gepubliceerd op 15 oktober 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen
11 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 97, vervangen bij de wet van 14 januari 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 oktober 2002 en 11 november 2002, inzonderheid het artikel 30;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, van 12 december 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 januari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven op 4 maart 2003;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat huidig besluit een herzienbaar element invoert in het budget van financiële middelen vanaf het dienstjaar dat loopt van 1 juli 2002 tot 30 juni 2003 en dat de ziekenhuisbeheerders bijgevolg zo snel mogelijk op de hoogte gebracht moeten worden;
Gelet op het advies 35.041/3 van de Raad van State, gegeven op 11 maart 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Besluit :
Artikel 1.In artikel 30 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen wordt een § 3 toegevoegd, luidend als volgt : « § 3. Het in § 1 vermelde percentage van 21 % kan naar boven of naar onder worden aangepast naargelang van de facturatietermijn van het ziekenhuis.
Die aanpassing gebeurt als volgt : er wordt voor elk ziekenhuis een gemiddelde facturatietermijn berekend voor het betrokken dienstjaar, waarbij de termijn aanvangt de 15de van de maand waarin de verstrekkingen zijn uitgevoerd en afloopt op de dag van de overzending van de papieren facturen die overeenstemmen met een magnetische drager die door de verzekeringsinstellingen is goedgekeurd.
Die gemiddelde termijn per ziekenhuis, uitgedrukt in dagen, wordt vergeleken met de nationale gemiddelde termijn.
Indien de gemiddelde termijn van het ziekenhuis lager is dan de nationale gemiddelde termijn x 0,9, wordt het percentage van 21 % verhoogd naar rata van 0,5 % per volledige schijf van (nationale termijn/10) dagen, met een maximum van 2 %.
Indien de gemiddelde termijn hoger is dan de nationale gemiddelde termijn x 1,1, wordt het percentage van 21 % verminderd naar rata van 0,5 % per volledige schijf van (nationale termijn/10) dagen, met een maximum van 2 %.
Het effect van de voorvermelde aanpassing kan geen overschrijding van het nationaal beschikbaar budget voor onderdeel A2 voor het beschouwde dienstjaar tot gevolg hebben.
Ingeval er een overschrijding wordt vastgesteld, gebeurt de vermindering lineair.
Met het oog op de berekening van voornoemde aanpassing dienen de ziekenhuizen de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen, de betrokken gegevens vóór 31 december volgend op het dienstjaar waarin het betrokken budget is vastgesteld over te zenden volgens het model dat als bijlage 16 gaat bij dit besluit.
Art. 2.In artikel 92 van hetzelfde koninklijk besluit wordt een punt 8 toegevoegd, luidend als volgt : « 8. de aanpassing van onderdeel A2 volgens de regels bedoeld in artikel 30, § 3. »
Art. 3.De bijlage bij dit besluit wordt toegevoegd aan hetzelfde besluit als bijlage 16.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE
BIJLAGE Bijlage 16 Naam van de instelling : Erkenningsnummer : CIV-nr. : facturatiemaand : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gemiddelde termijn voor alle verzekeringsinstellingen : (42 x 500.000) + (44 x 400.000) + (43 x 100.000) + (46 x 50.000) + (50 x 20.000) + (42 x 5.000) = 46.410.000/1.075.000 = 43,17 dagen.
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 11 juli 2003 wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE