Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2003
gepubliceerd op 26 augustus 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2003002159
pub.
26/08/2003
prom.
11/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/11/2003002159/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4 gewijzigd bij de wet van 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 3 april 1997 en de wetten van 20 mei 1997, 22 maart 1999, 26 maart 2001 en 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993 en de koninklijke besluiten van 14 september 1994, 10 februari 1995, 10 april 1995, 6 februari 1996, 5 juli 1996, 27 juli 1997, 9 december 1998, 13 juni 1999, 12 augustus 2000, 13 juli 2001 en 28 januari 2002 en artikel 2, eerste lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 januari 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 maart 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 14 februari 2003;

Gelet op het protocol nr. 461 van 30 april 2003 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het aangewezen is de dubbelzinnigheid weg te werken tussen de bepaling van artikel 1, eerste lid, 4° en van artikel 2, eerste lid, van voornoemd koninklijk besluit van 1 februari 1993 en dat, inzake de door de Ministerraad goedgekeurde onderzoeksprogram-ma's en -acties, ook de indienstneming moet mogelijk zijn van personeel belast met activiteiten inzake voorbereiding, definiëring, opvolging, evaluatie en valorisatie;

Overwegende dat het noodzakelijk is rubriek 16° aan te passen als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen tot vaststelling van het statuut, de opdrachten en de wijze van beheer van het Studie- en Documentatiecentrum "Oorlog en Hedendaagse Maatschappij" alsook de rubrieken 18° en 29° als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort en van de Nationale Dienst voor Congressen, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer;

Overwegende dat de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van BELNET en van DWTI als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer voorzien in de indienstneming van contractueel personeel bezoldigd ten laste van de begroting van deze Staatsdiensten en dat het bijgevolg past deze indienstneming te regelen binnen het kader van de wettelijke mogelijkheden van indienstneming van contractuelen;

Overwegende dat het contractueel personeel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, dat wetenschappelijke werkzaamheden voor rekening van derden verricht soepel moeten kunnen beheerd worden en dat het derhalve aangewezen is het op te nemen in de lijst van de bijkomende of specifieke opdrachten;

Overwegende dat, mede gelet op de datum van inwerkingtreding van voornoemde organieke voorschriften, de betrokken diensten ten spoedigste over het nodige personeel moeten kunnen beschikken dat onontbeerlijk is voor de uitvoering van hun opdrachten;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, wordt als volgt gewijzigd : 1) rubriek 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 4° aan de personeelsleden : die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van activiteiten met betrekking tot de door de Ministerraad goedgekeurde onderzoeksprogramma's en -acties; - die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de niet permanente activiteiten inzake onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening van de wetenschappelijke instellingen van de Staat en die hun door de betrokken minister opgedragen worden »; 2) de rubriek 16° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 16° aan de personeelsleden bedoeld in de artikelen 8 en 16 van het ministerieel besluit van 3 maart 2000 tot vaststelling van het statuut, de opdrachten en de wijze van beheer van het Studie- en Documentatiecentrum « Oorlog en Hedendaagse Maatschappij;» 3) de rubriek 18° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 18° aan de personeelsleden bedoeld in artikel 5, 11° van het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer;» 4) de rubriek 29° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 29° aan de personeelsleden bedoeld in artikel 3, 11° van het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de Nationale Dienst voor Congressen als Staatsdienst met afzonderlijk beheer;» 5) de volgende rubrieken worden ingevoegd : « 45° aan de personeelsleden bedoeld in artikel 3, 11° van het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van het Belgisch telematica-onderzoeksnetwerk als Staatsdienst met afzonderlijk beheer;» « 46° aan de personeelsleden bedoeld in artikel 3, 11° van het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie als Staatsdienst met afzonderlijk beheer; » « 47° aan de personeelsleden van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort die wetenschappelijke werkzaamheden voor rekening van derden verrichten »;

Art. 2.Artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De personeelsleden bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, moeten de wetenschappelijke of technische bekwaamheid bezitten vereist voor de uitvoering van de betrokken activiteiten. »

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 4.Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^