gepubliceerd op 22 april 2011
Koninklijk besluit houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor 2011
12 APRIL 2011. - Koninklijk besluit houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor 2011
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op van financiewet 22 december 2010 voor het begrotingsjaar 2011, artikel 2;
Gelet op de wet 22 mei 2003, houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, de artikelen 121 tot en met 124;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;
Overwegende dat de uitsluiting van de mensen die in armoede leven zich op alle domeinen van het leven situeert, met inbegrip van het sociale en culturele leven en de digitale netwerken;
Overwegende dat de deelname aan de informatiemaatschappij een elementair recht is dat deel uitmaakt van de menselijke waardigheid;
Overwegende dat maatschappelijke en culturele ontplooiing een grondrecht is;
Overwegende dat de financiewet de voorlopige kredieten voor de eerste drie maanden van 2011 opent, dat andere besluiten zullen genomen worden om de resterende bedragen van de subsidie vast te leggen, equivalent aan de laatste negen maanden van het jaar;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25, 27 en 28 januari 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 3 februari 2011;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie en van Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - centrum, centra : het openbaar centrum, respectievelijk de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; - gebruiker : de persoon die gebruik maakt van gelijk welke vorm van de openbare dienstverlening behorend tot de opdrachten van het centrum; financiering : bekostiging van een activiteit, hetzij door het ten laste nemen van de kosten hetzij door het uitreiken van een cheque.
Art. 2.Een subsidie wordt toegekend aan de centra om de sociale participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van hun gebruikers te bevorderen.
Zij kunnen deze subsidie aanwenden voor : 1° de volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, sportieve of culturele manifestaties;2° de volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van lidgeld en de voor de deelname noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen;3° de ondersteuning en financiering van initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak;4° de ondersteuning en financiering van initiatieven die de toegang en participatie van de doelgroep tot de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën bevorderen, met uitsluiting van de doeleinden onder 5;5° de toekenning van een bedrag van ten hoogste honderd euro (100 EUR) per begunstigde voor de aankoop van een gerecycleerde computer via hergebruikcentra. Het staat het centrum vrij om binnen de groep van gebruikers de prioritaire doelgroepen af te bakenen die zich in de meest achtergestelde situatie bevinden.
Art. 3.Een specifieke subsidie wordt toegekend aan de centra voor de activiteiten gelieerd aan de niet-verderzetting van de armoede bij de kinderen van gebruikers van de centra.
De centra kunnen deze subsidie aanwenden voor : 1° de volledige of gedeeltelijke financiering van maatschappelijke dienstverlening om de maatschappelijke integratie van kinderen van gebruikers via deelname aan sociale programma's te bevorderen. Worden inzonderheid bedoeld : - maatschappelijke dienstverlening in het kader van de deelname aan sociale programma's; - maatschappelijke dienstverlening in het kader van onderwijsondersteuning; - maatschappelijke dienstverlening in het kader van psychologische ondersteuning voor het kind of voor de ouders in het kader van de raadpleging van een specialist; - maatschappelijke dienstverlening in het kader van paramedische ondersteuning; - steun bij de aankoop van pedagogisch materiaal en spellen; 2° de volledige of gedeeltelijke financiering van initiatieven met of voor kinderen van gebruikers om hun maatschappelijke integratie te bevorderen.Worden inzonderheid bedoeld de kosten voor het opzetten van acties met het oog op de sociale integratie van kansarme kinderen.
Art. 4.§ 1. Voor de verwezenlijking van de doelstellingen beoogd in artikel 2, tweede lid, 1° tot en met 4°, wordt een subsidie van één miljoen zeshonderdvierenzestigduizend (1.664.000,00) euro aan de centra toegekend.
Deze subsidie wordt aangerekend op het krediet ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2011, sectie 44, organisatieafdeling 55, basisallocatie 11.43.52.01. § 2. De subsidie bedoeld in § 1 wordt onder de centra verdeeld overeenkomstig volgende verdeelsleutel : - 50 % op basis van het aantal rechthebbenden op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming als bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, in de gemeente op 1 januari 2010; - 50 % op basis van het aantal gerechtigden op maatschappelijke integratie als bedoeld door de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie in de gemeente op datum van 1 januari 2010.
De bekomen bedragen worden afgerond op eenheden van één euro.
De verdeling per centrum wordt als bijlage aan dit besluit gevoegd.
Art. 5.§ 1. Voor de verwezenlijking van de doelstelling beoogd in artikel 2, tweede lid, 5°, wordt een subsidie van zesentachtigduizend zeshonderd vijfenzeventig (86.675,00) euro toegekend aan de centra.
Deze subsidie wordt aangerekend op het krediet ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2011, sectie 44, organisatieafdeling 55, basisallocatie 11.43.52.03. § 2. De subsidie bedoeld in § 1 wordt onder de centra verdeeld in overeenstemming met de sleutel in artikel 4. De zo bekomen bedragen worden afgerond op eenheden van 100 euro.
Art. 6.§ 1. Voor de verwezenlijking van de doelstellingen beoogd in artikel 3, wordt een subsidie van één miljoen en vijftigduizend euro (1.050.000,00) aan de centra toegekend.
Deze subsidie wordt aangerekend op het krediet ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2011, sectie 44, organisatieafdeling 55, basisallocatie 11.43.52.01. § 2. de subsidie bedoeld in § 1 wordt onder de centra verdeeld in overeenstemming met de sleutel vermeld in artikel 4.
De bekomen bedragen worden afgerond op eenheden van één euro.
Art. 7.In toepassing van artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn kan het centrum samenwerkingsverbanden afsluiten met organisaties die de sociale, culturele en sportieve participatie en de toegang tot nieuwe informatie- en communicatietechnologieën voor mensen die in armoede leven als doelstelling hebben.
Zij kunnen de verwezenlijking van een deel of het geheel van de doelstellingen bedoeld in artikelen 2 en 3 toevertrouwen aan deze partner, die voor de gemaakte kosten wordt vergoed.
De beheerskosten vertegenwoordigen ten hoogste 10 % van deze vergoeding.
In voorkomend geval is de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen van toepassing.
Art. 8.§ 1. De centra die volgens artikelen 4, § 2 en 6, § 2, een subsidie genieten gelijk aan of hoger dan 6.250 euro, kunnen de kosten van hun personeel dat direct betrokken is bij de verwezenlijking van de doelstellingen beoogd in artikelen 2 en 3, voor ten hoogste 10 % van het verantwoorde nettobedrag op deze subsidie aanrekenen.
Worden hiermee gelijkgesteld : de centra die onderling een samenwerkingsovereenkomst afsluiten om de subsidie op gecoördineerde wijze aan te wenden, en van wie de gecumuleerde subsidies volgens artikelen 4, § 2 en 6, § 2, gelijk zijn aan of hoger dan 6.250 euro. § 2. De vergoedingen voor de personen die niet als personeelslid van het centrum zijn ingeschakeld bij de verwezenlijking van de doelstellingen worden beschouwd als werkingskosten en zijn als dusdanig aanvaardbaar om op deze subsidie te worden aangerekend. § 3. Een eventuele deelname in de kosten door de gebruikers of andere deelnemers dient van de verantwoorde kosten te worden verminderd. § 4. Investeringen en duurzame aankopen vanaf 500 euro exclusief btw kunnen in geen geval worden ten laste genomen. § 5. De vereffening van de kosten gedekt door dit besluit dient plaats te vinden tijdens de looptijd van dit besluit.
Art. 9.§ 1. Een voorschot van 50 % van het bedrag bedoeld in artikel 4 wordt aan het centrum overgemaakt binnen vijf dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. § 2. Een saldo van ten hoogste 50 % van het bedrag bedoeld in artikel 4 wordt uitgekeerd aan het centrum na goedkeuring van een eindverslag ingediend zoals bepaald in artikel 11.
Art. 10.Een voorschot van 50 % van het bedrag bedoeld in artikel 6 wordt aan het centrum overgemaakt binnen vijf dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Bij de verantwoording van de subsidie zoals bedoeld in artikel 11, § 1, zal het verantwoorde saldo worden overgemaakt aan het centrum.
Art. 11.§ 1. Om het gebruik van de subsidies te verantwoorden, dient het centrum vóór 28 februari 2012 een elektronisch verslag in, bestaande uit een activiteitenoverzicht en een financieel overzicht.
Dit rapport dient via de webapplicatie "Uniek Jaarverslag" te worden overgemaakt.
De originele bewijsstukken blijven ter beschikking met het oog op de controle op het gebruik van de subsidie.
De niet-gebruikte of niet-verantwoorde bedragen zullen ten laatste op 1 november 2012 aan de Staat worden terugbetaald.
Art. 12.De subsidieperiode van dit besluit loopt van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.
Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.
Art. 14.De Minister van Maatschappelijke Integratie en de Staatssecretaris van Maatschappelijke Integratie zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 april 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Ph. COURARD