gepubliceerd op 31 oktober 2003
Koninklijk besluit houdende de modaliteiten inzake de eigendomsoverdracht van de bezittingen van de nucleaire diensten naar het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
11 JULI 2003. - Koninklijk besluit houdende de modaliteiten inzake de eigendomsoverdracht van de bezittingen van de nucleaire diensten naar het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, inzonderheid op artikel 31, gewijzigd bij de wet van 15 januari 1999;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 3 april 2003;
Gelet op het gemeen overleg met Onze Minister van Financiën op 28 maart 2003;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Economie, van Onze Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - het Agentschap : het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle opgericht bij wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - nucleaire diensten : de diensten bedoeld in artikel 45 van voormelde wet van wet van 15 april 1994, met name: de diensten bevoegd voor de nucleaire sector bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van Binnenlandse Zaken, het Ministerie van Justitie, het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.
Art. 2.De goederen, en de hieraan verbonden rechten en verplichtingen van de nucleaire diensten worden met ingang van 1 september 2001 overgedragen aan het Agentschap.
De overdracht gebeurt van rechtswege en is tegenstelbaar aan derden zonder enige andere formaliteit.
Art. 3.Alle handelingen betreffende de goederen, rechten en verplichtingen beoogd in artikel 2, 1e lid, en gesteld gedurende de periode tussen 1 september 2001 en de publicatiedatum van onderhavig besluit worden geacht te zijn verricht in naam en voor rekening van het Agentschap.
Art. 4.Voor 31 december 2003 bezorgen de bevoegde Ministers aan de Directeur-generaal van het Agentschap de akten en bescheiden die de rechten en verplichtingen vermelden verbonden aan de bezittingen die aan het Agentschap worden overgedragen overeenkomstig artikel 31, vierde lid, van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.
Art. 5.Een inventaris van de verstrekte goederen, akten en bescheiden wordt vóór 31 december 2003 opgemaakt door de overdragende departementen en ondertekend door de voogdijminister van het Agentschap of zijn afgevaardigde.
Art. 6.§ 1. De roerende goederen worden ten kosteloze titel overgedragen in de staat waarin zij zich bevinden met inbegrip van de lasten en verplichtingen die erop wegen. § 2. De onroerende goederen worden ten kosteloze titel overgedragen met alle actieve of passieve, zichtbare of niet-zichtbare, voortdurende of niet-voortdurende erfdienstbaarheden waarmee zij zouden kunnen bezwaard of bevoordeeld zijn.
Voor ieder goed dat wordt overgedragen, bezorgt de Staat, aan het Agentschap alle akten en bescheiden, met inbegrip van de uittreksels uit de kadastrale leggers en uit het kadastraal plan, met vermelding van de rechten, lasten en verplichtingen verbonden aan het goed.
Art. 7.Het Agentschap treedt in de rechten en de plichten van de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de bevoegde Minister, met betrekking tot de aan haar overgedragen goederen, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit gerechtelijke procedures.
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2001.
Art. 9.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Economie, en Onze Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu zijn ieder voor wat hen betreft belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Economie, Ch. PICQUE De Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER