Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 januari 2010
gepubliceerd op 01 februari 2010

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2009002092
pub.
01/02/2010
prom.
12/01/2010
ELI
eli/besluit/2010/01/12/2009002092/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Arbeidswet van 16 maart 1971, artikel 39, derde lid, vervangen bij de wet van 1 juli 2004 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2008;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 juni 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 22 juli 2009;

Gelet op het protocol nr. 636 van 29 september 2009 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op advies 47.309/3 van de Raad van State, gegeven op 20 oktober 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen wordt een artikel 28bis ingevoegd, luidende : «

Art. 28bis.Overeenkomstig artikel 39, derde lid, van de Arbeidswet van 16 maart 1971, kunnen de laatste twee weken van de postnatale rustperiode op haar verzoek worden omgezet in verlofdagen van postnatale rust, wanneer de vrouwelijke ambtenaar de arbeidsonderbreking na de negende week met ten minste twee weken kan verlengen.

Ten laatste vier weken voor het einde van de verplichte periode van postnatale rust, brengt de vrouwelijke ambtenaar de overheid waaronder ze ressorteert schriftelijk op de hoogte van de omzetting en de planning bedoeld in artikel 39, derde lid, van de Arbeidswet van 16 maart 1971.

Overeenkomstig artikel 39, derde lid, van de Arbeidswet van 16 maart 1971, moeten de verlofdagen van postnatale rust worden opgenomen binnen acht weken te rekenen vanaf het einde van de ononderbroken periode van postnatale rust.

De verlofdagen van postnatale rust worden gelijkgesteld met dienstactiviteit. »

Art. 2.Onze Minister van Werk en Onze Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 januari 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. J. MILQUET De Minister van Ambtenarenzaken, Mevr. I. VERVOTTE

^