Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 januari 1998
gepubliceerd op 14 maart 1998

Koninklijk besluit houdende de vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Middenstand en Landbouw

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016053
pub.
14/03/1998
prom.
23/01/1998
ELI
eli/besluit/1998/01/23/1998016053/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JANUARI 1998. Koninklijk besluit houdende de vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Middenstand en Landbouw


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, 2de lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 maart 1964, 17 september 1969, 1 augustus 1975, 12 augustus 1981, 22 november 1991, 15 maart 1993, 14 en 26 september 1994, 17 maart 1995 en 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het Rijkspersoneel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 september 1969, 28 oktober 1988, 31 juli 1991, 15 maart 1993, 14 september 1994, 17 maart 1995 en 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, gewijzigd bij de koninkijke besluiten van 24 oktober 1967, 17 september 1969, 11 februari 1977, 15 maart 1993, 14 september 1994, 17 maart 1995, 10 april 1995, 3 juni 1996 en 4 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1994 houdende oprichting, organisatie en vastlegging van de personeelsformatie van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 1994 tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de Nationale Zuiveldienst overgaan naar het Ministerie van Landbouw;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 1994 tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de Nationale dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten overgaan naar het Ministerie van Landbouw;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1994 tot vaststelling van de wijze waarop bepaalde personeelsleden van de Belgische dienst voor bedrijfsleven en landbouw - sector landbouw- en voedingsprodukten en -industrieën - overgaan naar het Ministerie van Landbouw;

Gelet op het advies van de Directieraad;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 26 april 1996 en 9 september 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 december 1996, 18 april 1997 en 14 november 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 9 december 1996, 18 april 1997 en 14 november 1997;

Gelet op protocol nr. 97-12-11/20 van 11 december 1997 van het Comité van Sector V Landbouw en Middenstand;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is rekening te houden met de oprichting van niveau 2+, met de vereenvoudiging van de loopbaan van het Rijkspersoneel en met de oprichting van het nieuwe Ministerie van Middenstand en Landbouw;

Overwegende dat het aangewezen is dit besluit zo vlug mogelijk bekend te maken, gelet op het feit dat verscheidene bepalingen ervan uitwerking hebben op 1 januari of 1 juni 1994;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Het Ministerie van Landbouw A. Geschrapte graden

Artikel 1.De volgende graden worden geschrapt bij het Ministerie van Landbouw : A. Administratief personeel in rang 20 :technisch helper controleur 2e klasse controleur-deskundige inspectieagent C. Meesters-, vak- en dienstpersoneel in rang 40 : hulparbeider B in rang 41 : geschoold werkman A in rang 42 : geschoold werkman B in rang 43 : eerste vakman in rang 44 : eerste vakman A speciaal chef mecanicien amanuensis in rang 30 : amanuensis-technicus in rang 32 : meesterknecht 3de klasse (afgeschafte graad) eerste amanuensis-technicus in rang 34 : hoofdamanuensis De volgende graden worden eveneens geschrapt : in rang 22 : landbouwhuishoudkundig consulente eerstaanwezend technisch helper eerste controleur districthoofd eerstaanwezend inspectie agent in rang 23 : eerste landbouwhuishoudkundig consulente in rang 24 : eerstaanwezend landbouwhuishoudkundig consulente landbouwhuishoudkundig inspectrice hoofdtechnisch helper eerste hoofdcontroleur hoofdinspectieagent in rang 25 : provinciaal inspecteur

Art. 2.De volgende graden worden geschrapt bij het Ministerie van Landbouw : in rang 10 : bestuurssecretaris (V.L.) inspecteur inspecteur-dierenarts ingenieur voor de scheikunde en de landbouwindustrieën landbouwkundig ingenieur dierenarts (V.L.) in rang 11 : adjunct-adviseur (V.L.) adjunct-rechtskundig adviseur afdelingschef boekhouding inspecteur-hoofd van dienst inspecteur-hoofd van dienst (personeelsleden die houder zijn van het diploma van dierenarts, doctor in de veeartsenijkunde of doctor in de diergeneeskunde) eerstaanwezend dierenarts (V.L.) in rang 12 : eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst (personeelsleden die houder zijn van het diploma van dierenarts, doctor in de veeartsenijkunde of doctor in de diergeneeskunde) in rang 13 : adviseur (V.L.) rechtskundig adviseur hoofdinspecteur-directeur hoofdinspecteur-directeur (personeelsleden die houder zijn van het diploma van dierenarts, doctor in de veeartsenijkunde of doctor in de diergeneeskunde) in rang 15 : adjunct-directeur-generaal B. Opgerichte graden

Art. 3.De volgende graad wordt opgericht bij het Ministerie van Landbouw : in rang 20 : technisch helper (afgeschafte graad) De volgende graden worden eveneens opgericht : in rang 26 : landbouwhuishoudkundig consulente technisch assistent in rang 27 : eerste landbouwhuishoudkundig consulente in rang 28 : eerstaanwezend landbouwhuishoudkundig consulente eerstaanwezend technisch assistent in rang 29 : provinciaal inspecteur

Art. 4.§ 1. De ambtenaren van het Ministerie van Landbouw die titularis zijn van één van de in artikel 1 geschrapte en hierna in de linkerkolom vermelde graden worden van ambtswege benoemd in één van de hierna in de rechterkolom vermelde graden.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Niettegenstaande het in § 1 bepaalde, wordt het personeelslid dat titularis is van een van de daar in de linkerkolom in de rubriek "A. Administratief personeel" vermelde graden van ambtswege benoemd in de graad van technisch helper (afgeschafte graad) bedoeld in artikel 3, op voorwaarde dat hij voldaan heeft aan een examen voor verhoging in graad die reeds werd afgenomen of aan de gang was op 31 december 1994 met betrekking tot de toegang tot een van de in artikel 1 bedoelde in rang 22 ingedeelde graden. § 3. De personeelsleden die titularis zijn van een van de in artikel 1 geschrapte graden die hierna in de linkerkolom zijn vermeld, worden van ambtswege benoemd in een van de hierna in de rechterkolom vermelde graden.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. De personeelsleden met de graad van bestuurschef (rang 24) die van de vroegere Nationale Dienst voor de Afzet van Land- en Tuinbouwprodukten - Buitendiensten - naar het Ministerie van Landbouw zijn overgegaan, worden ambtshalve benoemd in de graad van eerstaanwezend technisch assistent. § 5. Op de datum waarop niveau 2+ van kracht wordt voor de bijzondere graden bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw, wordt het in § 2 bedoelde personeelslid met de graad van technisch helper (afgeschafte graad) van ambtswege benoemd in de graad van technisch assistent. Op diezelfde datum wordt de graad van technisch helper (afgeschafte graad) geschrapt.

Art. 5.§ 1. De ambtenaren die krachtens artikel 4, §§ 1 en 2 benoemd zijn behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit verkregen in de graad waarvan zij titularis waren.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van vakman (rang 30) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 34, 33 en 32 geacht verricht te zijn in de graad van rang 30.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van geschoold arbeider (rang 42) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 44 en 43 geacht verricht te zijn in de graad van rang 42.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van arbeider (rang 40) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 41 geacht verricht te zijn in de graad van rang 40.

De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal. § 2. De personeelsleden die krachtens artikel 4, §§ 3, 4 en 5 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de anciënniteit die zij hadden verkregen in de graad waarvan zij titularis waren.

Zij nemen de anciënniteit die zij in niveau 2 verkregen hadden, mee naar niveau 2+.

De door deze personeelsleden verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal. § 3. Bij de berekening van de graadanciënniteit van de krachtens artikel 4, § 5 in de graad van technisch assistent benoemde personeelsleden worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd werden sinds 1 januari 1994 en ten vroegste sedert de datum van het proces-verbaal van afsluiting van het examen voor verhoging in graad die vóór 31 december 1994 werd afgenomen of aan de gang was met betrekking tot de toegang tot een van de in artikel 1 bedoelde in rang 22 ingedeelde graden, waarbij deze personeelsleden voldeden, geacht verricht te zijn in de graad van rang 26.

Art. 6.De ambtenaren van het Ministerie van Landbouw die titularis zijn van één van de in artikel 2 geschrapte en hierna in de linkerkolom vermelde graden worden van ambtswege benoemd in één van de in de rechterkolom vermelde graden.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 7.De ambtenaren die krachtens artikel 6 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit verkregen in de graad waarvan ze titularis waren.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in een graad van rang 10 worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 11 en 12 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10.

De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal. HOOFDSTUK II. - Het Ministerie van Middenstand A. Geschrapte graden :

Art. 8.De volgende graden worden geschrapt bij het Ministerie van Middenstand : A. Administratief personeel in rang 33 : hulpgriffier in rang 34 : hoofdoperateur (afgeschafte graad) in rang 21 : speciaal controleur 1ste klasse enquêteur (afgeschafte graad) in rang 22 : eerstaanwezend enquêteur (afgeschafte graad) eerste griffier in rang 24 : hoofdenquêteur (afgeschafte graad) leidend griffiechef C. Meesters-, vak- en dienstpersoneel in rang 40 : hulparbeider B in rang 41 : geschoold werkman A in rang 42 : geschoold werkman B in rang 43 : eerste vakman in rang 44 : eerste vakman A De volgende graden worden eveneens geschrapt : in rang 22 : eerste controleur in rang 23: eerste hoofdcontroleur in rang 24 : adjunct inspecteur eerste klasse

Art. 9.De hiernavolgende graden worden geschrapt bij het Ministerie van Middenstand. in rang 11 : eerstaanwezend inspecteur adjunct adviseur-hoofd van dienst (afgeschafte graad) in rang 13 : rechtskundig adviseur hoofdinspecteur-directeur B. Opgerichte graden :

Art. 10.De volgende graad wordt opgericht bij het Ministerie van Middenstand : in rang 20 : speciaal controleur (afgeschafte graad) De volgende graden worden eveneens opgericht : in rang 26 : eerste controleur in rang 27 : eerste hoofdcontroleur in rang 28 : adjunct-inspecteur eerste klasse

Art. 11.§ 1 - De ambtenaren van het Ministerie van Middenstand die titularis zijn van één van de in artikel 8 geschrapte en hierna in de linkerkolom vermelde graden worden van ambtswege benoemd in één van de in de rechterkolom vermelde graden : A. Administratief personeel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren die titularis zijn van één van de in artikel 8 geschrapte en hierna in de linkerkolom vermelde graden worden van ambtswege benoemd in één van de in de rechterkolom vermelde graden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 12.§ 1. De ambtenaren die krachtens artikel 11, § 1 benoemd zijn behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit verkregen in de graad waarvan zij titularis waren.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van bestuurschef (rang 22) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 24 geacht verricht te zijn in de graad van rang 22.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van bestuursassistent (rang 20) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 22 en 21 geacht verricht te zijn in de graad van rang 20.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van speciaal controleur (afgeschafte graad) (rang 20) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 21 geacht verricht te zijn in de graad van rang 20.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van klerk (rang 30) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 34, 33 en 32 geacht verricht te zijn in de graad van rang 30.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van vakman (rang 30) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 34, 33 en 32 geacht verricht te zijn in de graad van rang 30.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van geschoold arbeider (rang 42) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 44 en 43 geacht verricht te zijn in de graad van rang 42.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van arbeider (rang 40) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 41 geacht verricht te zijn in de graad van rang 40.

De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal. § 2. De personeelsleden die krachtens artikel 11, § 2 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de anciënniteit die zij hadden verkregen in de graad waarvan zij titularis waren.

Zij nemen de in niveau 2 verkregen anciënniteit mee naar niveau 2+.

Bij de berekening van de graadanciënniteit van de in de graad van eerste controleur (rang 26) benoemde personeelsleden, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 22 geacht verricht te zijn in de graad van eerste controleur.

Bij de berekening van de graadanciënniteit van de in de graad van eerste hoofdcontroleur (rang 27) benoemde personeelsleden, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 23 geacht verricht te zijn in de graad van eerste hoofdcontroleur.

Bij de berekening van de graadanciënniteit van de in de graad van adjunct-inspecteur 1e klasse (rang 28) benoemde personeelsleden, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 24 geacht verricht te zijn in de graad van adjunct-inspecteur 1e klasse.

De door deze personeelsleden verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 13.De ambtenaren van het Ministerie van Middenstand die titularis zijn van één van de in artikel 9 geschrapte en hierna in de linkerkolom vermelde graden worden van ambtswege benoemd in één van de in de rechterkolom vermelde graden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 14.De ambtenaren die krachtens artikel 13 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit verkregen in de graad waarvan ze titularis waren.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in een graad van rang 10 worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 11 en 12 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10.

De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal. HOOFDSTUK III. - Het Ministerie van Middenstand en Landbouw A. Geschrapte graden

Art. 15.De volgende graden worden geschrapt bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw : in rang 20 : speciaal controleur (afgeschafte graad) in rang 26 : eerste controleur landbouwhuishoudkundig consulente technisch assistent in rang 27 : eerste hoofdcontroleur eerste landbouwhuishoudkundig consulente in rang 28 : adjunct-inspecteur 1ste klasse eerstaanwezend landbouwhuishoudkundig consulente eerstaanwezend technisch assistent in rang 29 : provinciaal inspecteur in rang 10 : actuariaatsinspecteur (V.L.) bestuurssecretaris (V.L.) (houder van het diploma van doctor of licentiaat in de rechten en geaffecteerd bij de juridische dienst) in rang 11 : adjunct-rechtskundig adviseur (VL) eerstaanwezend actuariaatsinspecteur (V.L.) in rang 13 : rechtskundig adviseur (VL) actuaris (V.L.) B. Opgerichte graden

Art. 16.De volgende graden worden opgericht bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw : A. Administratief personeel in rang 26 : controleur landbouwhuishoudkundig consulent(e) in rang 28 : eerstaanwezend controleur eerstaanwezend landbouw-huishoudkundig consulent(e) in rang 10 : actuaris actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving) adjunct rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) in rang 13 : actuaris-directeur actuaris (vlakke loopbaan in uitdoving) rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) B. Technisch personeel in rang 26 : technisch assistent in rang 28 : eerstaanwezend technisch assistent

Art. 17.§ 1. De graden van controleur en technisch assistent kunnen worden verleend aan de geslaagden voor een vergelijkend wervingsexamen of voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau.

Alléén de ambtenaar titularis van de graad van hoofdtechnicus of van technicus mag aan het vergelijkend overgangsexamen tot technisch assistent deelnemen.

Alléén de ambtenaar titularis van de graad van bestuurschef of van bestuursassistent en geaffecteerd bij het Bestuur voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingenbeleid (DG 1) of het Bestuur voor het Sociaal statuut van de Zelfstandigen (DG 7) mag aan het vergelijkend overgangsexamen tot controleur deelnemen.

Onverminderd de toepassing van het in art. 18 bepaalde, kan de graad van landbouwhuishoudkundig consulent(e) niet meer worden toegekend.

De graad van actuaris kan enkel worden verleend aan degenen die geslaagd zijn voor een vergelijkend wervingsexamen. § 2. Alléén de rijksambtenaren die titularis zijn van één van de hierna in de linkerkolom vermelde graden die zijn ingedeeld in rang 26 mogen worden bevorderd tot de graad die tegenover hun graad is vermeld en die in rang 28 wordt opgericht.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. Alléén de rijksambtenaren die titularis zijn van de graad van actuaris kunnen worden bevorderd tot de graad van actuaris-directeur. § 4. De in §§ 2 en 3 bedoelde bevorderingen worden toegekend volgens de regels van de bevordering door verhoging in graad.

Art. 18.De ambtenaren die titularis zijn van één van de in artikel 15 geschrapte en hierna in de linkerkolom vermelde graden worden van ambtswege benoemd in één van de bij artikel 16 opgerichte en in de rechterkolom vermelde graden.

A. Administratief personeel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 19.De ambtenaren die krachtens artikel 18 benoemd worden, nemen de in de graad waarvan zij titularis waren verworven anciënniteit mee naar hun nieuwe graad met uitzondering van : - de in de graad van controleur benoemde personeelsleden die titularis zijn van de graad van speciaal controleur (afgeschafte graad); - de in de graad van eerstaanwezend technisch assistent benoemde personeelsleden die titularis zijn van de graad van eerstaanwezend technisch assistent.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in een graad van rang 26 benoemd worden, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 27 geacht verricht te zijn in de graad van rang 26.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in een graad van rang 28 benoemd worden, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 29 geacht verricht te zijn in de graad van rang 28.

Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in een graad van rang 10 benoemd worden, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 11 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10.

De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 20.§ 1. Alléén de rijksambtenaren die titularis zijn van de graad van adjunkt-rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) kunnen bevorderd worden tot de graad van rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving). Deze bevordering wordt toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan.

Zij kunnen bevorderd worden wanneer zij achttien jaar anciënniteit hebben in de graad van adjunkt-rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving). § 2. Alléén de rijksambtenaren die titularis zijn van de graad van actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving) kunnen bevorderd worden tot de graad van actuaris (vlakke loopbaan in uitdoving). Deze bevordering wordt toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan.

Zij kunnen bevorderd worden wanneer zij achttien jaar anciënniteit hebben in de graad van actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving). HOOFDSTUK IV.- Wijziging wat het Ministerie van Middenstand en Landbouw betreft van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn

Art. 21.§ 1. In de tabel die gevoegd is bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn worden de volgende graden ingevoegd onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de benamingen in de Nederlandse taal Afdeling A. Administratief personeel" en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de benamingen in de Franse taal Afdeling A. Administratief personeel" : in rang 13 : hoofdinspecteur-directeur actuaris (1) rechtskundig adviseur rechtskundig adviseur (1) in rang 12 : eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst in rang 11 : inspecteur-hoofd van dienst eerstaanwezend actuatiaatsinspecteur(1) rechtskundig adjunct-adviseur rechtskundig adjunct-adviseur (1) in rang 10 : landbouwkundig ingenieur ingenieur voor de scheikunde en de landbouwindustrieën inspecteur-dierenarts actuariaatsinspecteur (1) bestuurssecretaris jurist bestuurssecretaris jurist (1) in rang 29 : provinciaal inspecteur in rang 28 : adjunct-inspecteur eerste klasse eerstaanwezend landbouwhuishoudkundig consulente eerstaanwezend technisch assistent in rang 27 : eerste hoofdcontroleur eerste landbouwhuishoudkundig consulente in rang 26 : eerste controleur landbouwhuishoudkundig consulente technisch assistent § 2. In dezelfde tabel en onder dezelfde opschriften worden de volgende graden bij de rubriek "afgeschafte graad" ingevoegd : in rang 20 : speciaal controleur in rang 30 : operateur-mechanograaf.

Art. 22.In dezelfde tabel onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de benamingen in de Nederlandse taal", en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de benamingen in de Franse taal", worden de volgende graden ingevoegd : - onder de opschriften "Afdeling A. Administratief personeel" in rang 13 : actuaris-directeur in rang 10 : actuaris in rang 28 : eerstaanwezend controleur eerstaanwezend landbouwhuishoudkundig consulent(e) in rang 26 : controleur landbouwhuishoudkung consulent(e) - onder de opschriften "Afdeling B. Technisch personeel" in rang 28 : eerstaanwezend technisch assistent in rang 26 : technisch assistent

Art. 23.In dezelfde tabel en onder de in artikel 21 bedoelde opschriften worden de vermeldingen van de volgende graden ingevoegd bij de "geschrapte graden" : in rang 13 : hoofdinspecteur-directeur actuaris (1) rechtskundig adviseur rechtskundig adviseur (1) in rang 12 : eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst in rang 11 : inspecteur-hoofd van dienst eerstaanwezend actuariaatsinspecteur (1) rechtskundig adjunct-adviseur rechtskundig adjunct-adviseur (1) in rang 10 : landbouwkundig ingenieur ingenieur voor de scheikunde en landbouwindustrieën inspecteur-dierenarts actuariaatsinspecteur (1) bestuurssecretaris jurist bestuurssecretaris jurist (1) in rang 29 : provinciaal inspecteur in rang 28 : adjunct-inspecteur eerste klasse eerstaanwezend landbouwhuishoudkundig consulente eerstaanwezend technisch assistent in rang 27 : eerste hoofdcontroleur eerste landbouwhuishoudkundig consulente in rang 26 : eerstaanwezend controleur landbouwhuishoudkundig consulente technisch assistent in rang 20 : speciaal controleur (afgeschafte graad) HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 24.In afwijking van artikel 29 § 2, 1° van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het Rijkspersoneel, kunnen de personeelsleden die, bij koninklijk besluit van 5 augustus 1991 tot overdracht van een deel van de personeelsleden van het Economisch en Sociaal Instituut voor de Middenstand naar het Ministerie van Middenstand, overgeheveld zijn naar dit Ministerie, titularis zijn van de graad van bestuurschef en niet geslaagd zijn voor het examen voor verhoging in weddeschaal vereist in de graad van rang 20, deelnemen aan een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau.

Art. 25.§ 1. De personeelsleden, overgeheveld naar het Ministerie van Landbouw bij koninklijk besluit van 19 december 1994 tot vaststelling van de wijze waarop bepaalde personeelsleden van de Belgische Dienst voor Bedrijfsleven en Landbouw - sector Landbouw- en Voedingsproducten en -industrieën - overgaan naar het Ministerie van Landbouw en bij koninklijk besluit van 17 november 1995 tot overdracht van de personeelsleden van de Belgische Dienst voor Bedrijfsleven en Landbouw - Sector Landbouw- en Voedingsproducten en -industrieën - naar het Ministerie van Middenstand en Landbouw, en die geslaagd zijn voor het examen voor verhoging in weddeschaal, vereist in de graad van bestuursassistent kunnen, volgens de voorwaarden vastgesteld door dit besluit, aanspraak maken op het voordeel van het welslagen van hun examen voor de ambtshalve benoeming tot één van de graden, hierna opgesomd in de rechterkolom, wanneer ze titularis zijn van een van de graden, opgesomd in de linkerkolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De personeelsleden die vanaf 1 januari 1995 benoemd zijn tot de graad van technicus bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw bij toepassing van de bepalingen van artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 november 1993 houdende uitvoeringsmaatregelen betreffende het personeel van sommige overheidsdiensten, die geslaagd zijn voor het examen voor verhoging in weddeschaal vereist in de graad van rang 20 waarvan zij titularis waren in hun oorspronkelijke instelling, examen dat werd afgesloten of nog in uitvoering vóór 31 december 1994, kunnen volgens de voorwaarden vastgesteld bij dit besluit aanspraak maken op het voordeel van het welslagen van hun examen voor de ambtshalve benoeming tot de graad van technisch assistent.

Art. 26.Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Middenstand en Landbouw (2e fase) met uitzondering van : 1° de artikelen1, lid 1, 3, lid 1, 4 §§ 1 en 2, 5, § 1, 8, lid 1, 10, lid 1, 11, § 1 en 12, § 1 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1994.2° de artikelen 1, lid 2, 3, lid 2, 4, §§ 3, 4 en 5, 5, §§ 2 en 3, 8, lid 2, 10, lid 2, 11, § 2, 12, § 2 en 21 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1995.

Art. 27.Onze Minister van Landbouw en van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Landbouw en van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld.

^