Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 januari 2011
gepubliceerd op 15 februari 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de vrije beroepen, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010206470
pub.
15/02/2011
prom.
12/01/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JANUARI 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de vrije beroepen, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de vrije beroepen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de vrije beroepen, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 januari 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de vrije beroepen Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (Overeenkomst geregistreerd op 13 juli 2010 onder het nummer 100480/CO/336) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze overeenkomst is van toepassing op de werknemers van 21 jaar of ouder die normale voltijdse arbeidsprestaties verrichten krachtens een arbeidsovereenkomst alsmede op hun werkgevers die onder het Paritair Comité voor de vrije beroepen ressorteren.

Art. 2.Deze overeenkomst is niet van toepassing op de werknemers die tewerkgesteld zijn in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of van de voogd.

Zij is evenmin van toepassing op de werknemers die gewoonlijk zijn tewerkgesteld gedurende periodes die minder dan een kalendermaand bedragen. HOOFDSTUK II. - Beginselen

Art. 3.Een gemiddeld minimum maandinkomen van 1.387,49 EUR wordt gewaarborgd aan de in artikel 1 bedoelde werknemers.

In afwijking van het eerste lid wordt een gemiddeld minimum maandinkomen van 1.424,31 EUR gewaarborgd aan de werknemers die tenminste 21 en een half jaar oud zijn en tenminste 6 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt.

In afwijking van het eerste en van het tweede lid wordt een gemiddeld minimum maandinkomen van 1.440,67 EUR gewaarborgd aan de werknemers die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 12 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt.

Het gemiddeld minimum maandinkomen dat ingevolge het 1ste, het 2de en het 3de lid wordt gewaarborgd, is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat op 1 september 2008 van kracht is (indexcijfer augustus 2008). Het volgt de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Als voorafname en ter verrekening op de eerstvolgende voorziene indexering van de bedragen van het Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen bepaald in artikel 3, lid 1, 2 en 3 volgens de modaliteiten van artikel 7, worden de bedragen van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen bepaald in artikel 3, lid 1, 2 en 3 op 1 december 2010 reeds verhoogd met 14 EUR (of 0,0850 EUR/uur in de 38-urenweek).

In afwijking van het 1ste, van het 2de en van het 3de lid wordt een gemiddeld minimum maandinkomen gewaarborgd aan de werknemers die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 24 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt, dat 14 EUR (of 0,0850 EUR/uur in de 38-urenweek) hoger is dan het volgens de modaliteiten van artikel 7 geïndexeerde gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen bepaald voor werknemers van 22 jaar en een anciënniteit in de onderneming van tenminste 12 maanden, zoals bepaald in het 3de lid.

Deze regeling gaat in bij de eerstvolgende indexering van de bedragen van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals bepaald in het 1ste, 2de en 3de lid (indexcijfer 2008) volgens de modaliteiten van artikel 7. HOOFDSTUK III. - Tenuitvoerlegging

Art. 4.Het in artikel 3 bepaalde gemiddeld minimum maandinkomen heeft betrekking op alle elementen van het loon die verband houden met de normale arbeidsprestaties waarop de werknemer rechtstreeks of onrechtstreeks ten laste van zijn werkgever recht heeft.

Deze elementen omvatten onder meer het loon in geld of in natura, het vast of veranderlijk loon alsmede de premies en voordelen waarop de werknemer recht heeft ten laste van de werkgever uit hoofde van zijn normale arbeidsprestaties, dit wil zeggen de prestaties die in de arbeidswet en in de collectieve arbeidsovereenkomsten vermeld zijn en die per onderneming in het arbeidsreglement werden gepreciseerd.

Zij omvatten onder meer niet de overlonen voor overwerk, de voordelen bedoeld in artikel 19, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969, genomen ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; zij omvatten evenmin de sociale uitkeringen die toegekend worden naar aanleiding van schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst en de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen bedoeld in de wet betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008, hoofdstuk II - Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen, ten belope van het grensbedrag bepaald in artikel 38, § 3nonies van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.

Art. 5.Voor de werknemer die niet per maand wordt betaald, wordt het inkomen berekend op grond van het normale uurloon.

Het normale uurloon wordt bekomen door het inkomen, verschuldigd voor de normale prestaties van de maand in kwestie, zoals bepaald in artikel 4, te delen door het aantal tijdens die periode gewerkte normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, bepaald door de wekelijkse arbeidstijdregeling van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandinkomen.

Art. 6.Het gemiddeld minimum maandinkomen voor de werknemers die volledig of gedeeltelijk met een veranderlijke bezoldiging worden betaald, wordt berekend op basis van het gemiddelde van de maandinkomens van het kalenderjaar. Voor de bepaling van het gemiddeld minimum maandinkomen, wordt geen rekening gehouden met de onvolledige arbeidsmaanden.

Wanneer aan de overeenkomst een einde wordt gemaakt vóór het verstrijken van het kalenderjaar, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend op basis van de maanden tijdens welke de werknemer was tewerkgesteld. HOOFDSTUK IV. - Koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 7.Het bedrag van het gemiddeld minimum maandinkomen wordt gekoppeld aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de door de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten vastgestelde modaliteiten. HOOFDSTUK V. - Obligatoire bepaling

Art. 8.De toepassing van deze overeenkomst mag op zichzelf niet leiden tot een wijziging van de bestaande lonen en loonschalen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 9.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010. Onderhavige overeenkomst is gesloten voor een onbepaalde looptijd.Zij zal op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij kunnen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^