Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 juni 2002
gepubliceerd op 26 juli 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012814
pub.
26/07/2002
prom.
12/06/2002
ELI
eli/besluit/2002/06/12/2002012814/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JUNI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juni 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 Tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2001 onder het nummer 57828/CO/113)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen.

Met "werklieden" worden de werklieden en de werksters bedoeld.

Art. 2.Er wordt overeengekomen om 0,10 pct. van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven loonsom in 2001 en 0,10 pct. ervan in 2002 aan te wenden voor opleidingsacties ten voordele van werknemers of werklozen die behoren tot de risicogroepen.

Art. 3.Vanaf 1 januari 2001, zullen de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren ten minste 0,10 pct. per jaar besteden van de loonsom aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, aan initiatieven voor vorming en tewerkstelling.

Art. 4.Een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van het ceramiekbedrijf" int de bijdragen. Het beheert en went de bijdrage aan voor de specifieke vorming van werknemers aan ceramiekwerken, volgens beslissing van de beheerraad van dit fonds.

De sociale zetel van dit fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te 7000 Mons, Inisma "Ceramic House", avenue Gouverneur Cornez 4, of elke andere plaats in België bij beslissing van de beheerraad van dit fonds.

Art. 5.Ter compensatie van de uitvoering van deze overeenkomst vragen de partijen aan de Minister van Werkgelegenheid een vrijstelling voor de sector van de bijdragen van 0,10 pct. vanaf 1 januari 2001 en van 0,10 pct. in 2002, die gedurende de jaren 2001 en 2002 aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid moeten worden gestort voor de risicogroepen.

Art. 6.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord getekend op 22 december 2000 en in toepassing van sectie IV van hoofdstuk II van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999).

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^