gepubliceerd op 11 april 2003
Koninklijk besluit tot vaststelling van de medische geschiktheidscriteria voor de dienst als militair
11 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de medische geschiktheidscriteria voor de dienst als militair
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 december 1955 betreffende de hulpofficieren van de luchtmacht, piloten en navigatoren, inzonderheid op artikel 3, 5°;
Gelet op de wet van 21 december 1991 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader, inzonderheid op artikelen 15 en 25, gewijzigd bij de wet van 20 mei 1994;
Gelet op de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de militairen korte termijn, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op de wet van 20 mei 1994 inzake de rechtstoestanden van het militair personeel, inzonderheid op artikel 90, vervangen door de wet van 22 maart 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot vaststelling van de keuringscriteria inzake medische geschiktheid voor de militaire dienst van de dienstplichtigen evenals voor de dienst van de andere militairen en het personeel van de rijkswacht, inzonderheid op artikel 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 mei 1978 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 november 1991;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 augustus 1981 betreffende het medisch geschiktheidsprofiel en het medisch onderzoek van de kandidaten voor toelating tot de actieve kaders en van de dienstplichtigen, inzonderheid op bijlage 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 1991;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 maart 1999 betreffende de medische geschiktheid als parachutist of commando, inzonderheid op bijlage 1;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de Krijgsmacht, afgesloten op 6 september 2002;
Gelet op het advies Nr. 34.188/4 van de Raad van State, gegeven op 16 oktober 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de militair : de militair en de kandidaat-militair, zowel van het actief kader als van het reservekader;2° "sollicitant" : de persoon, tussen het ogenblik waarop hij zich inschrijft voor een wervingssessie en het ogenblik waarop hij de hoedanigheid van kandidaat-militair verwerft, of desgevallend waarop er een einde gemaakt wordt aan het wervingsproces voor deze inschrijving;3° de geschiktheidscriteria : de bepalingen van de tabel van de aandoeningen en de lichaamsgebreken die aanleiding geven tot de ongeschiktheid voor de dienst als militair;4° een aangepast ambt : het ambt waarin het risico op vererging van de aandoening of van het lichaamsgebrek van de onderzochte militair kan beheerd worden.
Art. 2.Onverminderd de bijzondere bepalingen betreffende de medische geschiktheid voor de dienst op zee, voor de luchtdienst of voor het uitoefenen van bepaalde specifieke ambten, worden de geschiktheidscriteria voor de dienst als militair vastgesteld in de tabel in bijlage A bij dit besluit.
Art. 3.De geschiktheidscriteria zijn toepasselijk : 1° op de sollicitant in het kader van de beoordeling van de fysieke hoedanigheden op medisch gebied voor de aanvaarding als kandidaat-militair;2° op de militair in de standen "in werkelijke dienst" of "in non-activiteit";3° op de militair in de stand "met onbepaald verlof";4° op de reserve-aalmoezenier, voor de toepassing van artikel 11 van het koninklijk besluit van 17 mei 1952 tot vaststelling van de staat der militaire aalmoezeniers van het reservekader.
Art. 4.Ten gevolge van sommige aandoeningen of lichaamsgebreken ontdekt tijdens het medisch onderzoek in het kader van de beoordeling van zijn fysieke hoedanigheden op medisch gebied en overeenkomstig de bepalingen van kolom 5 in de tabel in bijlage A bij dit besluit, kan een sollicitant toegestaan worden om later een nieuwe kandidatuur in te dienen.
Art. 5.Ten gevolge van sommige aandoeningen of lichaamsgebreken ontdekt bij een medisch onderzoek tijdens zijn loopbaan, kan de militair die een aanvraag indient aan de directeur-generaal human resources naar een aangepast ambt georiënteerd worden.
De in het eerste lid bedoelde beslissing wordt door de directeur-generaal human resources genomen op advies, hetzij van de onderzoeksgeneesheer, hetzij van de militaire commissie voor geschiktheid en reform (M.C.G.R.) of, naargelang het geval, van de militaire commissie van beroep voor geschiktheid en reform (M.C.B.G.R.), overeenkomstig de bepalingen van kolom 6 in de tabel in bijlage A bij dit besluit.
De betrokken militair kan te allen tijde zijn aanvraag schriftelijk intrekken bij de directeur-generaal human resources.
Art. 6.Bijlage 1 van het koninklijk besluit van 28 augustus 1981 betreffende het medisch geschiktheidsprofiel en het medisch onderzoek van de kandidaten voor toelating tot de actieve kaders en van de dienstplichtigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 1991, wordt vervangen door de bijlage 1, in bijlage B bij dit besluit.
Art. 7.In de bijlage 1 van het koninklijk besluit van 3 maart 1999 betreffende de medische geschiktheid als parachutist of commando wordt punt 2 vervangen als volgt : « 2. Het lichaamsgewicht moet overeenstemmen met de veiligheidsnorm inherent aan het gebruikte type valscherm. Het lichaamsgewicht mag de veiligheid van de activiteiten eigen aan het brevet waarvan de betrokken militair in kwestie houder is, noch het slagen in de voorgeschreven proeven in het gedrang brengen.
De body-mass-index of index van Quetelet moet kleiner zijn dan of gelijk zijn aan 28.
Evenwel is een hogere index aanvaardbaar indien deze kennelijk het gevolg is van een uitgesproken robuustheid. »
Art. 8.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot vaststelling van de keuringscriteria inzake medische geschiktheid voor de militaire dienst van de dienstplichtigen evenals voor de dienst van de andere militairen en het personeel van de rijkswacht, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 mei 1978 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 november 1991, vervallen de woorden "van de andere militairen en".
Art. 9.Het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot vaststelling van de keuringscriteria inzake medische geschiktheid voor de militaire dienst van de dienstplichtigen evenals voor de dienst van de andere militairen en het personeel van de rijkswacht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 februari 1975, 16 mei 1978, 3 februari 1981, 13 november 1991, 4 mei 1993 en 23 april 1999, wordt opgeheven, althans wat de in artikel 3 van dit besluit bedoelde personen betreft.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.
Art. 11.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT
Bijlage A bij het koninklijk besluit van 11 maart 2003 tot vaststelling van de medische geschiktheidscriteria voor de dienst als militair Tabel van de aandoeningen en de lichaamsgebreken die aanleiding geven tot de ongeschiktheid voor de dienst als militair De geschiktheidscriteria worden opgegeven in een tabel die verschillende kolommen bevat.
In deze kolommen worden de volgende inlichtingen verstrekt : Kolom 1 : Militair identificatienummer van een groep aandoeningen en lichaamsgebreken die als een medische entiteit worden beschouwd.
Kolom 2. : Medische omschrijving van de aandoeningen en lichaamsgebreken die onder het in kolom 1 aangegeven militair identificatienummer vallen.
Kolom 3 : De ICD-nummers. Dit zijn de nummers van de aandoeningen, vermeld in kolom 2, zoals deze voorkomen in deInternational Classification of Diseases, 9th Revision, Clinical Modification (ICD-9-CM), 5th edition, Hospital Edition, Vol 1 & 2, 1999; Practice Management Information Corporation (PMIC), LA, California 90010". De codes die in kolom 3 vetjes en schuin zijn afgedrukt, hebben betrekking op de nomenclatuur van de medische procedures zoals vermeld in deel 3 van de ICD-9-CM. De aandoeningen of medische procedures die met een nummer in kolom 3 zijn opgenomen, geven niet noodzakelijk aanleiding tot ongeschiktheid maar behoren tot de entiteit van aandoeningen die ressorteren onder het in kolom 1 opgegeven militair identificatienummer.
De lijst van nummers in kolom 3 is niet beperkend.
Kolom 4 : Aanvullende medische verklaringen en instructies, waarvan de lijst niet beperkend is, aangaande de beoordeling van de bedoelde aandoeningen en lichaamsgebreken of de vaststellingen gedaan bij het medisch onderzoek tijdens de werving en tijdens de loopbaan.
Kolom 5 : Een cijfer 1 in deze kolom houdt in dat de aandoening of het lichaamsgebrek tot definitieve medische ongeschiktheid leidt bij de werving als militair. De betrokken sollicitant kan bijgevolg geen nieuwe kandidatuur meer indienen en dit om medische redenen.
Indien er in deze kolom een cijfer 2 voorkomt, kan een nieuwe kandidatuur ingediend worden.
Kolom 6 : Aanvullende medische verklaringen en richtlijnen aangaande de beoordeling van de bedoelde aandoeningen en lichaamsgebreken of van de vaststellingen gedaan bij een medisch onderzoek van de militair tijdens zijn loopbaan.
Een cijfer 1 in deze kolom houdt definitieve ongeschiktheid in.
Een cijfer 2 betekent dat de aandoening of het lichaamsgebrek dient beoordeeld te worden in functie van : a) de ernst van de aandoening of het lichaamsgebrek;b) de professionele mogelijkheden van de betrokken militair;c) de afwezigheden om gezondheidsredenen te wijten aan de aandoening of het lichaamsgebrek;d) de mogelijkheid om de betrokken militair een aangepast ambt te geven;e) de eventuele aanpassingsmogelijkheden ten gevolge van een behandeling, een prothese, orthese of ander hulpmiddel;f) de resultaten van de medische onderzoeken, eventueel vermeld in kolom 4. Kolom 7 : Een cijfer 1 in deze kolom duidt op de verplichting om een specialist te raadplegen voor de vermelde aandoening of lichaamsgebrek. Het kan zowel over een geneesheer-specialist, een psycholoog of een klinisch bioloog gaan.
Het kan noodzaakelijk zijn om een zelfde aandoening of lichaamsgebrek door verschillende specialisten afzonderlijk of gelijktijdig te laten beoordelen. In deze context dient er rekening mee te worden gehouden dat verschillende specialisten tot ongeschiktheid kunnen besluiten op basis van hetzelfde criterium, alsook dat éénzelfde criterium niet noodzakelijk exclusief voor één welbepaalde specialiteit geldt.
Een cijfer 0 duidt erop dat het niet verplicht is een specialist te raadplegen.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 11 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT