Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 juli 2006
gepubliceerd op 20 juli 2006

Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2006022714
pub.
20/07/2006
prom.
12/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/12/2006022714/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 maart 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen, inzonderheid op artikel 1, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, inzonderheid op artikel 25, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 september 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 1976 tot aanvulling van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, inzonderheid op artikel 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 september 1997, en artikel 4, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 december 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 december 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 3 februari 2006;

Gelet op het advies nr. 40.002/1 van de Raad van State, gegeven op 23 maart 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Middenstand, Onze Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 25 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 september 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 3°, a), worden de woorden « dat cursussen volgt » vervangen door de woorden « dat onderwijs volgt »;2° het eerste lid, 3°, wordt aangevuld als volgt : « e) ten gunste van het kind dat een vorming doorloopt waarvoor in het « bachelor-master » systeem studiepunten worden toegekend en geen lessen dienen te worden gevolgd »;3° in het tweede lid worden de woorden « evenals de vormingen die voor de in 3°, e), beoogde kinderen in aanmerking komen » ingevoegd tussen de woorden « om er aanspraak op te maken, » en de woorden « worden nader bepaald door Ons ».

Art. 2.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 april 1976 tot aanvulling van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 september 1997, worden de woorden « het koninklijk besluit van 30 december 1975 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt » vervangen door de woorden « het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt ».

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 december 2003, wordt vervangen als volgt : «

Art. 4.De in het artikel 25, eerste lid, 3° van hetzelfde besluit bedoelde kinderbijslag ten voordele van de rechtgevende kinderen die een stage doormaken om benoemd te kunnen worden in een openbaar ambt, wordt toegekend onder de volgende voorwaarden : 1° de kinderbijslag wordt over de stageperiode verleend indien het kind voor die stage geen vergoeding of loon geniet;de toekenningsperiode mag evenwel de normaal vereiste duur van de stage niet overschrijden; 2° de winstgevende activiteit van het kind brengt geen schorsing van de toekenning van de kinderbijslag met zich mee indien ze niet meer bedraagt dan 240 uren per kwartaal. Een winstgevende activiteit in de zin van dit artikel is elke beroepsbezigheid uitgeoefend in het kader van een dienstbetrekking of als zelfstandige met een inkomen als oogmerk.

Het genot van een sociale uitkering bij toepassing van een Belgische of buitenlandse regeling betreffende ziekte, invaliditeit, arbeidsongevallen of beroepsziekten, brengt geen schorsing van de toekenning van de kinderbijslag met zich mee als die uitkering voortvloeit uit een toegelaten winstgevende activiteit.

Het genot van een sociale uitkering bij toepassing van een Belgische of buitenlandse regeling betreffende werkloosheid of van een loopbaanonderbrekingsuitkering bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 5, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, schorst de toekenning van kinderbijslag. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.

Art. 5.Onze Minister van Middenstand is beslast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^