Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 maart 1999
gepubliceerd op 26 maart 1999

Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de administratieve procedure ingevoerd bij wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000163
pub.
26/03/1999
prom.
11/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/11/1999000163/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de administratieve procedure ingevoerd bij wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, inzonderheid op de artikelen 25, eerste lid, en 26, eerste lid;

Gelet op het gunstige advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 11 februari 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 17 februari 1999;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat het fenomeen hooliganisme momenteel dermate gewelddadige vormen heeft aangenomen dat hiertegen onmiddellijk en met alle wettelijke instrumenten moet worden opgetreden;

Overwegende dat het onmiddellijk toepassen van de sancties voorzien door de wet betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden onontbeerlijk is om het fenomeen hooliganisme op efficiënte wijze te bestrijden en de veiligheid voor bezoekers te garanderen;

Overwegende dat deze sancties niet onmiddellijk kunnen worden toegepast, zonder eerst de administratieve procedure te hebben vastgesteld en de bevoegde ambtenaren te hebben aangesteld;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 23 februari 1999 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De ambtenaar bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden is elke ambtenaar of agent van de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie met een graad van minstens rang 10, aangesteld bij de binnen deze administratie bestaande voetbalcel, met uitzondering van de ambtenaar bedoeld in artikel 2 van dit besluit.

Art. 2.De ambtenaar bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden is : 1° voor het opleggen van de geldboetes bedoeld in de artikelen 18 en 24 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, voor het opleggen van het stadionverbod bedoeld in artikel 24 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden en voor het bevestigen van de beveiligingsmaatregel bedoeld in artikel 44 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, de Directeur-generaal en de Directeur-generaal tweetalig adjunct van de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie of de ambtenaar of agent met een graad van minstens rang 13 die één van hen vervangt;2° voor het opleggen van de geldboetes bedoeld in artikel 24 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden die niet hoger zijn dan tienduizend frank en voor de inning van de geldsom bedoeld in artikel 34 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, elke ambtenaar of agent van de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie met een graad van minstens rang 10, aangesteld bij de binnen deze administratie bestaande voetbalcel.

Art. 3.De administratieve boetes worden vereffend door storting of overschrijving op een rekening van het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan de hand van de formulieren die gevoegd zijn bij de beslissing die de boete oplegt. HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende het stadionverbod, opgelegd als beveiligingsmaatregel

Art. 4.Wanneer de ambtenaar bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, van dit besluit beslist om het stadionverbod, opgelegd als beveiligingsmaatregel door de politie-ambtenaar bedoeld in artikel 44 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, te bevestigen, verwittigt hij hiervan de overtreder bij een ter post aangetekend schrijven, waarbij hij hem meedeelt op welke dag die beveiligingsmaatregel ten einde komt. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 maart 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE

^