gepubliceerd op 08 februari 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de beroepsopleidingen van werkgevers en vakbonden
12 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de beroepsopleidingen van werkgevers en vakbonden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de beroepsopleidingen van werkgevers en vakbonden.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 januari 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999 Beroepsopleidingen van werkgevers en vakbonden (Overeenkomst geregistreerd op 11 juni 1999 onder het nummer 50929/CO/327)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers van de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen in het Waalse Gewest.
Onder "werknemers" wordt verstaan : zowel mannelijke als vrouwelijke werknemers, de arbeiders, bedienden en kaderleden, validen en personen met een handicap.
Onder "stagiair" wordt verstaan : de werknemers die opleidingen genieten.
Art. 2.De taak van het "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté de la Région wallonne" - FSEW - is het op zich nemen van de beroepsopleidingen van werkgevers en vakbonden, uitsluitend georganiseerd voor de werknemers in de beschutte werkplaatsen en voor zover deze opleidingen niet reeds gesubsidieerd worden.
Art. 3.De opleidingen zullen zowel kunnen georganiseerd worden in de vorm van een seminarie of een colloquium als in de vorm van een overkoepelende opleiding met werknemers van meerdere beschutte werkplaatsen of een specifieke opleiding voor één enkele beschutte werkplaats in het kader van de begroting die wordt besteed aan opleidingen.
Art. 4.De opleidingen zullen verstrekt worden in functie van de noden van de beschutte werkplaatsen en van de vakorganisaties, op gelijke jaarbasis op het vlak van het budget. De eventuele saldo's zullen opnieuw besteed worden aan respectieve jaartoelagen van de betrokken partijen.
De tegemoetkoming van het FSEW in de beroepsopleidingen van werkgevers en vakbonden is vastgesteld op 500 BEF per uur ten belope van 300 BEF per uur voor de opleidingskosten (inschrijvingen, leraars) en 200 BEF per uur voor de werkgever (tegemoetkoming op het loon en reiskosten ten laste van de werkgever).
Art. 5.Het administratief beheer van de opleidingen gebeurt door elke partij, vakorganisaties en werkgevers.
Onder "administratief beheer" moet verstaan worden : - de soort te organiseren opleiding; - de duur van de opleidingen; - het aantal stagiairs dat in sommige gevallen moet beperkt worden om een optimale onderwijsmethode te bereiken; - de keuze van de leraars; - de organisatiemodaliteiten : lesmateriaal, lokalen, collegegeld, maatlijdkosten, enz.
Art. 6.De inhoud van de aanvragen van elk van de voorgestelde opleidingen zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan het beheerscomité van het FSEW. Elke partij zal haar eigen aanvaardingscriteria vastleggen in functie van de toegekende begroting.
Art. 7.De opleidingen zullen gewoonlijk plaatsvinden tijdens de werkuren. De opleidingsuren zullen gelijkgesteld worden met de gepresteerde uren en zullen als zodanig vergoed worden.
Om rekening te houden met de arbeidsorganisatie zullen de vakorganisaties een maand op voorhand de na(a)m(en) van de deelnemer(s) die de onderneming zal vrijmaken voor de vakopleidingen meedelen.
In geval van overmacht zal er overlegd worden tussen de gewestelijke secretarissen van de betrokken vakorganisatie en de directie van de beschutte werkplaats.
Art. 8.Na elke opleiding zal een evaluatierapport voorgelegd worden aan het beheerscomité van het FSEW.
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten. Ze treedt in werking op 1 mei 1999.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzeggingsperiode van 3 maanden betekend per aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN