde, binnen de acht dagen, een nieuwe verklaring op erewoord op of brengt ter kennis dat het niet meer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden, op straffe van de sanctie voorzien in artikel 14.

Art. 16.De bijdrage van de werkgevers wordt berekend naar rata van het aantal dagen verplaatsing in de loop van de maand. De proportionele rekenformule is de volgende : bedrag van de maandelijkse bijdrage x aantal dagen verplaatsing : 21.

Wanneer de werkgever de uitgave van zijn vervoerbewijs reeds heeft gedaan, blijft hij begunstigde van de maandelijkse bijdrage. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 17.Gunstiger bepalingen die het gevolg zijn van bijzondere overeenkomsten blijven bestaan maar kunnen niet met deze collectieve arbeidsovereenkomst gecumuleerd worden.

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd op verzoek van de meeste gerede partij, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt en heft de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 1993, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001 op.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage I aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers.

De raming van de jaarlijkse bruto-bezoldiging moet omvatten : 1) de vaste elementen : de maandelijkse brutowedde, inbegrepen de eventuele bijkomende wedden, zoals onder meer de vergoeding voor de kennis en het gebruik van beide landstalen, hierbij rekening gehouden met het beweeglijk gedeelte toegekend in functie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.Het jaarlijks brutobedrag wordt bekomen door de vaste elementen, die betrekking hebben op de eerste maand waarvoor de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers wordt gevraagd, te vermenigvuldigen met 12, zelfs indien de bediende geen 12 maanden werkt. 2) de veranderlijke elementen : a) per maand : commissieloon, premies, overuren, enz. Hier gelden de bruto-cijfers voor de laatste 12 maanden. Indien de bedienden geen 12 maanden heeft gewerkt wordt het in aanmerking te nemen bedrag bekomen door het maandgemiddelde voor de effectief gewerkte maanden, te vermenigvuldigen met 12. b) per jaar : commissieloon, premies, dertiende maand en andere toelagen die sommige werkgevers eens of meermaals per jaar aan hun personeel toekennen, ingevolge overeenkomst of gebruik. De bruto-bedragen toegekend gedurende de laatste 12 maanden moeten bij de jaarlijkse bruto-bedragen, waarvan sprake onder 1) en 2), a), worden gevoegd.

De raming van de jaarlijkse bruto-bezoldiging moet niet omvatten : 1) de toelagen van sociale aard, zoals : haard- en standplaatstoelage, kindergeld, vakantiegeld;2) de bedragen toegekend als vergoeding voor bepaalde kosten (reiskosten, representatiegelden, enz);3) pensioenen van allerlei aard. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage II aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers.

VERKLARING OP EREWOORD Model Ondergetekende . . . . . . . . . . wonende . . . . . . . . . . werkend . . . . . . . . . . verklaar op mijn eer dat ik, om mij naar mijn werk te begeven, bestendig één of meerdere vervoermiddelen gebruik over een afstand van ten minste 4 km. (trein vanaf 3 km).

Ik gebruik een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel (1) . . . . .

De afstand vermeld op het vervoerbewijs bedraagt ........ km.

Ik gebruik een persoonlijk vervoermiddel . . . . . . . . . . a) Het gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel dat de meest directe verbinding met mijn werkgelegenheid verzekert is een bus, tram, buurtspoorweg, trein (2) b) Als ik dit gemeenschappelijk vervoermiddel zou gebruiken zou mij dat ...........EUR kosten. c) De afstand afgelegd met mijn persoonlijk vervoermiddel is .........km.

Ik gebruik meerdere vervoermiddelen.

De totale afstand is ........km.

Ik heb kennis genomen van de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 2003.

Ik heb een kopie ontvangen van onderhavige verklaring. Iedere onjuiste verklaring op erewoord leidt tot de terugbetaling, van de tussenkomst, onder alle voorbehoud, en in geval van bedriegelijke verklaring tot straffen, aan elk geval afzonderlijke aangepast.

Gedaan te ........................ de ....................

Handtekening, (1) Het gepaste vakje aankruisen (2) Het overbodige schrappen Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004. De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^