12 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de belastingvermindering voor uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben ter ondertekening aan Zijne Majesteit voor te leggen heeft tot doel de aard van de dienstverrichtingen bedoeld in artikel 14525, tweede lid, 4°, (lees derde lid, 4°) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), ingevoegd door artikel 110, A, van de programmawet van 8 april 2003 en de toepassingsmodaliteiten van de vermindering vast te leggen.

Artikel 14525, WIB 92 bevat een maatregel betreffende uitgaven die zijn gedaan voor de vernieuwing, met of zonder hypothecaire lening, van een woning gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid.

De incitant bestaat erin dat de belastingplichtige die in zijn woning één of meerdere renovatiewerken heeft laten uitvoeren, een belastingvermindering zal verkrijgen.

De in artikel 14525, derde lid, 4°, WIB 92 bedoelde dienstverrichtingen zijn deze vermeld in rubriek XXXI van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven.

Er wordt verwezen naar de wetgeving inzake BTW naar analogie met de bepaling opgenomen in artikel 62 van het KB/WIB 92 betreffende de aanvullende aftrek van interesten van hypothecaire leningen die zijn aangegaan om een woning te vernieuwen (artikelen 104, 9° en 115, WIB 92).

In dit geval wordt geen gevolg gegeven aan het advies van de Raad van State die meende dat bepaalde in die rubriek voorkomende werken niet mochten worden weerhouden.

Het lijkt inderdaad niet opportuun om aan het begrip « vernieuwing van een woning » verschillende draagwijdtes te geven.

Bovendien is de tekst minder beperkend dan de door de Raad van State voorgestelde tekst, maar respecteert hij beter de doelstelling van de regering, zijnde de verbetering van het leef- en woonklimaat in de achtergestelde stadswijken.

Verder bepaalde het besluit dat de dienstverrichtingen betreffende de vernieuwingswerken moeten worden verricht door een persoon die op het ogenblik van het sluiten van het aannemingscontract als aannemer geregistreerd is overeenkomstig artikel 401, WIB 92.

De Raad van State meent dat die verduidelijking moet worden geschrapt omdat ze de regel herneemt die is opgenomen in artikel 14525, derde lid, 4°, WIB 92. Op dat punt wordt het advies van de Raad van State gevolgd.

Wat de toepassingsmodaliteiten betreft, bepaalt het besluit dat de door de geregistreerde aannemer uitgereikte factuur : - de woning moet vermelden waar de werken zijn uitgevoerd; - op basis van een door de klant opgesteld attest moet bevestigen dat de woning op het ogenblik van de aanvang van de werken sedert ten minste 15 jaar in gebruik is genomen; - de vermelding « Uitvoering van werken die zijn bedoeld in artikel 6312, KB/WIB 92 » moet bevatten, waarmee wordt bevestigd dat de uitgevoerde werken binnen de toepassing van deze bepaling vallen; - in voorkomend geval de verdeling van de kosten van de werken volgens hun aard opgeeft tussen deze bedoeld in onderhavige bepaling en de andere werken.

Bovendien moet de belastingplichtige die de belastingvermindering vraagt, bij zijn aangifte die factuur en het betalingsbewijs ervan voegen.

Het besluit is vanaf aanslagjaar 2004 van toepassing.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS

ADVIES 35.310/4 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 9 april 2003 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de belastingvermindering voor uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid », heeft op 14 april 2003 het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht van de Regering op het feit dat de ontstentenis van de controle die het Parlement krachtens de Grondwet moet kunnen uitoefenen, tot gevolg heeft dat de Regering niet over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de Regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, dienen in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen te worden opgegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt deze motivering, zoals ze in de brief met de adviesaanvraag opgenomen is, aldus : « L'urgence est motivée par le fait : - que l'article 14525 du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il a été inséré par la loi-programme du ... 2003, trouve à s'appliquer à partir de l'exercice d'imposition 2004 pour la réduction d'impôt relative aux dépenses de rénovation d'habitations situées dans une zone d'action positive des grandes villes; - que le présent arrêté royal a pour but de déterminer la nature des prestations et de régler les modalités d'application de la réduction; - que cet arrêté doit être porté le plus rapidement possible à la connaissance des contribuables; - qu'il doit dès lors être pris d'urgence. » De Raad van State, afdeling wetgeving, beperkt zich overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling en van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan.

Het aldus onderzochte ontwerp geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Het ontwerp van besluit vindt zijn rechtsgrond in artikel 14525, achtste lid, van het WIB 92, ingevoegd bij artikel 110, A), van de programmawet van (...) april 2003 (1). Deze bepaling machtigt de Koning « de aard van de in het tweede lid, 4° (lees : derde lid, 4°), bedoelde dienstverrichtingen en de toepassingsmodaliteiten van de (belasting)vermindering te bepalen.

Uit artikel 14525, derde lid, 4°, van het WIB 92, gelezen in samenhang met het eerste lid van dat artikel, volgt dat de in het derde lid, 4°, bedoelde dienstverrichtingen die zijn welke betrekking hebben op de werken voor de vernieuwing van een woning en worden uitgevoerd door een persoon die op het ogenblik van het sluiten van het aannemingscontract als aannemer is geregistreerd overeenkomstig artikel 401 van het WIB 92.

Zoals de Inspecteur van Financiën evenwel in zijn advies van 1 april 2003 opmerkt, worden in het ontworpen artikel 6312 alle dienstverrichtingen in aanmerking genomen die worden vermeld in rubriek XXXI van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, zodat de belastingvermindering van toepassing kan zijn op dienstverrichtingen zoals herstellings- en onderhoudswerken die niet vallen binnen de categorie van de vernieuwingswerken.

De tekst van het ontworpen artikel 6312 moet dienovereenkomstig worden aangepast om uitdrukkelijk de dienstverrichtingen uit te sluiten die niet vallen binnen de categorie van de vernieuwingswerken.

Het ontworpen artikel 6312, § 1, tweede lid, neemt de bepaling over die vervat is in artikel 14525, derde lid, 4°, van het WIB 92. Deze werkwijze dient te worden vermeden omdat aldus de indruk gewekt wordt dat de steller van het ontwerp bevoegd zou zijn om de in het WIB 92 vervatte wetsbepaling te wijzigen, terwijl hij dat niet is.

Het tweede lid dient derhalve te vervallen.

De kamer was samengesteld uit Mevr. M.-L. Willot-Thomas, kamervoorzitter.

De heren.

P. Vandernoot, J. Jaumotte, staatsraden.

Mevr. C. Gigot, griffier.

De nota van het Coördinatiebureau werd uitgebracht door de heer. P. Brouwers, referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. Jaumotte.

De griffier, C. Gigot. M.-L. De voorzitter.

Willot-Thomas. _______ Nota's (1) Dit wetsontwerp is door de Kamer goedgekeurd (Gedr.Stuk. Kamer, zitting 2002-2003, nr. 50-2343) is geëvoceerd door de Senaat (Gedr.

Stuk. Senaat, zitting 2002-2003, nr. 2-1566) en naar de Kamer teruggezonden voor bekrachtiging door de Koning op 3 april 2003.

12 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de belastingvermindering voor uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op artikel 14525, ingevoegd door de programmawet van 8 april 2003;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 april 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 3 april 2003;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat : - artikel 14525 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zoals het is ingevoegd door de programmawet van 8 april 2003, vanaf aanslagjaar 2004 van toepassing is op de belastingvermindering voor uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid; - dit koninklijk besluit tot doel heeft de aard van de dienstverrichtingen vast te leggen en de toepassingsmodaliteiten van de vermindering; - dit besluit zo snel mogelijk ter kennis moet worden gebracht van de belastingplichtigen; - het derhalve bij hoogdringendheid moet worden getroffen;

Gelet op het advies nr. 35.310/4 van de Raad van State, gegeven op 14 april 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In hoofdstuk I van het KB/WIB 92 wordt een afdeling XXVocties ingevoegd die luidt als volgt : « Afdeling XXVocties - Vermindering voor uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 14525)

Art. 6312.§ 1. De dienstverrichtingen die aan de basis liggen van de in artikel 14525 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde uitgaven zijn deze vermeld in rubriek XXXI van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven.

De geregistreerde aannemer die de werken uitvoert, moet een factuur uitreiken die : a) melding maakt van de woning waar de werken worden uitgevoerd;b) op basis van een duidelijk en nauwkeurig attest van de afnemer, bevestigt dat de woning op het ogenblik van de aanvang van de werken sedert ten minste 15 jaar in gebruik is genomen;c) bevestigt dat de uitgevoerde werken binnen de toepassingssfeer van § 1, eerste lid vallen door de vermelding van de formule « Uitvoering van werken die zijn bedoeld in artikel 6312, KB/WIB 92 » en die, desnoods, de verdeling van de kosten van de werken volgens hun aard opgeeft tussen deze bedoeld in § 1, eerste lid en de andere werken. § 2. De belastingplichtige die het voordeel vermeld in artikel 14525 van het genoemde Wetboek aanvraagt, moet bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen van het betrokken belastbare tijdperk het origineel of een door hem eensluidend verklaarde fotokopie toevoegen van : - de facturen betreffende de dienstverrichtingen die aan de basis liggen van de uitgaven die zijn vermeld in artikel 14525, van hetzelfde Wetboek; - het betalingsbewijs van de bedragen die voorkomen op die facturen. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking vanaf aanslagjaar 2004.

Art. 3.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Programmawet van 8 april 2003, Belgisch Staatsblad van 17 april 2003 - eerste editie.

Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

KB/WIB 92 - Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september 1993.