gepubliceerd op 30 januari 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport en van het koninklijk besluit van 8 april 2003 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Afzonderlijke Personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer ter beschikking gesteld van een vennootschap die bedrijvig is in het maritiem transport van en naar een lidstaat van de Europese Unie
12 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport en van het koninklijk besluit van 8 april 2003 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Afzonderlijke Personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer ter beschikking gesteld van een vennootschap die bedrijvig is in het maritiem transport van en naar een lidstaat van de Europese Unie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 2001 betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 2003 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Afzonderlijke Personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer ter beschikking gesteld van een vennootschap die bedrijvig is in het maritiem transport van en naar een lidstaat van de Europese Unie;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 juni 2005 en op 27 maart 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 december 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 12 oktober 2005;
Gelet op het protocol nr. 2006/3 van 3 oktober 2006 van het Sectorcomité VI;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het van belang is onverwijld de rechtszekerheid te herstellen en een bepaling te verbeteren die onverantwoorde uitgaven ten laste van de Belgische Staat kan veroorzaken;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport
Artikel 1.Artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport wordt vervangen als volgt : «
Art. 12.In afwijking van artikel 24, vierde lid, van het koninklijk besluit van 18 oktober 2001 betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten, behoudt de ambtenaar die ambtshalve overgeplaatst wordt het voordeel van de weddenschaal die hij voor zijn overplaatsing genoot indien die hoger is dan die verbonden aan zijn nieuwe graad of aan zijn nieuwe klasse en, in voorkomend geval : - de loodstoelage of de aanvullende bezoldiging toegekend krachtens voornoemd koninklijk besluit van 18 januari 1984, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 december 2001, volgens het bedrag aangepast overeenkomstig artikel 3, §§ 2 tot 4 van dit besluit; - het zeegeld volgens het gemiddeld jaarlijks bedrag aangegeven in kolom III van artikel 1 van voornoemd koninklijk besluit van 29 november 1983, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 december 2001 en aangepast overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van hetzelfde besluit.
Voor de overgeplaatste personeelsleden die slagen voor een competentiemeting of voor een gecertificeerde opleiding, wordt, bij de toekenning van de competentietoelage, de wedde van de betrokken ambtenaar volgens de weddenschaal die betrokkene had bij de R.M.T. op het ogenblik van zijn overplaatsing, vermeerderd met zeegeld en, in voorkomend geval, de loodstoelage, vergeleken met de wedde volgens de weddenschaal verbonden aan de graad of aan de klasse na overplaatsing, verhoogd met de competentietoelage. Het hoogste bedrag wordt betaald ». HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 2003 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Afzonderlijke Personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer ter beschikking gesteld van een vennootschap die bedrijvig is in het maritiem transport van en naar een lidstaat van de Europese Unie
Art. 2.Artikel 10 van het koninklijk besluit van 8 april 2003 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Afzonderlijke Personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer ter beschikking gesteld van een vennootschap die bedrijvig is in het maritiem transport van en naar een lidstaat van de Europese Unie wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2004 voor wat betreft artikel 1 en met ingang van 1 mei 2003 voor wat betreft artikel 2.
Art. 4.Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT