12 MAART 2008. - Koninklijk besluit betreffende de organisatie van een jaarlijkse landbouwenquête in de maand mei, uitgevoerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek, inzonderheid op artikel 1quinquies, vernummerd en gewijzigd bij de wet van 22 maart 2006, op artikel 16, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985, en op artikel 24bis, ingevoegd bij de wet van 1 augustus 1985;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 2001 betreffende de organisatie van een jaarlijkse landbouwtelling in de maand mei, uitgevoerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 13 juni 2003 en 7 mei 2007;

Gelet op de Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad van 29 februari 1988 houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 204/2006 van de Commissie van 6 februari 2006;

Gelet op de Verordening (EEG) nr. 837/90 van de Raad van 26 maart 1990 inzake door de lidstaten te verstrekken statistische informatie over de graanproducten, laatst gewijzigd bij de Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad van 20 november 2006;

Gelet op de Verordening (EEG) nr. 959/93 van de Raad van 5 april 1993 betreffende de door de lidstaten te verstrekken informatie over andere gewassen dan granen, laatst gewijzigd bij de Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad van 20 november 2006;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de Richtlijn 93/23/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes te houden op het gebied van de varkensproductie, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003;

Gelet op de Richtlijn 93/24/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes te houden op het gebied van de rundveeproductie, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003;

Gelet op de Richtlijn 93/25/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes te houden op het gebied van de schapen- en geitenproductie, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Statistiek, gegeven op 28 november 2007;

Gelet op het advies 43.905/1 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° Enquête: jaarlijkse landbouwenquête in mei;2° Landbouwbedrijf: elke onderneming die landbouwproducten voortbrengt met het oogmerk ze te verkopen of elke onderneming waarvan de gronden niet bewerkt worden maar in goede milieu- en landbouwcondities gehouden worden met het oog een financiële steun te krijgen in het kader van het landbouwbeleid;3° Bedrijfszetel: belangrijkste landbouwgebouw van de onderneming. Indien geen landbouwgebouw deel uitmaakt van het bedrijf stelt men dat de bedrijfszetel het grootste perceel is in de gemeente waar zich de meeste gronden van het bedrijf bevinden; 4° Bedrijfshoofd: de natuurlijke persoon, de groep van natuurlijke personen of de rechtspersoon die juridisch en economisch verantwoordelijk is voor het landbouwbedrijf, de instelling, de onderneming of de coöperatieve.

Art. 2.De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie voert vanaf het jaar 2008 jaarlijks in de loop van de maand mei een enquête uit om de oppervlakten van de teelten, de veestapel alsook de arbeidskrachten tewerkgesteld in de landbouw te ramen.

De categorieën te verstrekken inlichtingen worden opgenomen in de lijst in bijlage.

Art. 3.De gevraagde inlichtingen hebben zowel voor de oppervlakten van de teelten als voor het aantal dieren betrekking op de toestand op 1 mei. Voor de arbeidskrachten tewerkgesteld in de landbouw beslaat de referentieperiode de twaalf maanden die voorafgaan aan de maand mei.

Art. 4.§ 1. De enquête wordt uitgevoerd bij landbouwbedrijven die hun bedrijfszetel in België hebben. § 2. Kunnen naast de landbouwbedrijven eveneens opgenomen worden in de enquête, voor zover zij ten minste één are uitbaten of dieren houden en ongeacht of zij al dan niet produceren voor de verkoop: de instellingen voor wetenschappelijk en experimenteel onderzoek, de aanplantingdiensten van openbare instellingen die voor eigen behoeften voortbrengen, scholen, religieuze gemeenschappen, gevangenissen en andere soortgelijke instellingen.

Art. 5.§ 1. De inlichtingen worden verstrekt onder de verantwoordelijkheid van de bedrijfshoofden. Deze kunnen eventueel volmacht geven aan een andere persoon om de gevraagde inlichtingen te verstrekken. § 2. Elk jaar wordt de enquête uitgevoerd bij landbouwbedrijven bedoeld in artikel 4, § 1, en de instellingen bedoeld in artikel 4, § 2, op basis van een vragenlijst die overeenkomt met de lijst in bijlage.

De jaren waarin een communautaire enquête inzake de structuur van de landbouwbedrijven moet uitgevoerd worden, wordt de enquête uitgevoerd bij de landbouwbedrijven bedoeld in artikel 4, § 1, en de instellingen bedoeld in artikel 4, § 2, op basis van een vragenlijst die overeenkomt met de lijst in bijlage. § 3. In de mate van het mogelijke zal de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie gebruik maken van informatie uit bestanden met administratieve gegevens. § 4. De bedrijfshoofden of de personen die zij aanstelden dienen het ingevulde formulier te ondertekenen.

Art. 6.De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie bepaalt de werkzaamheden die door de gemeentebesturen uitgevoerd moeten worden en de termijnen die nageleefd moeten worden bij het versturen van de ingevulde documenten.

Art. 7.§ 1. De burgemeesters zijn belast met de uitvoering van de enquête en het toezicht op de werkzaamheden. Zij stellen onder het gemeentepersoneel enquêteurs aan in voldoende aantal opdat de verrichtingen snel kunnen verlopen. § 2. Wanneer het vereiste aantal personen niet voorhanden is onder het gemeentepersoneel, dient het college van burgemeester en schepenen te gepaster tijde de nodige voorstellen in te dienen bij de gemeenteraad, met het oog op de aanwerving van het nodige personeel. § 3. De enquête wordt door middel van aanplakbrieven ter kennis gebracht van het publiek. De aanplakbrieven en de nodige enquêteformulieren worden door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie ter beschikking gesteld van de burgemeesters. § 4. De enquête wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen die door toedoen van de burgemeesters aan de enquêteurs gegeven worden. De aangiften worden door de enquêteurs ingezameld op de woonplaats van het bedrijfshoofd of van de persoon die hij heeft aangeduid. Zij kunnen eveneens worden ingezameld op het gemeentebestuur na oproeping door de bevoegde gemeentelijke overheid van de in artikel 5, § 1, bedoelde personen. § 5. De landbouwbedrijven die niet opgenomen zijn in de enquête dienen gecontacteerd te worden door de gemeentebesturen ten einde de populatie van de landbouwbedrijven bij te werken.

Art. 8.De enquêteurs waken erover dat de verstrekte inlichtingen overeenstemmen met de werkelijkheid. Zij doen de nodige verbeteringen aanbrengen zo er aanwijzingen zijn dat de aangifte onjuist is. Zij dienen dit door bemiddeling van de burgemeester ter kennis te brengen van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie.

Art. 9.De ambtenaren en beambten, aangesteld door de Minister die de statistiek onder zijn bevoegdheid heeft, kunnen ter plaatse de juistheid van de inlichtingen op de vragenformulieren controleren.

De gemeentebesturen dienen alle maatregelen te nemen om de taak van deze ambtenaren en beambten te vergemakkelijken.

De Minister die de statistiek onder zijn bevoegdheid heeft doet controlemetingen uitvoeren telkens wanneer hij het nodig acht.

Art. 10.De bijlage bij dit besluit kan worden gewijzigd door de Minister die de statistiek onder zijn bevoegdheid heeft.

Art. 11.Het koninklijk besluit van 2 april 2001 betreffende de organisatie van een jaarlijkse landbouwtelling in de maand mei, uitgevoerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 13 juni 2003 en 7 mei 2007, wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2008.

Art. 13.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 maart 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Mevr. S. LARUELLE

BIJLAGE : Categorieën te verstrekken inlichtingen 1. IDENTIFICATIE VAN HET BEDRIJF - Huidige toestand van het bedrijf - Administratieve kenmerken - Juridisch statuut van het bedrijf - Adres van de bedrijfszetel - Adres van het bedrijfshoofd - Adres van de persoon die de volmacht kreeg - Andere referentiepersonen 2.ARBEIDSKRACHTEN IN DE LANDBOUW - Familiale arbeidskrachten - Niet-familiale arbeidskrachten, regelmatig tewerkgesteld - Niet-familiale arbeidskrachten, onregelmatig tewerkgesteld 3. BEHEER VAN HET BEDRIJF 4.HOOFDTEELTEN - Oppervlakten steeds bedekt met blijvend grasland - Voedergewassen - Maïs - Droog geoogste peulvruchten - Granen voor de korrel - Aardappelen - Nijverheidsgewassen - Verse groenten in openlucht : - voor de industriële verwerking - voor vers verbruik - Sierteelt in openlucht - Boomkwekerijen in openlucht - Tuinbouwzaden en -planten in openlucht - Fruitteelt in openlucht - Andere blijvende teelten - Teelten onder glas of andere hoge beschermingsinstallaties : - Verse groenten - Sierteelt - fruitteelt - Braakland - Tuin en boomgaarden voor eigen gebruik - Oppervlakte cultuurgrond - Totale oppervlakte 5. OVERIGE INFORMATIE OVER DE GRONDEN - Serres en hoge beschermingsinstallaties - Nateelten - Kampernoelieteelt - Forcerie van witloof - Verkoop van teelten op voet - Wijze van uitbating van de oppervlakte cultuurgrond - Nieuwe aanplantingen van fruitbomen 6.VEESTAPEL - Runderen - Varkens - Schapen - Geiten - Paardachtigen - Pluimvee - Konijnen - Overige dieren gekweekt voor het vlees - Bijenteelt Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 maart 2008 betreffende de organisatie van een jaarlijkse landbouwenquête in de maand mei, uitgevoerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Mevr. S. LARUELLE