gepubliceerd op 09 september 2024
Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan de elektronische overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning en de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2022 tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand
12 AUGUSTUS 2024. - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan de elektronische overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning en de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2022 pub. 14/03/2023 numac 2023030141 bron federale overheidsdienst justitie 21 DECEMBER 2022 - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand sluiten tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe overeenkomstig het bepaalde in artikel 1476, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de
wet van 13 september 2023Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
13/09/2023
pub.
27/11/2023
numac
2023046788
bron
federale overheidsdienst beleid en ondersteuning
Wet tot wijziging van de wet van 27 februari 2019 inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox
sluiten houdende diverse bepalingen inzake modernisering van de burgerlijke stand, de voorwaarden te bepalen voor de elektronische overhandiging van een verklaring van wettelijke samenwoning en van een verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning.
Het koninklijk besluit valt binnen het kader van de lopende zaken aangezien het gaat om een zaak waarvoor geen nieuw initiatief van de Regering is vereist en die met het oog op de continuïteit van het gezag door de Uitvoerende Macht moet worden behandeld, omdat anders een voor de burgers nadelig vacuüm zou ontstaan, zoals bepaald in de omzendbrief Lopende zaken van 27 mei 2024, die door de Eerste Minister aan de Regeringsleden werd gericht.
De voorbereiding van de tekst werd aangevat lang vóór de kritieke periode. Het advies van de Raad van State werd ook gevraagd vóór de kritieke periode.
Het koninklijk besluit bepaalt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand gebruikmaakt van een beveiligd informaticaplatform, zodat de burger de elektronische overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning en van de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning kan doen.
De burger identificeert zich op elektronische wijze aan de hand van de authenticatiedienst bedoeld in artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie. Dat houdt in dat de gebruikers zich moeten kunnen identificeren aan de hand van hun elektronische identiteits- of verblijfskaart.
In haar advies nr. 38/2024 van 26 april 2024, stelt de Gegevensbeschermingsautoriteit vast dat het voormelde artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten geenszins voorwaarden oplijst waaraan een elektronisch identificatiedienst zou moeten voldoen. De Gegevensbeschermingsautoriteit beveelde aan om de juistheid van deze verwijzing te controleren, en om bijkomend te verwijzen naar de concrete voorwaarden neergelegd in het koninklijk besluit van 22 oktober 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2017 pub. 08/11/2017 numac 2017031391 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden, de procedure en de gevolgen van de erkenning van diensten voor elektronische identificatie voor overheidstoepassingen sluiten tot vaststelling van de voorwaarden, de procedure en de gevolgen van de erkenning van diensten voor elektronische identificatie voor overheidstoepassingen.
De authenticatiedienst bedoeld in artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten is de zogenaamde FAS (federal authentication system). Het betreft de federale authenticatiedienst voor overheidstoepassingen binnen de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning.
Deze authenticatiedienst voldoet aan de voorwaarden van het koninklijk besluit van 22 oktober 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2017 pub. 08/11/2017 numac 2017031391 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden, de procedure en de gevolgen van de erkenning van diensten voor elektronische identificatie voor overheidstoepassingen sluiten, zodat het niet vereist is nogmaals naar deze voorwaarden te verwijzen.
Om tegemoet te komen aan het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit werd in het koninklijk besluit dan ook bepaald dat de burger zich moet identificeren aan de hand van de authenticatiedienst bedoeld in artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten.
De loggegevens van de gebruikers worden 10 jaar bewaard naar analogie met de bewaartermijn voorgeschreven door artikel 16 van het koninklijk besluit van 22 oktober 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2017 pub. 08/11/2017 numac 2017031391 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden, de procedure en de gevolgen van de erkenning van diensten voor elektronische identificatie voor overheidstoepassingen sluiten tot vaststelling van de voorwaarden, de procedure en de gevolgen van de erkenning van diensten voor elektronische identificatie voor overheidstoepassingen.
Elke gemeente is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een dergelijk platform. Elk platform wordt dus beheerd op gemeentelijk niveau. In dezelfde zin bepaalt elke gemeente of het al dan niet nodig is om een dergelijk platform te ontwikkelen en de burgers dus in staat te stellen om op elektronische wijze de verklaring van wettelijke samenwoning en de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning te doen.
De overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning kan op elektronische wijze gebeuren, onder de voorwaarden bepaald bij artikel 2.
Partijen moeten zich elektronisch identificeren aan de hand van hun elektronische identiteits- of verblijfskaart.
De gegevens van de partijen die zich in het Rijksregister bevinden worden automatisch ter beschikking gesteld van de ambtenaar van de burgerlijke stand door de identificatie van partijen. Het gaat dus niet om een manuele invoering van deze gegevens, waardoor typfouten of andere fouten vermeden kunnen worden.
De partijen ondertekenen de verklaring met een gekwalificeerde elektronische handtekening overeenkomstig artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie.
In sommige gevallen is het nodig om ook bepaalde documenten over te maken. Het platform moet het mogelijk maken om een elektronische versie van die documenten op een beveiligde manier over te maken. De documenten mogen niet per traditionele e-mail worden verzonden, aangezien dat onvoldoende veilig is. De originele documenten moeten vervolgens worden overgemaakt aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.
Artikel 3 heeft betrekking op de elektronische overhandiging van de verklaring van de beëindiging van de wettelijke samenwoning in onderlinge overeenstemming, of van de eenzijdige verklaring van de beëindiging van de wettelijke samenwoning.
De partij of partijen moeten zich ook hier elektronisch identificeren aan de hand van hun elektronische identiteits- of verblijfskaart en de gegevens die zich in het Rijksregister bevinden worden ook automatisch ter beschikking gesteld van de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De partij of partijen ondertekenen de verklaring met een gekwalificeerde elektronische handtekening overeenkomstig artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie.
De tweede paragraaf behandelt het geval waarin de partij of partijen hun verklaring van beëindiging overhandigen via een bijzondere en authentieke volmacht.
In dat geval moet de aanvrager in het bezit van de bijzondere en authentieke volmacht zich aanmelden met zijn elektronische identiteits- of verblijfskaart. De aanvrager zendt via het beveiligd informaticaplatform het rijksregisternummer van de partij of partijen die de wettelijke samenwoning willen beëindigen of, wanneer ze niet zijn ingeschreven in het Rijksregister, de naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De aanvrager bezorgt de bijzondere en authentieke volmacht op elektronische wijze via het beveiligd informaticaplatform. Het originele document wordt vervolgens ook aan de ambtenaar van de burgerlijke stand overgemaakt.
Artikel 1476, § 2, vijfde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek vereist dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de eenzijdige verklaring van de beëindiging van de wettelijke samenwoning binnen acht dagen aan de andere partij betekent bij gerechtsdeurwaardersexploot en dat de kosten van de betekening en de kennisgeving vooraf worden betaald door hen die de verklaring afleggen.
In haar advies nr. 76.562/2 van 18 juni 2024 vraagt de Raad van State om te preciseren hoe de voorafgaande vereiste van betaling van de kosten van betekening en kennisgeving in geval van een eenzijdige verklaring van beëindiging van de wettelijke samenwoning kan worden vervuld in de context van de elektronische verklaring.
Om aan die vereiste te voldoen zal de ambtenaar van de burgerlijke stand bij elektronische ontvangst van de eenzijdige verklaring van beëindiging van de wettelijke samenwoning, de partij die de verklaring aflegt verzoeken de kosten van betekening en kennisgeving te voldoen en zal hij er zich van moeten vergewissen dat deze kosten betaald zijn vooraleer tot kennsigeving en betekening over te gaan.
Er wordt een ontvangstbewijs verstuurd naar de partijen die een elektronische overhandiging hebben gedaan, van zodra de ambtenaar van de burgerlijke stand beschikt over de verklaring en de originele documenten bedoeld in artikel 1476, § 1, lid 4, van het oud Burgerlijk Wetboek. Het betreft het ontvangstbewijs bedoeld in artikel in artikel 1476, § 1, eerste lid, en § 2, tweede lid, van het oud Burgerlijk Wetboek. Het gaat niet om een automatisch ontvangstbewijs verbonden aan de elektronische overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning of de verklaring van beëindiging van de wettelijke samenwoning. Het ontvangstbewijs wordt op elektronische wijze ondertekend overeenkomstig artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie.
Het is mogelijk te bevestigen dat de gegevens op elektronische wijze zijn verstuurd, maar dit is een louter informatieve ontvangstbevestiging dat de overhandiging op technisch vlak is gelukt.
Dergelijke bevestiging vervangt echter niet het ontvangstbewijs bedoeld in artikel in artikel 1476, § 1, eerste lid, en § 2, tweede lid, van het oud Burgerlijk Wetboek.
Artikel 5 bepaalt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand kan vragen dat de partijen in persoon voor hem verschijnen. De ambtenaar van de burgerlijke stand vraagt dit wanneer hij zich onvoldoende geïnformeerd acht.
De ambtenaar van de burgerlijke stand bepaalt de termijn waarbinnen de persoon voor hem moet verschijnen.
In haar advies nr. 76.562/2 van 18 juni 2024 merkt de Raad van State op dat niets werd bepaald over mogelijke consequenties ingeval op die oproeping niet wordt ingegaan en vraagt dit te verduidelijken.
De mogelijkheid voor de ambtenaar van de burgerlijke stand om partijen op te roepen om voor hem te verschijnen vloeit voort uit artikel 1476, § 1, vierde lid, oud Burgerlijk Wetboek dat bepaalt dat partijen ieder ander authentiek stuk of bewijs voorleggen dat, in voorkomend geval, wordt gevraagd tot staving dat is voldaan aan de wettelijke voorwaarden, voor zover deze niet beschikbaar zijn in een andere authentieke bron.
Aan het niet verschijnen van partijen, of aan het niet nakomen van de opgelegde termijn, zijn op zich geen gevolgen verbonden. Wel is het mogelijk dat door de niet-verschijning van partijen, de ambtenaar van de burgerlijke stand onvoldoende geïnformeerd blijft over het al dan niet voldoen van partijen aan de wettelijke voorwaarden voor het aangaan (of beëindigen) van een wettelijke samenwoning.
Artikel 6 ten slotte brengt de Nederlandse tekst van het artikel 5 van het koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2022 pub. 14/03/2023 numac 2023030141 bron federale overheidsdienst justitie 21 DECEMBER 2022 - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand sluiten tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand in overeenstemming met de Franse tekst.
Hetzelfde artikel voert tevens een kleine aanpassing door om de tekst van het koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2022 pub. 14/03/2023 numac 2023030141 bron federale overheidsdienst justitie 21 DECEMBER 2022 - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand sluiten in overeenstemming te brengen met de tekst van dit koninklijk besluit.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT
Raad van State afdeling Wetgeving Advies 76.562/2 van 18 juni 2024 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan de elektronische overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning en de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning en tot wijziging van het
koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
21/12/2022
pub.
14/03/2023
numac
2023030141
bron
federale overheidsdienst justitie
21 DECEMBER 2022 - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand
sluiten tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand' Op 23 mei 2024 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-eersteminister en Minister van Justitie en Noordzee verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan de elektronische overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning en de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning en tot wijziging van het
koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
21/12/2022
pub.
14/03/2023
numac
2023030141
bron
federale overheidsdienst justitie
21 DECEMBER 2022 - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand
sluiten tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand'.
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 12 juni 2024 . De kamer was samengesteld uit Patrick Ronvaux, kamervoorzitter, Pierre-Olivier de Broux en Laurence Vancrayebeck, staatsraden, Sébastien Van Drooghenbroeck en Philippe De Bruycker, assessoren, en Esther Conti, toegevoegd griffier.
Het verslag is uitgebracht door Pauline Lagasse, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre-Olivier de Broux .
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 18 juni 2024 .
Aangezien de adviesaanvraag is ingediend op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
VOORAFGAANDE OPMERKING Rekening houdend met het ogenblik waarop dit advies wordt gegeven, vestigt de afdeling Wetgeving de aandacht van de adviesaanvrager erop dat de ontbinding van de wetgevende kamers tot gevolg heeft dat de regering sedert die datum en totdat, na de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, een nieuwe regering is benoemd door de Koning, niet meer over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens die de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van verordeningen noodzakelijk is.
ONDERZOEK VAN HET ONTWERP
Artikelen 2 en 3 In het ontwerp wordt niet gepreciseerd welke gegevens uit het Rijksregister moeten worden overgezonden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het spreekt vanzelf dat die gegevens moeten worden vastgelegd rekening houdend met - en binnen de grenzen van - de artikelen 1475, § 2, en 1476, § 1, tweede lid, en § 2, tweede lid, van het oud Burgerlijk Wetboek.
Artikel 3
Artikel 1476, § 2, vijfde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt onder meer dat, in het geval van een eenzijdige verklaring van beëindiging van de wettelijke samenwoning, "de kosten van de betekening en de kennisgeving vooraf worden betaald door hen die de verklaring afleggen". Aangezien de voorliggende bepaling erin voorziet dat de eenzijdige verklaring van beëindiging van de wettelijke samenwoning elektronisch kan worden afgelegd, moet in het verslag aan de Koning op zijn minst worden gepreciseerd hoe dat voorafgaande vereiste kan worden vervuld in de context van die elektronische verklaring.
Artikel 5 Krachtens artikel 5 kan de ambtenaar van de burgerlijke stand vragen dat de partijen die hun verklaring van beëindiging elektronisch afleggen, voor hem verschijnen.
Als rechtsgrond van het ontwerp als geheel, en van artikel 5 in het bijzonder, wordt enkel artikel 1476, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek opgegeven. Die bepaling machtigt de Koning ertoe voor de betreffende handelingen "de voorwaarden [te] bepalen om de verklaring van wettelijke samenwoning en de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning op elektronische wijze te overhandigen".
In het verslag aan de Koning staat in dit verband enkel dat de ambtenaar van de burgerlijke stand het verzoek waarvan in artikel 5 sprake is, kan doen "wanneer hij zich onvoldoende geïnformeerd acht".
Er wordt voorts niets bepaald over mogelijke consequenties ingeval op die oproeping niet wordt ingegaan. Op een vraag daarover hebben de gemachtigden van de minister het volgende geantwoord: "In artikel 5 van het koninklijk besluit is bepaald dat de ambtenaar van de burgerlijke stand kan vragen dat de partij(en) in persoon voor hem verschijnt/verschijnen. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan dit vragen wanneer hij zich onvoldoende geïnformeerd acht.
Deze mogelijkheid vloeit voort uit artikel 1476, § 1, oud Burgerlijk Wetboek dat bepaalt dat partijen ieder ander authentiek stuk of bewijs voorleggen dat, in voorkomend geval, wordt gevraagd tot staving dat is voldaan aan de wettelijke voorwaarden, voor zover deze niet beschikbaar zijn in een andere authentieke bron.
Aan het niet verschijnen van partijen, of aan het niet nakomen van de opgelegde termijn, zijn op zich geen gevolgen verbonden. Wel is het mogelijk dat door de niet-verschijning van partijen, de ambtenaar van de burgerlijke stand onvoldoende geïnformeerd blijft over het al dan niet voldoen van partijen aan de wettelijke voorwaarden voor het aangaan (of beëindigen) van een wettelijke samenwoning." Die uitleg zou ter verduidelijking in het verslag aan de Koning moeten worden opgenomen.(1) De griffier, De voorzitter, Esther CONTI Patrick RONVAUX _______ Nota (1) Zie over hetzelfde onderwerp advies 72.226/2 van 17 oktober 2022 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2022 pub. 14/03/2023 numac 2023030141 bron federale overheidsdienst justitie 21 DECEMBER 2022 - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand sluiten `tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand'.
12 AUGUSTUS 2024. - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan de elektronische overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning en de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning en tot wijziging van het
koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
21/12/2022
pub.
14/03/2023
numac
2023030141
bron
federale overheidsdienst justitie
21 DECEMBER 2022 - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand
sluiten tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 1476, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 september 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/09/2023 pub. 27/11/2023 numac 2023046788 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet tot wijziging van de wet van 27 februari 2019 inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox sluiten;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 3 mei 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 22 mei 2024;
Gelet op advies nr. 38/2024 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 26 april 2024;
Gelet op advies nr. 76.562/2 van de Raad van State, gegeven op 18 juni 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. - Informaticaplatform
Artikel 1.Indien de gemeentelijke overheid de burger wil toelaten de verklaring van wettelijke samenwoning en de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning elektronisch te overhandigen, moet zij hiervoor gebruik maken van een beveiligd informaticaplatform.
Dit beveiligd informaticaplatform moet een systeem voor elektronische identificatie gebruiken dat voldoet aan de voorwaarden omschreven bij artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie.
HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden voor de elektronische overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning en van de verklaring van beëindiging van de wettelijke samenwoning
Art. 2.De overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning, bedoeld in artikel 1476, § 1, eerste lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, kan gedaan worden op elektronische wijze, mits de partijen die een wettelijke samenwoning willen aangaan zich op elektronische wijze identificeren aan de hand van de authenticatiedienst bedoeld in artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie. De gegevens van de partijen uit het Rijksregister worden overgemaakt aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De partijen ondertekenen de verklaring met een gekwalificeerde elektronische handtekening overeenkomstig artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie.
De documenten bedoeld in artikel 1476, § 1, vierde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek kunnen op elektronische wijze worden voorgelegd. De originele documenten worden vervolgens overgemaakt aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.
Art. 3.§ 1. De overhandiging van de verklaring van de beëindiging van de wettelijke samenwoning in onderlinge overeenstemming, of van de eenzijdige verklaring van de beëindiging van de wettelijke samenwoning, bedoeld in artikel 1476, § 2, derde en vierde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, kan gedaan worden op elektronische wijze, mits de partij of partijen zich op elektronische wijze identificeren aan de hand van de authenticatiedienst bedoeld in artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie. De gegevens van de partij(en) uit het Rijksregister worden overgemaakt aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De partij of partijen ondertekenen de verklaring met een gekwalificeerde elektronische handtekening overeenkomstig artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie. § 2. De aanvrager in het bezit van een bijzondere en authentieke volmacht identificeert zich op elektronische wijze aan de hand van de authenticatiedienst bedoeld in artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie en zendt via het beveiligd informaticaplatform het rijksregisternummer van de partij of partijen die de wettelijke samenwoning willen beëindigen of, wanneer ze niet zijn ingeschreven in het Rijksregister, de naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De aanvrager bezorgt de bijzondere en authentieke volmacht op elektronische wijze via het beveiligd informaticaplatform aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het originele document wordt vervolgens overgemaakt aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.
HOOFDSTUK 3. - Ontvangstbewijs
Art. 4.De partij of partijen die een elektronische overhandiging hebben gedaan als bedoeld in de artikelen 2 en 3, ontvangen het ontvangstbewijs bedoeld in artikel 1476, § 1, eerste lid, en § 2, tweede lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, elektronisch ondertekend overeenkomstig artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie, van zodra de ambtenaar van de burgerlijke stand beschikt over de verklaring en de originele documenten bedoeld in artikel 1476, § 1, lid 4, van het oud Burgerlijk Wetboek.
HOOFDSTUK 4. - Verschijning van personen
Art. 5.De ambtenaar van de burgerlijke stand voor wie de stappen zijn aangevat voor de elektronische overhandiging van de verklaring van wettelijke samenwoning of van de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning bedoeld in artikel 1476, § 3, van het oud Burgerlijk Wetboek, kan vragen dat de partijen voor hem verschijnen binnen een termijn die hij vaststelt.
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2022 pub. 14/03/2023 numac 2023030141 bron federale overheidsdienst justitie 21 DECEMBER 2022 - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand sluiten tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand
Art. 6.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2022 pub. 14/03/2023 numac 2023030141 bron federale overheidsdienst justitie 21 DECEMBER 2022 - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand sluiten tot bepaling van de voorwaarden verbonden aan elektronische aangiften inzake burgerlijke stand worden de woorden "vanwege de ambtenaar van de burgerlijke stand indien laatstgenoemde haar op elektronische wijze heeft ondertekend overeenkomstig artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie" vervangen door de woorden ", elektronisch ondertekend overeenkomstig artikel 9 van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 09/08/2017 numac 2017020539 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake elektronische identificatie sluiten inzake elektronische identificatie, van zodra de ambtenaar van de burgerlijke stand beschikt over de documenten bedoeld in de artikelen 164/2, § 2, § 3, § 6 en § 7 en 327/2, § 2, § 3, § 6 en § 7, van het oud Burgerlijk Wetboek".
HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art. 7.De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te l'Ile d'Yeu, 12 augustus 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT