Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 augustus 2000
gepubliceerd op 01 september 2000

Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het operationeel korps en aan het militair personeel van het administratief en logistiek korps van de rijkswacht belast met informaticataken bij de rijkswacht

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2000000642
pub.
01/09/2000
prom.
12/08/2000
ELI
eli/besluit/2000/08/12/2000000642/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 AUGUSTUS 2000. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het operationeel korps en aan het militair personeel van het administratief en logistiek korps van de rijkswacht belast met informaticataken bij de rijkswacht


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 december 1957 op de rijkswacht, inzonderheid op artikel 11, § 3, gewijzigd door de wetten van 9 december 1994 en 20 december 1995;

Gelet op de wet van 27 december 1973 betreffende het statuut van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht, inzonderheid op artikel 1, § 1;

Gelet op de wet van 19 december 1980 betreffende de geldelijke rechten der militairen, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op artikel 11, §§ 2 en 3 en artikel 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 september 1998 houdende de toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met informaticataken bij sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 mei 1999;

Gelet op het protocol nr. 19 van 9 juni 2000 van het onderhandelingscomité van de politiediensten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 februari 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 10 mei 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 20 april 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de enorme druk die heerste op de arbeidsmarkt voor de indienstneming van informaticapersoneel te wijten aan de aanpassing van de toepassingen van de overgang naar het jaar 2000 werkelijk aanhoudt in het raam van de invoering van de Europese munteenheid; dat in de schoot van de rijkswacht het burgerpersoneel belast met informaticataken reeds uitbetaald werd op basis van reglementaire bepalingen die gelijkaardig zijn aan deze van de hiernavolgende tekst; dat, in het raam van de inplaatsstelling van de toekomstige geïntegreerde politiediensten, gestructureerd op twee niveaus, de samenstelling en/of aanpassing van de geautomatiseerde informatiesystemen noodzaakt een personeel te behouden dat gemotiveerd en competent is; en dat het dan ook noodzakelijk is alles wat nuttig is - o.a. bij middel van de uitbetaling van een bijzondere toelage aan het betrokken personeel - binnen de kortste termijnen in werk te stellen om een exodus van dit personeel te voorkomen;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van het operationeel korps en op het militair personeel van het administratief en logistiek korps van de rijkswacht belast met informaticataken die betrekking hebben op de conceptie en/of de coördinatie en/of de analyse en/of de programmatie en/of de productie van informaticatoepassingen, die hun functies voltijds uitoefenen en die gemiddeld 80 % van hun werktijd aan informaticataken besteden, hieronder benoemd « personeelslid(leden) ».

De « informaticataken » zijn deze die door de Ministers van Begroting en van Ambtenarenzaken bepaald zijn, krachtens artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 6 september 1998 houdende de toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met informaticataken bij sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 mei 1999. § 2. De lijst van de personeelsleden die aan de voorwaarden bedoeld in § 1 beantwoorden evenals de bijwerkingen van deze lijst, word(t)(en) opgesteld door de directeur-generaal van het personeel van de rijkswacht. De opname op deze lijst steunt op de criteria zoals vastgesteld door de Ministers van Begroting en Ambtenarenzaken, voor het personeel bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 september 1998 houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met informaticataken bij sommige overheidsdiensten. De Minister van Binnenlandse Zaken kan die criteria verduidelijken rekening houdend met de specifieke toestand van de rijkswacht.

De lijst en de bijwerkingen bedoeld in het eerste lid, moeten voorzien worden van het visum van de Inspecteur van Financiën.

Art. 2.§ 1. Het personeelslid heeft in de maand augustus 2000 recht op een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 6,25 % van zijn brutojaarwedde voor zover het informaticataken verrichtte van 1 september 1998 tot en met 31 december 1998. § 2. Het personeelslid heeft in de maand augustus 2000 recht op een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 18,75 % van zijn brutojaarwedde voor zover het informaticataken verrichtte van 1 januari 1999 tot en met 31 december 1999. § 3. Het personeelslid heeft in de maand april 2002 recht op een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 12,5 % van zijn brutojaarwedde voor zover het informaticataken verrichtte van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000. § 4. Het personeelslid heeft in de maand april 2002 recht op een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 12,5 % van zijn brutojaarwedde voor zover het informaticataken verrichtte van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001. § 5. Onder jaarwedde wordt verstaan de wedde, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage.

De jaarwedde die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het bedrag van de toelage is deze welke verschuldigd is voor de maand januari van het uitbetalingsjaar. § 6. De helft van de in de §§ 1 tot 4 vastgestelde bedragen wordt van rechtswege toegekend aan het personeelslid. De tweede helft wordt toegekend na beslissing van de directeur-generaal van het personeel van de rijkswacht, op basis van de verhouding waarin het betrokken personeelslid heeft bijgedragen in de informaticataken zoals omschreven in artikel 1, § 1, en nadat hij kennis heeft genomen van een rapport over de activiteiten uitgevoerd door het betrokken personeelslid en na advies van het hoofd van de betrokken dienst.

Dit rapport dient hetzij vóór 15 februari 2000, hetzij vóór 31 januari 2002, naargelang het betalingsjaar, te worden ingediend door het personeelslid.

Art. 3.§ 1. De toelage is onderworpen aan de bijdrage voor het stelsel van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit (sector geneeskundige zorgen) en aan de bijzondere bijdrage voor de financiering van het stelsel van de sociale zekerheid.

De toelage is evenwel niet onderworpen aan de inhouding bestemd voor het Fonds voor overlevingspensioenen. § 2. De toelage mag niet met een ander voordeel van dezelfde aard gecumuleerd worden. Indien een cumul mogelijk is, wordt het meest gunstige voordeel toegekend. Intussen wordt het recht op het andere geschorst.

Art. 4.§ 1. Voor het lid van het operationeel korps van de rijkswacht, is het bedrag van de bij artikel 2 vastgestelde toelage niet verschuldigd voor iedere van de hierbij bedoelde periodes die wordt onderbroken door : - de periodes van non-activiteit om persoonlijke redenen; - de periodes van schorsing bij ordemaatregel of van non-activiteit bij tuchtmaatregel; - de tijdelijke ambtsontheffing om familiale redenen. § 2. Het bedrag van de bij artikel 2 vastgestelde toelage wordt naar verhouding verminderd wanneer hij in dienst treedt, ten gevolge van een mutatie of een detachering, in de loop van de hierin bedoelde periode, evenals voor iedere hierin bedoelde periode die wordt onderbroken door : - het eindeloopbaanverlof, de oppensioenstelling wegens het bereiken van de leeftijdsgrens of wegens lichamelijke ongeschiktheid, of de ambtshalve oppensioenstelling; - een daadwerkelijke mutatie naar een ambt waar de toekenningsvoorwaarden niet meer vervuld zijn; - een afsluiting van een detachering; - de afwezigheden om gezondheidsredenen en de gedeeltelijke dienstvrijstelling voor werk met computer; - de verloven om dwingende redenen; - deeltijdse prestaties om medische redenen; - ouderschapsverlof; - de verloven toegekend als werkzoekende; - de opdrachten binnen of buiten het Rijk die geen rechtstreeks verband hebben met de informaticataken. § 3. In afwijking van § 1, wordt, voor de personeelsleden van het operationeel korps die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit geopteerd hebben voor een hiernavermeld verlof of afwezigheid, het bedrag van de in artikel 2 vastgestelde toelage naar verhouding verminderd tot op het einde van de lopende verlof- of afwezigheidsperiode : - de periodes van non-activiteit om persoonlijke redenen; - de tijdelijke ambtsontheffing om familiale redenen.

Art. 5.De volgende verloven en afwezigheden hebben geen invloed op de vaststelling van het bedrag van de toelage van het personeelslid van het operationeel korps : - het jaarlijks vakantieverlof; - gunst-, belonings-, verplaatsingsverloven of verloven toegekend aan bloedgevers; - de verloven voor feestdagen; - het moederschapsverlof; - het opvangverlof; - het omstandigheidsverlof; - de dagen besteed aan de regularisatie van de bijkomende prestaties; - de afwezigheid in het raam van de moederschapsbescherming.

Art. 6.§ 1. Voor het militair personeelslid dat deel uitmaakt van het administratrief en logistiek korps, is het bedrag van de toelage bedoeld in artikel 2 niet verschuldigd voor elke erin bedoelde periode die onderbroken wordt door : - de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek; - de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap; - een tijdelijke ambtsontheffing, behalve indien het gaat om een tijdelijke ambtsontheffing om gezondheidsredenen die het gevolg is van de dienst; - de in disponibiliteitstelling; - de beziging. § 2. Het bedrag van de toelage in artikel 2 wordt naar verhouding verminderd wanneer hij in dienst treedt in de loop van de hierin bedoelde periode, evenals voor iedere hierin bedoelde periode die wordt onderbroken door : - de opruststelling; - eindeloopbaanverlof; - een ouderschapsverlof; - de afwezigheden om gezondheidsredenen die volgens de geneesheer hoofd van het medisch detachement bevoegd voor de eenheid van de betrokken militair, niet het gevolg zijn van de dienst. § 3. In afwijking van § 1, wordt, voor de militairen die op datum van de bekendmaking van dit besluit geopteerd hebben voor een afwezigheid of een stelsel voorzien bij diezelfde § 1, het bedrag van de in artikel 2 vastgestelde toelage naar verhouding verminderd tot op het einde van de lopende afwezigheidsperiode of het lopende stelsel.

Art. 7.De volgende verloven en afwezigheden hebben geen invloed op de vaststelling van het bedrag van de toelage van het militair personeelslid dat deel uitmaakt van het administratief en logistiek korps : - de verloven en vergunningen; - de compensatiedagen toegestaan door de Minister van Landsverdediging; - de spoedverloven; - de dienstvrijstelling van uitzonderlijke aard; - het opvangverlof; - het zwangerschapverlof; - borstvoedingsverlof; - de deelname aan cursussen opgelegd door de overheid.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1998.

Art. 9.Onze Minister van Binnenlandse Zaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 12 augustus 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^