gepubliceerd op 19 september 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw, en houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw
11 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw, en houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 4, eerste lid, 2°, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1998 houdende de vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 november 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 november 2001, 4 december 2001 en 19 november 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen;
Gelet op het advies van de Directieraad van 26 september 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 september 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 2 oktober 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 24 september 2002;
Gelet op het protocol nr. 436 van 9 oktober 2002 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoordineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Copernicushervorming tot doel heeft de federale overheidsdienst om te vormen tot een dynamische organisatie die niet alleen een betere dienstverlening aan de gebruiker beoogt maar ook een betere werkgever wil zijn;
Overwegende dat een radicale verandering van de oriëntatie in het personeelsbeleid één van de peilers is van de genoemde hervorming en dat de modernisering van de loopbanen van de rijksambtenaren hiervan een essentieel element uitmaakt;
Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbanen van het personeel bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw zo vlug mogelijk moet worden gerealiseerd, gebaseerd op de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 5 september 2002;
Overwegende dat het personeel van het Ministerie van Middenstand en Landbouw op 1 oktober 2002 wordt overgeheveld, overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 juni 2002 tot vaststelling van de bijzondere wijze waarop personeelsleden van het Ministerie van Middenstand en Landbouw overgaan naar de voorlopige cellen van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen of van de nieuwe federale overheidsdiensten;
Overwegende dat het koninklijk besluit van 10 januari 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw, en houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw werd bekrachtigd zonder bekrachtiging van zijn bijlage;
Op de voordracht van Onze Minister belast met Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Middenstand en Landbouw
Artikel 1.De artikelen 1 tot 15 van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Middenstand en Landbouw worden opgeheven.
Art. 2.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 17.De volgende graden ingedeeld in niveau 2+ worden geschrapt bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw : - controleur; - technisch assistent; - landbouwhuishoudkundig(e) consulent(e); - eerstaanwezend controleur; - eerstaanwezend technisch assistent; - eerstaanwezend landbouwhuishoudkundig(e) consulent(e). »
Art. 3.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 18.§ 1. De graad van actuaris kan enkel worden verleend aan degenen die geslaagd zijn voor een vergelijkende wervingsselectie. § 2. Alleen de rijksambtenaren die titularis zijn van de graad van actuaris kunnen worden bevorderd tot de graad van actuaris-directeur.
Deze bevordering wordt toegekend volgens de regels van de bevordering door verhoging in graad. » .
Art. 4.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° het artikel 19;2° het artikel 21.
Art. 5.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 22.In de tabel die gevoegd is bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, worden de volgende graden vermeld onder het opschrift « I. Alfabetische rangschikking van de benamingen in de Nederlandse taal, Afdeling A. Administratief personeel » en onder het opschrift « II.
Alfabetische rangschikking van de benamingen in de Franse taal, Afdeling A. Administratief personeel » :
- in rang 13 : actuaris-directeur; - in rang 10 : actuaris. »
Art. 6.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° de artikelen 23 en 24;2° het artikel 25, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 november 2001;3° het artikel 25bis , ingevoegd bij het koninklijk besluit van 30 november 2001. HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
Art. 7.Worden opgeheven in het koninklijk besluit van 23 januari 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw : 1° de artikelen 1 tot 13;2° het artikel 14, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 19 november 2002;
Art. 8.De weddenschaal vermeld in artikel 15, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 2001, wordt vervangen als volgt : 30.188,87 - 42.897,20 3 x 1 x 668,83 8 x 2 x 1.337,73.
Art. 9.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° de artikelen 21, 22 en 23, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 19 november 2002;2° het artikel 23bis , ingevoegd bij het koninklijk besluit van 30 november 2001 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 19 november 2002;3° het artikel 24;4° het artikel 25, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 19 november 2002;5° het artikel 26, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 2001.
Art. 10.De weddenschaal vermeld in artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 2001, wordt vervangen als volgt : 33.978,98 - 48.694,01 11 x 2 x 1.337, 73
Art. 11.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° de artikelen 28 tot 32, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 19 november 2002;2° het artikel 33, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 november 2001. HOOFDSTUK III. - Integratie van bijzondere loopbanen in de nieuwe loopbanen
Art. 12.§ 1. De ambtenaren die op 1 oktober 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna opgenomen zijn in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in één van de graden die in de rechterkolom voorkomen : controleur technisch eerstaanwezend controleur deskundige technisch assistent eerstaanwezend technisch assistent assistent landbouwhuishoudkundig(e) consulent(e) eerstaanwezend landbouwhuishoudkundig(e) consulent(e). § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.
De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B.
Art. 13.§ 1. De in artikel 12, § 1, bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage bij dit besluit. § 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren benoemd in de graad van technisch deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graden van controleur en technisch assistent en voorheen titularis van de weddenschaal 26K, het voordeel van de volgende weddenschaal behouden : 17.994,53 - 27.166,51 3/1 x 252,18 2/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27 § 4. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren benoemd in de graad van technisch deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van landbouwhuishoudkundig(e) consulent(e) en voorheen titularis van de weddenschaal 26I, het voordeel van de volgende weddenschaal behouden : 17.854,30 - 25.212,13 3/1 x 312,09 12/2 x 535,13. § 5. De ambtenaren voorheen titularis van de weddenschaal 26C kunnen onmiddellijk deelnemen aan de competentiemeting 1. § 6. De ambtenaren voorheen titularis van de weddenschaal 26K kunnen onmiddellijk deelnemen aan de competentiemeting 2. § 7. De ambtenaren voorheen titularis van de weddenschaal 26K en die ten minste 12 jaar graadanciënniteit hebben op 1 oktober 2002, bekomen, wanneer ze geslaagd zijn voor de competentiemeting 2, de weddenschaal BT2 van zodra ze 18 jaar graadanciënniteit hebben.
De niet-geslaagden bekomen, indien ze 18 jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 28H, opgenomen in de bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen.
De in het tweede lid bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan de competentiemeting 2. § 8. Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zijn dan deze vermeld in § 7, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast.
Art. 14.Het koninklijk besluit van 10 januari 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw, en houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw word ingetrokken.
Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2002, met uitzondering van de artikelen 8 en 10 die in werking treden op 1 januari 2003.
Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw, Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 11 juli 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw, en tot hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
ALBERT Van Koningswege : De Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw, Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK