gepubliceerd op 24 maart 1998
Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt in de kosten van vol menselijk bloed en sommige labiele bloedproducten
12 MAART 1998. Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt in de kosten van vol menselijk bloed en sommige labiele bloedproducten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikelen 34, 15°, en 37, § 8;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt in de kosten van vol menselijk bloed en sommige labiele bloedproducten;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de afneming, de bereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong;
Gelet op het ministeriel besluit van de 25 september 1997 houdende vaststelling van de prijs van het bloed en van de labiele bloedproducten;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de vergoedingsmodaliteiten van van bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong dringend moeten aangepast worden aan de gebruiksvoorwaarden ervan, zoals ze werden bepaald in het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de afneming, de bereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong en overgewegende het ministerieel besluit van 25 september 1997 houdende vaststelling van de prijs van het bloed en van de labiele bloedproducten;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een tegemoetkoming vanwege de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wordt toegestaan voor menselijk vol bloed en voor labiele bloedproducten, genoemd in artikel 2, afgeleverd door elke inrichting of elk centrum, erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de afneming, de bereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong.
De tegemoetkoming kan afhankelijk worden gesteld van beperkende maatregelen, zoals ze met name zijn bepaald in artikel 3.
Art. 2.Onder de labiele bloedproducten worden, voor de toepassing van dit koninklijk besluit, de volgende producten verstaan zoals ze zijn omschreven in het bovengenoemde koninklijk besluit van 4 april 1996 : Erytrocytenconcentraat : a) Eenheid type "volwassene";b) Eenheid type "zuigeling"; Erytrocytenconcentraat autoloog;
Gedeleucocyteerd erytrocytenconcentraat : a) Eenheid type "volwassene";b) Eenheid type "zuigeling"; CMV-negatief erytrocytenconcentraat;
Gedeleucocyteerd bloedplaatjesconcentraat;
Gedeleucocyteerd ééndonor bloedplaatjesconcentraat;
Leucocytenconcentraat;
Bevroren vers menselijk plasma bestemd om te worden gebruikt voor geprogrammeerde autologe transfusies.
Art. 3.De tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wordt, voor de in artikel 2 opgesomde gedeleucocyteerde erytrocytenconcentraten, slechts toegekend indien ze in een van de volgende situaties zijn toegediend : - aan patiënten met een aangetaste immuniteit, namelijk : - kinderen in centra voor neonatalogie; - patiënten met zware brandwonden; - patiënten die in een eenheid voor intensieve verzorging verblijven; - patiënten met een risico op de ontwikkeling van een ziekte door cytomegalovirus; - patiënten met hemopathie of een bewezen neoplasma-aandoening. - aan patiënten die kandidaat zijn voor een orgaantransplantatie of die een orgaantransplantatie hebben ondergaan; - aan patiënten bij wie meerdere transfusies werden verricht; - aan patiënten die, na ten minste twee transfusie-episoden, een niet-hemolytische posttransfusionele koortsreactie hebben ontwikkeld.
De gegevens die aantonen dat de patiënt zich op het ogenblik van het voorschrijven zich in de voornoemde situaties bevond, zijn ter beschikking van de Dienst voor geneeskundige controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Art. 4.De tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorgingen en uitkeringen dekt de volledige prijs van het aantal eenheden van het menselijk vol bloed en van de labiele bloedproducten, genoemd in artikel 2 zoals hij is vastgesteld door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong.
Art. 5.De inrichting of het centrum bedoeld in artikel 1 is verplicht over documenten of verklaringen te beschikken waaruit blijkt dat het aan de verzekeringinstellingen in rekening gebracht menselijk vol bloed of labiele bloedproducten werkelijk werden toegediend; die documenten of verklaringen zijn ter beschikking van de Dienst voor geneeskundige controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Met het oog hierop wordt elke toediening van menselijk vol bloed of labiele bloedproducten aan een rechthebbende in een verplegingsinrichting, geattesteerd door de behandelende arts in de verplegingsinrichting. Een dubbel van dit attest wordt bezorgd door de verplegingsinrichting aan de inrichting of het centrum bedoeld in artikel 1; het model van attest is opgenomen in bijlage 1 van dit besluit. De individuele dubbels van de attesten kunnen vervangen worden door een minstens maandelijks op te stellen verzamelattest, ondertekend door de voor de organisatie van de bloedbedeling verantwoordelijke ziekenhuisarts of door eenieder die bevoegd is om de analyses inzake klinische biologie te verrichten overeenkomstig artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, aangeduid in wederzijds akkoord tussen de verplegingsinrichting en het centrum. Het model van verzamelattest is opgenomen in bijlage 2 van dit besluit.
Art. 6.Indien het menselijk vol bloed of labiele bloedproducten zijn toegediend in een verplegingsinrichting, wordt de prijs ervan aangerekend op de verpleegnota door de verplegingsinrichting.
Met het oog hierop bezorgt de inrichting of het centrum, bedoeld in artikel 1, aan de verplegingsinrichting hetzij een minstens maandelijks op te stellen verzamelstaat van attesten van aflevering en toediening volgens het model opgenomen in bijlage 3 van dit besluit, hetzij een exemplaar van het in artikel 5, tweede lid bedoelde verzamelattest, tegengetekend door de verantwoordelijke arts van het centrum.
In de andere gevallen wordt de facturering verricht door de inrichting of het centrum bedoeld artikel 1.
Art. 7.Het koninklijk besluit van 22 maart 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt in de kosten van vol menselijk bloed en sommige labiele bloedproducten is opgeheven.
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking op 16 oktober 1997.
Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 maart 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN
Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 12 maart 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van de Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN